Kerst verhaal

• NT2
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Kerst verhaal

We gaan vragen maken over het Kerstverhaal van 3b

Wanneer speelde het verhaal zich af?

1. Een ochtend in januari
2. Een avond in januari
3. Een ochtend in december
4. Een avond in december

Op wie lijkt de mentor van 3b?

1. Sinterklaas
2. De kerstman
3. Brad Pitt
4. De paashaas

Hoeveel alina's heeft de tekst?

1. 5
2. 6
3. 8
4. 7

In de 2e alina staat: "mysterieuze glimlach".
Wat beteken mysterieus?

1. Raadselachtig
2. Griezelig
3. Eng
4. Angstig

Wat is een speurtocht?

1. Dat is een lopend buffet.
2. Dat is een route waarin je opdrachten moet doen.
3. Het is een soort van vossenjacht

In alina 3 staat het woored "gejuich".
Wat betekend gejuich?

1. Enthousiast roepen
2. Boos roepen

In alinia 6 staat het woord "lekkernijen"
Wat betekend dat?

1. Lekkere dingen die je kunt eten.
2. Mooie mensen.

In alina 5 staat het woordje "hen".
Naar wie verwijst dit woordje?

1. De kerstman
2. Meneer Wijbenga
3. De leerlingen
4. Msgana & Hermela

In alina 5 staat het woordje "hem"
Waar verwijst dat naar?

1. De kersman
2. De deur
3. het schouwspel
4. Meneer Wijbenga