micro organismen (H7)

micro organismen (H7)
1 / 55
next
Slide 1: Slide
Natuur en techniekMBOStudiejaar 2

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

micro organismen (H7)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Noem een voordeel en een nadeel van micro organismen

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Voordeel
- Voedsel maken
- Voedsel
- Medicatie
Nadeel
- Voedsel bederf
- Veroorzaken ziektes

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke namen van bacteriën ken je ?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Ben je wel eens ziek geworden door een bacterie? Zo ja, door welke?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Micro-organismen
  • Microscopisch kleine organismen die in staat zijn zich te vermenigvuldigen door celdeling of sporenvorming.
  • Welke soorten micro-organismen zijn er?
  • Bacteriën
  • Virussen
  • Schimmels
  • Gisten
  • (Protozoa)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

micro organismen? (m.o.)
Bacteriën en schimmels zijn reducenten of  saprofyt. Ze maken uit organische stoffen weer anorganische stoffen. 
Wanneer dit is gewenst, spreken we over nuttige m.o. bijvoorbeeld bodembacteriën.
Er zijn m.o. die stoffen afbreken waarbij we dit niet willen, we spreken dan van schadelijke m.o. bijvoorbeeld wanneer ze ons voedsel bederven.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kringloop
Kringloop is met reducenten.
Voedselketen en voedselweb is zonder  reducenten!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het draait in de natuur natuurlijk niet om ketens, maar om kringlopen!
Reducenten zijn dus essentieel om de kringloop van stoffen te sluiten.

Let goed op bij het gebruik van de term voedingsstof.
Denk dan: voor wie is die voedingsstof?
Autotrofe organismen hebben namelijk anorganische voedingsstoffen nodig.


Heterotrofe organismen moeten organische voedingsstoffen opnemen!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waterzuivering
In de kringloop van stoffen breken m.o. dode resten af (organische stoffen). In meren en rivieren en zeeën spreken we van zelfreinigend vermogen. Bij afvalwater wordt dit proces versneld in de waterzuiveringsinstallatie. Door extra lucht toe te voegen en te roeren, verloopt de afbraak sneller.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Waterzuivering

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

       Waterzuiveringsinstallatie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waterzuivering

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

We gaan aan de slag.
we maken onze eigen waterzuiveringsinstallatie
timer
15:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

voedselbederf
Hoe komt het dat je voedsel bederft?
Wat kun je daartegen doen?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De levensvoorwaarden
  • Voeding
  • Water
  • Temperatuur
  • Zuurstof
  • Neutrale zuurgraad (pH)
  • Weinig opgeloste stoffen
  • Afwezigheid van giftige stoffen. 

Slide 20 - Slide

hebben verschillende onderdelen nodig om te kunnen groeien, dit worden levensvoorwaarden genoemd. zie dia
Voedselbederf tegengaan
Deze omstandigheden bepalen hoe snel een bacterie of schimmel groeit:
  • Temperatuur
  • Hoeveelheid water
  • Hoeveelheid zuurstof
  • Hoeveelheid voedingsstoffen
  • Hoeveelheid zuur/zout/suiker/alcohol

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voedselbederf tegengaan
  • Vaak een combinatie van conserveringstechnieken
  • omstandigheden van m.o. slechter maken, waardoor ze minder snel voortplanten
  • m.o. inactiveren

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

 7 levensvoorwaarden M.O.
.
Levensvoorwaarde
Kenmerk
Voorbeeld
Water
Aanwezigheid van water
Wel in brood, weinig in droge havermout
Voeding
Aanwezigheid van glucose (suikers)
Wel in appelsap, weinig in koffiebonen.
Temperatuur
Tussen de 10 en 40 graden.
Niet in de koelkast en bij verhitting, wel bij kamertemp.
Zuurstof
Aanwezigheid van lucht
Altijd, behalve bij vacuüm, potjes of gasverpakking
PH
In een zure omgeving.
Bij PH lager dan 6 gaan organismen dood.
Opgeloste stoffen
Bij stoffen die verstorend zijn voor de groei
Bijvoorbeeld pekelen (zout)
Afwezigheid giftige stoffen
Bij stoffen die verstorend zijn voor de groei
Bijvoorbeeld alcohol, of conserveermiddelen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Conserveren - 7 levensvoorwaarden
OSMOTISCHE WAARDE

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Voedselbederf tegengaan
Je kan verschillende dingen doen met je eten om ervoor te zorgen dat het niet bederft, dit zijn:
  • Invriezen
  • Pasteuriseren
  • Steriliseren
  • Vacuüm verpakken
  • Drogen
  • Conserveermiddelen toevoegen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Hoe voorkom je voedsel bederf?
  • Voorkomen door bacteriën of schimmels te remmen of te doden
  • Conserveren is tegengaan van voedselbederf (langer houdbaar maken)
    - drogen           
    - verhitten: steriliseren (100 graden) 
    of pasteuriseren (max. 70 graden)
    - koelen of invriezen                        
    - vacuüm verpakken (luchtdicht)    
    - conserveringsmiddel toevoegen
    - gasverpakken

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Delen van een cel - bacterie en schimmel

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Bacterië-cel zonder celkern
Schimmel-cel  met celkern

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Conclusie
Heeft de cel plastiden? JA -> het is een plant

Heeft de cel een celwand? Nee -> het is een dier

Heeft de cel een celkern? Nee -> het is een bacterie

Anders is het een schimmel

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Bacteriekolonie : verzameling bacterië
De celwand zorgt voor de stevigheid van een cel. Alle bacteriën en de cellen van schimmels en planten hebben een celwand. De cellen van dieren hebben geen celwand.
ontstaan uit 1 bacterië cel

