Oefenen Europa 3HV

Oefenen voor de proef
 Europa en demografie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen voor de proef
 Europa en demografie

Slide 1 - Slide

Wat daalt als eerste in het demografisch transitiemodel?
A
Sterftecijfer
B
Geboortecijfer
C
Totale bevolking
D
Ze stijgen alleen maar

Slide 2 - Quiz

Wat is de NAVO?
A
Militaire samenwerking tussen de VS, Canada en West- en Zuid-Europese landen
B
Geldhulp van de VS aan Europa
C
Politieke samenwerking van West-Europa
D
Militaire Samenwerking tussen de Oostbloklanden.

Slide 3 - Quiz

Economische vluchteling:
A
Mensen die vluchten omdat er oorlog in hun land is
B
Mensen die vluchten op zoek naar een beter bestaan
C
Mensen die vluchten met de boot
D
Mensen die om politieke redenen vluchten

Slide 4 - Quiz

Welke bevolkingsdiagram zou van Gambia kunnen zijn?
A
De eerste diagram
B
De tweede diagram

Slide 5 - Quiz


Dit bevolkingsdiagram hoort bij.....
A
Engeland
B
India
C
Nederland
D
Egypte

Slide 6 - Quiz

Wat is de Europese Unie?
A
Een militair verbond
B
Een organisatie van 27 Europese landen die nauw met elkaar samen werken.
C
Alle landen van de wereld die samen werken voor handel.
D
Alle West-Europese landen

Slide 7 - Quiz

Welke bevolkingsdiagram zou van China kunnen zijn?
A
Het eerste diagram
B
Het tweede diagram

Slide 8 - Quiz

In welke fase van het transitiemodel is er sprake van een bevolkingsexplosie?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 9 - Quiz

In fase 4 is er sprake van een sterfteoverschot
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is een staat?
A
De grenzen van een natie
B
Oorspronkelijke etnische groep binnen landsgenzen
C
Een duidelijk begrensd gebied met een soeverein bestuur
D
Natie heeft veiligheid binnen de landsgrenzen

Slide 11 - Quiz

Satellietstaten zijn...
A
Staten die slechts politiek onder controle staan van de Sovjet-Unie
B
Staten die volledig onder controle worden gehouden door het kapitalistische westen
C
Staten die politiek , economisch en militair onder controle staan van de Sovjet -Unie
D
Staten die zelfstandig hun eigen keuzes mogen maken.

Slide 12 - Quiz

wat is een agglomeratievoordeel?
A
profiteren van elkaars kennis
B
het verplaatsen van de assemblage naar Oost-Europa
C
wetenschappelijke instituten die zich in de regio vestigen
D
je bedrijf plaatsen op de plek waar de lonen het laagst zijn

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Bij welk jaartal hoort deze kaart
A
1902
B
1939
C
1967
D
2015

Slide 15 - Quiz

Wat vormde de concurrentie voor de industrie in Manchester?
A
Massaproductie
B
Lagelonenlanden
C
Lichte industrie
D
De dienstensector

Slide 16 - Quiz

In welke sector denk je dat de meeste Nederlanders werken?

A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 17 - Quiz

Wat is het IJzeren Gordijn?
A
De grens tussen het Westen en het Oostblok
B
De grens tussen Noord- en Zuid-Europa
C
De grens tussen West- en Zuid-Europa
D
De grens tussen de S.U. en de rest van Europa

Slide 18 - Quiz

Alle lidstaten van de EU doen mee aan het akkoord van Schengen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

I: In arme landen werken de meeste mensen in de primaire sector.
II: in rijke landen werken de meeste mensen in de secundaire sector.
A
Stelling I is juist, II onjuist.
B
Stelling I en II is juist.
C
Stelling II is juist, I onjuist.
D
Stelling I en II is onjuist.

Slide 20 - Quiz

Laatste vraag:
Van welke organisatie mag Oekraïne geen lid worden?
A
Schengen
B
Navo
C
VN
D
Greenpeace

Slide 21 - Quiz