B1G B1H 14022018

Le programme d'aujourd'hui
Questions/réponses et contraires
Overhoren section G
Activité en classe
Exercice: se présenter

1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Le programme d'aujourd'hui
Questions/réponses et contraires
Overhoren section G
Activité en classe
Exercice: se présenter

Slide 1 - Slide

Questions/réponses et contraires
Comment on dit 'réponses' en néerlandais?
Et 'contraires'?

Slide 2 - Slide

Les réponses...
- Réponse(s) = antwoord(en)
- Contraire(s) = tegenovergestelde(n)

Wie kent er nog meer???

Slide 3 - Slide

Comment on traduis:
différent
timer
0:06
A
makkelijk
B
mogelijk
C
moeilijk
D
anders

Slide 4 - Quiz

Traduis en français:
liedje
timer
0:06
A
école
B
chanson
C
rap
D
ensemble

Slide 5 - Quiz

Traduis en néerlandais:
répète
timer
0:06
A
herhaalt
B
raapt op
C
leert
D
probeert

Slide 6 - Quiz

Comment on dit en français:
vriend
timer
0:06
A
gardienne
B
patte
C
ami
D
copain

Slide 7 - Quiz

Traduis en néerlandais:
frère
timer
0:06
A
vader
B
broer
C
neef
D
opa

Slide 8 - Quiz

Comment on dit en français:
school
timer
0:06
A
école
B
gardienne
C
soeur
D
chose

Slide 9 - Quiz

Traduis en néerlandais:
fois
timer
0:06
A
zus
B
rap
C
laat zien
D
keer

Slide 10 - Quiz

Traduis en français:
laat zien
timer
0:06
A
essaie
B
présente
C
ramasse
D
sort

Slide 11 - Quiz

Activité en classe
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Exercice: se présenter
Wat ga je doen? Jezelf voorstellen/presenteren en français

Hoe ga je dat doen? Tout seul (alleen), sur une feuille.

Welke hulp mag je gebruiken? Zie volgende slide.
Hoeveel tijd heb je? Jusqu'à 9:45/10:55.
Wat is de uitkomst? = devoirs pour jeudi. Tu vas présenter en classe!
Wat doe je als je klaar bent? Continue avec les feuilles d'activité

Slide 13 - Slide