LB-WW 2efase - H4 - Wereldburger (4VWO) - Les 3 en 4

1 / 41
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wijs Worden 2e fase
Hfdst 4 Wereldburger, par. 4 t/m 6, p.71 e.v.
Les 3 en 4

Slide 2 - Slide

Iets uit de actualiteit: 

Slide 3 - Slide

Weektaak bespreking
Leerwerk: lezen par. 1 t/m 3, pp. 67-71
Maakwerk: opdr. 1 t/m 3 en 5 t/m 9
LVB: werken aan:
LVB-opdracht 1.1 Schilderij
LVB-Opdracht 1.2 Mijn kunstje
LVB-opdracht 1.3 / 1.4 / 1.5 / 1.6 (kies)

Slide 4 - Slide

Opdr. 1, p. 68
  • Wat stelt gelijkwaardigheid tussen twee mensen nog voor als de een rijk is en de ander in ellendige omstandigheden verkeert?!  

Slide 5 - Slide

Opdr. 2, p. 68 1/2
Organisaties die passen bij het wereldburger-perspectief:
  • Artsen Zonder Grenzen
  • Internationaal Rode Kruis
  • Amnesty International
  • Aflatoun International
  • Aidsfonds 




Slide 6 - Slide

Opdr. 2, p. 68 2/2
Aflatoun International: 





Aflatoun International werd in 2005 opgericht om kinderen en jongeren in de hele wereld stapvoor-stap te begeleiden op hun weg naar succes als zelfbewuste en financieel zelfredzame wereldburgers. Een stuk van de opbrengst van de Nationale Postcode Loterij wordt aan deze organisatie geschonken. 

Slide 7 - Slide

Opdracht 3, p. 68 1/2
Organisaties die lijnrecht tegenover het het wereldburger-perspectief staan:

  • nationaalsocialisme (nazi-gedachtengoed, uitsluiting van groepen)
  • fascisme (uitsluiting / indeling superieur / inferieur)
  • Ku Klux Klan (uitsluiting van groepen)
  • religieuze fundamentalisten (uitsluiting van groepen)



Slide 8 - Slide

Opdracht 3, p. 68 2/2
Ku Klux Klan (KKK): 
De Ku Klux Klan (KKK) werd in de VS opgericht als reactie op de afschaffing van de slavernij. Zwarte mensen en andere kleurlingen werden niet beschouwd te behoren tot de mensenfamilie. Later richtte de haat zich ook op andere groepen. Op dit moment zijn in de VS nog tal van kleinere groepen actief die zich niet uitdrukkelijk KKK noemen maar wel het gedachtegoed ervan uitdragen.  

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Opdracht 4a, p. 68
Zie volgende SLIDES: 
EENS, WANT
ONEENS, WANT

Slide 11 - Slide

EENS, WANT

Slide 12 - Mind map

ONEENS, WANT

Slide 13 - Mind map

Opdracht 4b, p. 68  
Zie POLLS (2x) volgende SLIDES: 

Slide 14 - Slide

Zijn door de klimaatverandering juist niet een aantal van de armste gebieden op aarde het meest slachtoffer omdat hun land door de zee wordt ingenomen?
ja dat zie ik ook zo
nee dat zie ik anders

Slide 15 - Poll

Wordt niet vaak gewezen op een toenemend individualisme en komen mensen wereldwijd niet meer en meer op voor enkel hun eigen belangen?
ja dat zie ik ook zo
nee dat zie ik anders

Slide 16 - Poll

Opdracht 5, p. 70 1/3
Diogenes van Sinope (ca. 400 - 323 v. C.) stond voor:  

Slide 18 - Slide

Opdracht 5, p. 70 2/3
  • bewust een bedelend bestaan leiden i.p.v. werken en je inzetten voor de polis
  • niets willen bezitten: geen huis, geen goed voedsel etc. (tegenover eigendom en rijkdom)
  • je gedragen als een hond (leven naar je primaire driften zoals eten, slapen, plassen, poepen, maar niet op een egoïstische manier: honden zorgen ook voor elkaar)
  • directe band met de natuur
  • tegen alle vormen van contracten (zoals een huwelijkscontract),
  • geen georganiseerde godsdienst of politieke staat,
  • zich onttrekken aan de rechten en plichten van de polis: de polis niet willen beschermen, en er ook niet de voordelen van willen genieten,
  • opheffen van wij-zij denken 







Slide 19 - Slide

Opdracht 5, p. 70 3/3
Deze dingen kun je niet voorschrijven, maar alleen voorleven. Diogenes voegde de daad bij het woord op een manier die nooit is vergeten.  

