Maak daarna samen met je buur/ buren vraag 5.1 (inleveren einde les).
Slide 2 - Slide
2.1 orgaansystemen
Slide 3 - Slide
5.2 druk-volume lus
Lees deze paragraaf door.
We bespreken zo samen de afbeelding.
Maak aantekeningen.
Maak daarna samen met je buur/ buren vraag 5.2 en 5.3 (inleveren einde les)
Slide 4 - Slide
druk-volume lus
Tijdens de vullingsfase (A-B) neemt het volume toe tot aan B, het einddiastolisch volume (EDV).
Dan start de contractiefase, de mitralisklep (hartklep) sluit en de isovolumetrische contractiefase volgt (B-C).
Op punt C gaat de aortaklep open en start de ejectiefase. Deze duurt tot aan het sluiten van de aortaklep op het eindsystolisch volume (ESV) van de kamer.
Dan volgt de isovolumetrische relaxatiefase (D-A) en zijn we weer op de uitgangssituatie.
De oppervlakte van de druk-volumelus geeft de hoeveelheid arbeid weer die nodig is voor één hartcyclus.
Slide 5 - Slide
5.3 regulatie van cardiac output (hartminuutvolume)
Lees deze paragraaf door.
We bespreken zo samen de afbeeldingen.
Maak aantekeningen.
Maak daarna samen met je buur/ buren vraag 5.4 en 5.5 (inleveren einde les)
Slide 6 - Slide
2.1 orgaansystemen
Slide 7 - Slide
2.1 orgaansystemen
Slide 8 - Slide
preload
meer volume = meer druk
erin = eruit
spierpomp
ademhalingspomp
verhouding bloed in aders en slagaders (veneus/ arterieel)
Slide 9 - Slide
contractiliteit
samentrekkingskracht van hartspier neemt toe
sympatisch zenuwstelsel
meer Ca2+ komt vrij wat leidt tot een sterkere contractie cellen
meer kracht = meer volume
Slide 10 - Slide
2.1 orgaansystemen
Slide 11 - Slide
afterload
druk in aorta
- is deze hoger dan heeft het hart minder kracht over om het hart leeg te pompen, dan zal het slagvolume afnemen