Paragraaf 6.4

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vorige paragraaf:
  • Je kunt de belangrijkste inkomsten noemen die een gemeente heeft;
  • Je kunt voorbeelden noemen van enkele belastinginkomsten van de overheid;
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen;
  • Je kunt enkele niet-belastingontvangsten noemen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Je bent voor één dag minister van Financiën. Je mag €10 miljard extra uitgeven. Geld naar arme gezinnen, het leger, het onderwijs en de zorg. Waar zou jij het meeste geld aan uitgeven?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

De derde dinsdag van september is het ....................................
De koning leest dan de ............................. voor. De minister van .................................. presenteert de rijksbegroting en de ..........................................
In de rijksbegroting staan de verwachte ............................... en ............................ voor het komende jaar.
Inkomsten
Troonrode
Financiën
Prinsjesdag
Uitgaven
Miljoenennota

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


Is er een begrotingsoverschot
of een begrotingstekort?
A
begrotingsoverschot
B
begrotingstekort

Slide 10 - Quiz

Aan de slag!
6.4 huiswerk voor volgende week
Zorg dat je alles af hebt
paragraaf 6.1 t/m 6.4

Slide 11 - Slide