Slide 20 - Slide

Opdracht 6a, p. 70 
  • Het lijkt of hij de vraag negeert met dit antwoord. Het typeert hem als iemand die werkelijk vrij is, niet gehecht aan wat dan ook.
  • Hij vraagt niet om bezit, voedsel of wat dan ook. Hij is niet uit op alles wat met de polis en een zeker bestaan van doen heeft, maar vraagt om de zon, de zon die niet alleen schijnt voor een in vodden gehulde ton-bewoner in Athene maar voor alle mensen van de hele wereld, ook dus voor mensen buiten deze stad of staat.  

Slide 21 - Slide

Opdracht 6b, p. 70  
  • Getoetst aan het ideaal van wereldburgerschap is de houding van Diogenes hier bedenkelijk. Waarom vraagt hij Alexander niet om zorg te hebben voor de armen in de stad Athene of goed te zorgen voor zijn onderdanen? 
  • Diogenes doet dat niet want daarmee zou hij zijn autarkie verliezen: wie iemand iets verzoekt, en het nog krijgt ook, verplicht zich tot een wederdienst en geeft een situatie van afhankelijkheid. Maar dat wilde Diogenes niet; juist de onafhankelijkheid (autarkie) streefde hij na. 

Slide 22 - Slide

Opdracht 7, p. 70 
Kritiek op Diogenes:  

  • Diogenes verzet zich tegen rijkdom maar heeft via het bedelen de rijken wel nodig om het bestaan te kunnen leiden waarvoor hij koos.
  • Diogenes biedt eigenlijk geen (realistisch) alternatief: als iedereen zou gaan leven zoals hij zou de samenleving terugvallen in chaos en verval. 
  • Diogenes wilde een open wereld voor iedereen uit vrije wil, maar had geen aandacht voor de noodlottige positie van armen en slaven die niets te kiezen hadden 


Slide 23 - Slide

Opdracht 8a, p.71 
Wereldburgerschap houdt in dat je de hele mensheid ziet als één familie, één gezin. 


1. Alle mensen delen in de natuurlijke redelijkheid.
2. Hij wilde een staat scheppen waarin de gelijkheid en vrijheid van alle burgers gewaarborgd zou zijn. Die vrijheid en gelijkheid gold ook voor vrouwen en slaven.
3. Verantwoordelijkheid nemen voor armen door verbeterde wetgeving, en verbetering van het lot van slaven. 


Slide 24 - Slide

Opdracht 8b, p.71 
1. Wie publiekelijk te kennen gaf de goden niet te willen vereren werd uitgesloten en riskeerde de doodstraf. Niet iedereen behoorde onvoorwaardelijk tot het 'grote Romeinse gezin'.

2. Het lot van slaven werd verbeterd maar de slavernij als instituut bleef bestaan. De mensheid werd opgedeeld in een hogere en lagere soort mensen. 

Slide 25 - Slide

Opdracht 9a, p.71 
Dat gemeenschappelijke bestaat in het eenvoudige, dierlijke, hondse. 

Slide 26 - Slide

Opdracht 9b, p.71 
De staat/stad was voor Diogenes een bron van ongenoegen en ergernis, een plek met verplichtingen jegens anderen waardoor de mens onvrij is. Hij wilde de staat het liefst vernietigen. Zijn alternatief: een natuurlijk/ dierlijk, 'honds' bestaan leiden. 

Slide 27 - Slide

LVB-voortgang: 
LVB-opdracht 1.1 Schilderij
LVB-Opdracht 1.2 Mijn kunstje
LVB-opdracht 1.3 / 1.4 / 1.5 / 1.6 (kies)

Slide 28 - Slide

Paragraaf 4 Immanuel Kant (1724-1804), p.71
ieder mens is drager van menselijke waardigheid
  • van nature zijn mensen geneigd deze te negeren (zie ook Thomas Hobbes)
  • met de rede heeft de mens de mogelijkheid deze natuurlijke neiging te overstijgen
  • via de rede komt men tot het naleven van 'menselijke waardigheid'
  • het gaat er om de ander 'vrijheid' en 'het leven' te gunnen (sociaal contract) 

PS: Kant had wel ook een racistische kant. Dit omdat hij het vermogen tot rede hoger achtte in het blanke ras en bij mannen. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Paragraaf 5 Amartya Sen (1933 - heden), p.74
grondwaarden (vrijheid, gelijkwaardigheid, democratie en tolerantie) gelden voor de gehele wereldbevolking
  • in de praktijk lijkt 'het hebben van geld' wel degelijk uit te maken of je wel/niet menswaardigheid ervaart
  • arme mensen hebben minder toegang tot het openbare debat etc en worden daardoor bedreigd in hun grondwaarden 
  • 'je hebt pas iets te zeggen als je geld hebt' is een gevaar voor de wereldvrede; alle mensen moet als gelijken gezien en gehoord worden in het openbare debat

