Structuur

TEKENEN
1 / 22
next
Slide 1: Slide
TekenenMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

TEKENEN

Slide 1 - Slide

Beeldaspect
Structuur/textuur

Slide 2 - Slide

In de beeldende kunst werken we met BEELDASPECTEN:


STRUCTUUR - KLEUR - LICHT - RUIMTE - COMPOSITIE - VORM - TEXTUUR



De komende opdrachten gaan over STRUCTUUR. 


Wat is STRUCTUUR eigenlijk?

Slide 3 - Slide

STRUCTUUR

STRUCTUUR ontstaat door een herhaling van vormen en/of lijnen. 

Hierdoor ontstaat vaak een PATROON. 

We noemen een STRUCTUUR soms ook TEXTUUR. 


We kunnen met deze herhaling spelen d.m.v.

1- afstand tussen de vormen/lijnen

    2- grootte van de vormen/lijnen

        3- afwisseling in vormen/lijnen

            4- dikte van de vormen/lijnen

                5- richting van de vormen/lijnen

                     enz.

Slide 4 - Slide

1.- Structuur door afstand tussen de vormen/lijnen


Slide 5 - Slide

2.- Structuur door grootte van de vormen/lijnen


Slide 6 - Slide

3.- Structuur door afwisseling in vormen/lijnen


Slide 7 - Slide

4.- Structuur door dikte van de vormen/lijnen


Slide 8 - Slide

5.- Structuur door richting van de vormen/lijnen


Slide 9 - Slide

Kun je zien hoe het voelt?
QUIZTIME!

Slide 10 - Slide

Kun je zien hoe deze textuur voelt?
A
Zacht
B
Ruw
C
Stekelig
D
Bobbelig

Slide 11 - Quiz

Kun je zien hoe deze textuur voelt?
A
Zacht
B
Ruw
C
Stekelig
D
Bobbelig

Slide 12 - Quiz

Kun je zien hoe deze textuur voelt?
A
Zacht
B
Ruw
C
Stekelig
D
Bobbelig

Slide 13 - Quiz

Texturen zijn...
...eigenschappen van voorwerpen die je kunt zien en voelen. Een ritme in vorm wat steeds terugkomt.
(Herhaling van vormen)

Voorbeelden: Ribbelig, bobbelig, stekelig, harig, fluwelig, glad, hard, zacht

Slide 14 - Slide

Stofuitdrukking
Je kunt een bestaande structuur namaken in een ander materiaal

Dat kan bijvoorbeeld door te 
- tekenen
- schilderen
- boetseren
- beeldhouwen

Een in een ander materiaal nagemaakte textuur heet de stofuitdrukking van die textuur. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

OPDRACHT 1
Structuren kopiëren en zelf bedenken
1. Teken een rechthoek van 10x15 cm. Verdeel deze in vierkantjes van 5x5 zoals het voorbeeld.

2. Teken in de linkerkolom 1 structuur na van opdracht A, in de rechterkolom teken je 5 zelfbedacht structuren. Denk aan herhaling in grootte, afstand, dikte en richting. 

3. Je gebruikt direct eenkroontjespen.
Je schetst dus niet eerst met je potlood!

Slide 17 - Slide

Opdracht 2

Slide 18 - Slide

Opdracht 2 - creepy creature
We maken gezamenlijk een enorm wezen met allerlei gekke texturen. 

1. teken de omtrek van jouw gedeelte van het wezen. Hij loopt van links naar rechts of van boven naar beneden, of in een bocht. Hij is dun of dik, heeft pootjes of niet, of misschien vleugeltjes? Als het maar op je blad past en textuur heeft! De afstand van de lijnen aan de rand is wel vast, anders past het wezen niet aan de rest van zijn lijf. 

2. vul jouw gedeelte van het wezen in met verschillende texturen. Is zijn huid harig, stekelig, hobbelig, bobbelig, ruw of anders? Denk aan herhaling in grootte, afstand, dikte en richting. 

3. Gebruik fineliner. 

Slide 19 - Slide

Opdracht C - creepy apple?
We maken gezamenlijk een enorm wezen met allerlei gekke texturen. 

1. teken de omtrek van jouw gedeelte van de appel. Hij loopt van links naar rechts of van boven naar beneden, of in een bocht. Hij is dun of dik, heeft pootjes of niet, of misschien vleugeltjes? Als het maar op je blad past en textuur heeft! De afstand van de lijnen aan de rand is wel vast, anders past het wezen niet aan de rest van zijn lijf. 

2. vul jouw gedeelte van het wezen in met verschillende texturen. Is zijn huid harig, stekelig, hobbelig, bobbelig, ruw of anders? Denk aan herhaling in grootte, afstand, dikte en richting. 

3. Gebruik fineliner of kroontjes pen en inkt.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Beoordeling
  • Variatie in texturen.
  • Hele wezen gevuld met de textuur (geen witte stukken).
  • Originele texturen.
  • Hoe meer detail, hoe beter.
  • Netjes en zorgvuldig gewerkt met fineliner.
  • Voornaam, Achternaam en klas, rechtsonderin.
  • Duidelijke foto in je KunstPortfolio (Titelbalk met opdrachtnaam en datum).

Slide 22 - Slide