dinsdag 22 november

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • mobieltje in je tas
  • Chromebook en boek op tafel
  • Inloggen in LessonUp
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour tout le monde!
  • Jassen uit
  • mobieltje in je tas
  • Chromebook en boek op tafel
  • Inloggen in LessonUp
  • Als de timer is afgelopen begint de les.
timer
3:00

Slide 1 - Slide

leerdoel
ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is
ik weet dat het zich in het Frans aanpast aan het znw 
ik weet dat de e staat voor vrouwelijk en de s voor meervoud
ik weet dat er ook onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden zijn

Slide 2 - Slide

het Bijvoeglijk Naamwoord
Vorm en Plaats
van het Bijvoeglijk Naamwoord

Slide 3 - Slide

un éléphant bleu

Slide 4 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord. 
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es

Slide 5 - Slide

Alors:
un éléphant bleu
une voiture bleue
deux éléphants bleus
deux voiures bleues

Slide 6 - Slide

Als het bijvogelijk naamwoord
...al op een e of een s eindigt, in zijn neutrale vorm, wat dan?

Slide 7 - Slide

Une nuit (calme)


Slide 8 - Open question

J'ai deux frères (sportif)

Slide 9 - Open question

Nous avons deux filles (v) (blond)

Slide 10 - Open question

Les éléphants (m) sont (gris)
Les souris (v) sont (gris)

Slide 11 - Open question

Het gebruik van het bijvoeglijk naamwoord kent geen geheimen meer voor mij
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

leerdoel
ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is
ik weet dat het zich in het Frans aanpast aan het znw 
ik weet dat de e staat voor vrouwelijk en de s voor meervoud
ik weet dat er ook onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden zijn

Slide 13 - Slide

bon

beau

nouveau

vieux
bonne

belle

nouvelle

vieille

Slide 14 - Slide

bons

beaux

nouveaux

vieux-
bonnes

belles

nouvelles

vieilles

Slide 15 - Slide

Vorm èn plaats zijn anders
Ella a un vieux chien.
Nous avons une nouvelle voiture.
Paris est une belle ville.
Nous avons mangé de bonnes crêpes au sucre.


Slide 16 - Slide

ex. 17 p.71/72

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide