§8.1 en §8.2

H 8 Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
§8.1 en §8.2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H 8 Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
§8.1 en §8.2

Slide 1 - Slide

Na deze les weet je:
- Hoe we deze periode aan gaan pakken
- Hoe de stof aansluit op de vorige hoofdstukken
- Wat macht & gezag inhouden
- Wat het verschil is tussen representatie en representativiteit
- Wat je moet doen voor volgende week maandag 09.00

Slide 2 - Slide

Mini terugblik:
Jagers-verzamelaars : samenwerking & conflict
Eerste boeren:  rationalisering, staatsvorming
NL na 80-jarige oorlog: sociale institutie & natievorming
Het volk/de burger werd belangrijker 
Landen/naties ontstaan

Deze processen blijven doorgaan in de tijd erna

Slide 3 - Slide

Deze periode
HS 8, 9, 10
Veranderingen in:
- politieke verhoudingen (8)

- sociale verhoudingen (9)

- vorming (10)

Slide 4 - Slide

Planning
Staat vanaf morgen in OneNote > inhoudsbibliotheek

Slide 5 - Slide

Lees HS 8.1 & maak de zin af:
De schrijver wil met dit stuk duidelijk maken dat/hoe/waarom:

Slide 6 - Open question

opstand in het verleden
opstand in het heden
In beide gevallen gaat het om het nietlanger accepteren van de macht van anderen

Slide 7 - Slide

Macht en Gezag
macht: het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te vergroten of beperken

gezag: Macht die als legitiem wordt gezien. Dus geaccepteerd wordt door de anderen

Slide 8 - Slide

Is er in de volgende gevallen sprake van gezag?

Slide 9 - Slide

Een regering wordt democratisch gekozen en erkend door de burgers als de hoogste macht.
A
Gezag
B
Geen gezag

Slide 10 - Quiz

Na een staatsgreep door de oppositie is de vorst afgezet en hebben de opstandelingen de macht. De burgers luisteren niet naar de beslissingen die zij nemen.
A
Gezag
B
Geen gezag

Slide 11 - Quiz

In een bedrijf is het aan de HR-manager om bedrijfsuitjes te regelen, maar het personeel vertrouwt niet op haar kunnen en regelt het zelf.
A
Gezag
B
Geen gezag

Slide 12 - Quiz

Een orkest heeft een nieuwe dirigent en hij wordt meteen erkent omdat hij in het verleden bij een bekend orkest heeft gewerkt.
A
Gezag
B
Geen gezag

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Noem drie zaken uit het filmpje die ervoor zorgen dat een dictator zijn macht kan opleggen aan de bevolking.

Slide 15 - Open question

Volgens het filmpje leven er heel veel mensen op de wereld, niet in vrijheid. Bedenk een reden waarom zij niet in opstand komen tegen hun machthebbers.

Slide 16 - Open question

Bekijk voor ieder onderdeel van de onderstaande 2 dia's of er macht en/ of gezag uit blijkt van onze regering. Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open question

macht en/ of gezag?
macht en/ of gezag?

Slide 18 - Slide

macht en/ of gezag
macht en/of gezag

Slide 19 - Slide

representatie en representativiteit
representatie: vertegenwoordiger van een groep

representativiteit: komt de mening van de mensen wel overeen met die van de  vertegenwoordigers?

Slide 20 - Slide

 representativiteit
Achtergrondkenmerken
Is de politiek een afspiegeling van de samenleving qua geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, woonplaats?
2. Standpunten
Vinden mensen hun standpunten terug in een politieke partij?
3. Besluiten
Komen de besluiten van de ministers (het kabinet) overeen met de standpunten van de partijen in de tweede kamer?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

is er wel of geen sprake van representativiteit in het artikel en waaruit blijkt dat?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

In de trailer voor de dystopische tv serie "the handmaids tale" komen de volgende onderdelen aan de orde: revolutie, opstand, dictatuur, democratie, macht, gezag of gebrek hieraan. Geef voor elk van deze begrippen aan hoe het in de trailer terug te vinden is.

Slide 25 - Open question

Huiswerk ma 18-5 voor 09.00:
Lees H8.1 - 8.3
Schrijf mini-samenvatting per tussenkopje
Maken vragen
opdracht 2, 3, 4, 5, 6,  8, 10 


Slide 26 - Slide