Slide 31 - Slide

Paragraaf 6 Peter Singer (1946 - heden), p.76
  • wereldarmoede staat lijnrecht tegen over wereldburgerschap 
  • = ethisch probleem
  • ethisch appèl op instituten èn individuen
  • medemenselijkheid is de hoogste norm

Slide 32 - Slide

Deze les werken we aan:
Lezen: paragraaf 4, pp. 71-73
Maken: opdracht 10 t/m 13
LVB-opdracht 1.1 Schilderij
LVB-Opdracht 1.2 Mijn kunstje
LVB-opdracht 1.3 / 1.4 / 1.5 / 1.6 (kies)


Slide 33 - Slide

Opdr. 10, p.73
Als wereldburger mag je ook een ander land dan het jouwe bezoeken. Je mag verwachten dat wanneer je je respectvol gedraagt tegenover het land dat je bezoekt, je niet vijandig behandeld zult worden. Dat zijn voor ons tamelijk vanzelfsprekendheden geworden. Iemand mag niet het land worden uitgezet als dat zijn ondergang zou betekenen (vervolgd worden in het land van herkomst). Wij herkennen dit in het recht op asiel. 

Slide 34 - Slide

Opdr. 11, p.73
Constateren dat alle mensen iets gemeenschappelijks hebben, is constateren dat alle mensen iets hetzelfde hebben. Voor alle drie was datgene wat alle mensen hetzelfde hebben de basis van hun idee van kosmopolitisme, dat alle mensen één familie zijn, dat niemand uitgesloten mag worden. 

Slide 35 - Slide

Opdracht 12a, p. 75 
Duidelijk in deze typering is dat er voor Sen geen grenzen bestaan tussen culturen en godsdiensten; hij neemt het op voor iedereen kennelijk vanuit de overtuiging dat alle mensen een waardigheid hebben: hij voelt zich zowel Aziaat als Amerikaan of Engelsman, is hetero maar verdedigt homorechten, gelooft niet in God maar verloochent niet zijn hindoe-achtergrond etc. 

Slide 36 - Slide

Opdracht 12b, p. 75  
Secularisme: de overtuiging dat religie geen invloed mag uitoefenen op de staat en maatschappij. Vandaar: scheiding tussen kerk en staat.  

Slide 37 - Slide

Opdracht 13a, p. 75 
De belangrijkste waarden als vrijheid en rechtvaardigheid kom je in alle culturen tegen; ze behoren tot het erfgoed van de hele wereldbevolking. Waar gehandeld wordt in strijd met die waarden mogen we daarom niet zeggen dat we die handelingen moeten accepteren omdat ze specifiek voor die bepaalde cultuur zouden zijn - dat zijn ze namelijk niet!   

Slide 38 - Slide

Opdracht 13b, p. 75 
Er wordt in hoofdstuk 2 paragraaf 2 gezegd dat mensen op zoek kunnen naar algemeen geldende waarden. Gelijkwaardigheid hoort daar zeker bij. Sen sluit hierbij aan.  

Slide 39 - Slide

Opdracht 13c, p. 75  
PS: Er staat ‘ook alweer’ in de vraagstelling omdat de methode er vanuit gaat dat alle hoofdstukken gemaakt worden. In hoofdstuk 3, paragraaf 1.5 wordt dit begrip uitgelegd. 

Positieve vrijheid is een alternatief voor negatieve vrijheid waarbij vrijheid steeds ten koste lijkt te gaan van de vrijheid van anderen. Doordat we regels accepteren maken we juist voor elkaar een vrije ruimte. Regels kun je ook je zelf opleggen om jezelf zo te sturen naar waar je werkelijk wilt zijn. Bijvoorbeeld: heel veel oefenen in een bepaalde sporttechniek waardoor je een niveau bereikt waar je bewust bekwaam in kunt presteren. 

Slide 40 - Slide

Weektaak: 
Leerwerk: 
lezen: par. 4 t/m 6, pp. 71-79
Maakwerk:
opdr, 10 t/m 13, 15 en 16
LVB:
LVB-opdracht 1.1 Schilderij
LVB-Opdracht 1.2 Mijn kunstje
LVB-opdracht 1.3 / 1.4 / 1.5 / 1.6 (kies)


Slide 41 - Slide