Alledaagse helden
1 / 11
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vraag 1: Hoe wordt het onderwerp van deze tekst ingeleid?
A
door 1 en 2
B
door 2 en 3
C
door 3 en 4
D
door 1 en 4
Slide 2 - Quiz
Vraag 2: Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 3?
A
Buitengewone moed
B
Criteria
C
Nederland soepeler
D
Vragenlijsten
Slide 3 - Quiz
Vraag 3: Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 4?
A
Fysieke kwaliteiten
B
Kenmerken helden
C
Mannen en vrouwen
D
Normen en waarden
Slide 4 - Quiz
Vraag 4: Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van deel 5?
A
Joodse en niet-joodse helden
B
Oorlog en vrede
C
Pijn lijden
D
Soorten helden
Slide 5 - Quiz
Vraag 5: welke twee kenmerken zijn dat?
Slide 6 - Open question
Vraag 6: Wat is het verband tussen alinea 5 en 6?
A
uitwerking
B
afzwakking
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 7 - Quiz
Vraag 7: Welke alinea sluit het beste aan?
A
6
B
8
C
9
D
11
Slide 8 - Quiz
Vraag 8: Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte weer?
A
Helden zijn...
B
In Amerika...
C
Mannelijke actiehelden...
D
Jonge helden...
Slide 9 - Quiz
Vraag 9: Waarvan maakt de schrijver in deze tekst gebruik?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3
Slide 10 - Quiz
Vraag 10: Wat is het voornaamste doel van deze tekst?
A
gevoelens tot...
B
informeren
C
overtuigen
D
tot handelen aanzetten