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting bacteriën


  • celdeling -->

  • eencellige schimmels delen ook
  • optimale celdeling indien de levensvoorwaarden gunstig zijn

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Voortplanten bacteriën/schimmel

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting bacteriën

bacteriën planten zich voort door deling

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

infectie micro organismen
Bij een bacteriële infectie treden er al snel symptomen op zoals:
Misselijkheid.
Braken.
Bloed, pus of slijm in de ontlasting.
Koorts.
Hoofdpijn.
Uitputting en soms uitdroging.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

infectie
  • Infecties door bacteriën kunnen ernstiger verlopen dan infecties door virussen, maar de meeste infecties door bacteriën gaan vanzelf over. 
  • Bacteriën kunnen vele soorten infecties veroorzaken: blaasontsteking, keelontsteking, longontsteking, hersenvliesontsteking en middenoorontsteking zijn enkele voorbeelden, maar ook soa's zoals gonorroe en syfilis.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

soorten m.o.
De meest bekende ziekmakende bacteriën in eten zijn:
Salmonella.
Campylobacter.
Listeria monocytogenes.
Bacillus cereus.
Clostridium botulinum.
Clostridium perfringens.
E. coli.
Staphylococcus aureus.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Antibiotica
  • Dood alleen bacteriën.
  • Altijd de antibioticakuur afmaken anders wordt de bacterie immuun; antibiotica werkt niet meer.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Antibiotica
Vroeger: TBC (tuberculose) door bacterie, nu gedood door antibiotica

Werkt niet op schimmels, dieren en planten
De meeste bacteriën kan je bestrijden met antibiotica.
Soms werkt antibiotica niet.
BRMO betekent bijzonder resistente micro-organismen
MRSA is een bacterie die resistent is voor een aantal veelgebruikte antibiotica.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Ziekenhuisbacterie
Herhaaldelijke blootstelling aan verschillende antibiotica "selecteren" bacteriën met resistenties.

Ziekenhuisbacterie = resistent tegen alle bekende vormen van antibiotica.

Take home messages: 
  1. Neem geen antibioticakuur, tenzij voorgeschreven door een arts.
  2. Maak een antibioticakuur altijd af!

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

penicilline of penseelschimmel

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Alexander Fleming
  • Wetenschapper (arts-bacterioloog) uit Schotland
  • Ontdekker van penicilline (Penicilline = eerste antibiotica)
  • Het is door een fout in een laboratorium ontdekt door Fleming in 1928. In WOII op grote schaal "getest" op mensen. Sindsdien toegepast.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting bij virussen
Een gastheercel kopieert de virussen (dus ze doen het eigenlijk niet zelf)

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Virussen
Een virus is geen organisme, omdat ze andere organismen gebruiken om zich te verspreiden. Ze vormen een aparte groep. Ze hebben niet alle levenskenmerken.
Ze bestaan uit een stuk DNA of RNA met een eiwitmantel. Omdat een virus niet echt leeft kun je ook geen levensprocessen blokkeren, vandaar dat antibiotica niet werkt bij virussen.

Wratten en een koortslip worden bijvoorbeeld veroorzaakt door virussen.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

antibiotica helpt wel
antibiotica helpt niet

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

nuttige bacteriën
Bacteriën kunnen stoffen afbreken. We zijn in onze eigen spijsvertering afhankelijk van de hulp van m.o. Ze kunnen helpen bij de vertering, met name in de dikke darm. Sommige m.o. maken nuttige verbindingen bijvoorbeeld vitamine K. 
Bij een behandeling met antibiotica, kunnen ook de goede m.o. gedood zijn. Je kunt dan een probiotica nemen, zoals Yakult of een "poep-transplantatie" krijgen.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

 Nuttige Bacteriën 
bereiding voedsel

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Nuttige schimmels


  • op de huid
  • in de darmen
  • in ons eten (zuurkool, yoghurt, kaas)


gist=eencellige schimmel
Nuttige schimmels
meercellige schimmels, zoals paddenstoelen, truffels

Slide 47 - Slide

Schimmels worden gebruikt in de voedselindustrie maar er zijn
ook ziekteverwekkende schimmels.
Zonder gist
Met gist

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting gist
Gist is een eencellige schimmel.
Er groeit een knop aan de gistcel en hieruit groeit een nieuwe gistcel.

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

 gisten 
Eigenschap van een gisten 
  • Gisten hebben altijd suiker nodig om te kunnen groeien. Ze zetten de suiker om in koolstofdioxide en alcohol.
  • Met nuttige gisten kun je eten maken zoals; brood, bier, wijn en smaakstoffen  

  • Gisten kunnen ook bederf van voedsel veroorzaken, zoals bij fruit en vruchtensappen. (ongewenste vergisting, onderdeel van rottingsproces)

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Nuttige bacteriën en schimmels

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Schijf van vijf
Gezond en gevarieerd:                             Niet in de schijf van vijf:


Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Ondersteunen bij eten en drinken: Schijf van Vijf
SCHIJF VAN VIJF
punt 5 Veilig:
  • bereiding van  voedsel 
  • bewaren van voedsel

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Afsluiten (exitticket)
  1. Geef 1 reden waarom voedsel bederft?
  2. Leg uit hoe m.o. een rol spelen in de natuur? (nuttig en schadelijk)
  3. Noem 3 kenmerken van m.o.
  4. Noem 4 soorten m.o.
  5. Leg de schijf van 5 en de 5 leefregels uit.

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Slide 55 - Slide

This item has no instructions