1M1 - 28 sept

1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

1M1 - Maandag 28 september
Nodig:
- Etui
- Werkboek blz. 10

Slide 2 - Slide

Deze les:
  • Wat weet je nog?
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg §1.2
  • Aan de slag
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 4 - Slide

Hoe heet de overgang van jagers-verzamelaars naar boeren?
A
Landbouwovergang
B
Akkerrevolutie
C
Landbouwrevolutie
D
Akkerovergang

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar?
"De landbouwrevolutie was een snelle verandering."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz


Is dit een afbeelding van vóór of na de landbouwrevolutie?
A
Vóór de landbouwrevolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 7 - Quiz


Is dit een afbeelding van vóór of na de landbouwrevolutie?
A
Vóór de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie

Slide 8 - Quiz

De landbouwrevolutie ontstond in?
A
Afrika
B
Midden- Oosten
C
West- Europa
D
Amerika

Slide 9 - Quiz

In welk gebied ontstond de landbouwrevolutie?
A
De vruchtbare halvem aan
B
Europa
C
Azie
D
De vruchtbare cirkel

Slide 10 - Quiz

Bespreken huiswerk



Maken: 
Paragraaf 1.2
Opdracht 6, 7 en 8

Maandag 28 september - 1e uur

Slide 11 - Slide

§1.3 - Denken en doen

Slide 12 - Slide

Cultuur
Het doen en denken van mensen noemen we een cultuur.
Van de jagers-verzamelaars weten we niet zo veel over hun 'denken'. 
Van de boeren weten we meer over hun 'denken. Zij lieten meer bronnen achter die informatie geven over hun 'denken'. 

Slide 13 - Slide

Natuurgodsdienst
De eerste boeren hadden een natuurgodsdienst.  Zij vereerden gebeurtenissen in de natuur, bijvoorbeeld onweer en bliksem. 
De verklaring voor dit geloof is dat zij van veel dingen nog niet begrepen hoe deze ontstonden of werken. Daarom dachten zij dat dit het werk van goden was. 

Slide 14 - Slide

Hiernamaals
Ook geloofden de boeren in een hiernamaals, een leven na de dood. 
De overledenen werden begraven met verschillende spullen, grafgiften. Dit waren spullen die de dode nodig had tijdens de reis na het hiernamaals of in het hiernamaals zelf. 

Slide 15 - Slide

Jagers-verzamelaars
  • Kleine verschillen bezit.
Omdat de jager-verzamelaars nomaden waren konden zij weinig spullen meenemen. Daardoor waren er ook weinig verschillen tussen de hoeveelheid spullen die iedereen had.
  • Kleine verschillen aanzien.
Omdat alle mannen hetzelfde werk deden en alle vrouwen ook, werd iemand niet belangrijker gevonden dan de ander. 
  • Kleine verschillen macht.
Mensen hoefden niet naar een hoofdman te luisteren. 
Boeren
  • Grote verschillen bezit.
Als je op één plek woont kun je meer spullen bewaren. Boeren die meer succes hadden, hadden ook meer spullen. Rijk en arm. 
  • Grote verschillen aanzien.
Steeds meer boeren gingen samenwonen in dorpen en steden. Daar waren regels nodig en mensen die dit in de gaten hielden. Deze mensen waren belangrijker dan anderen.  
  • Grote verschillen macht.
Een dorpsleider die de regels in de gaten moet houden, moet bepalen wie deze heeft overtreden en straffen heeft meer macht. 

Slide 16 - Slide

SO Paragraaf 1.1 en 1.2



Leren:
  • Informatieboek §1.1 en §1.2
  • Werkboek §1.1 en §1.2
  • Begrippen  §1.1 en §1.2 (blz. 16)
  • Gedeelde lessonup lessen
Dinsdag 29 september - 7e uur

Slide 17 - Slide

Huiswerk



Maken: 
Paragraaf 1.3
Opdracht 1, 2ab, 3, 5, 6 en 8

Maandag 5 oktober - 1e uur

Slide 18 - Slide