Theorievragen WKJ

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Is de beweging een fijne of een grove motoriek?
Kies de juiste woorden.

Brood snijden: ...(1)... motoriek
Koffie zetten: ...(2)... motoriek
Tanden poetsen: ...(3)... motoriek
Trap lopen: ...(4)... motoriek

1. 1 fijne, 2 fijne, 3 fijne, 4 grove
2. 1 grove, 2 fijne, 3 fijne, 4 grove
3. 1 fijn, 2 grove, 3 fijne, 4 grove
4. 1 fijne, 3 fijne, 3 grove, 4 fijne

Een baby moet na de flesvoeding
een boertje laten.
Waarom is dat belangrijk?

1. omdat hij anders stikt in de flesvoeding
2. omdat hij anders niet kan slapen
3. omdat hij dan minder last krijgt van krampjes
4. omdat hij dan minder risico heeft op een zuivelallergie

Wat betekent eenkennigheid?

1. Het kind vindt iedereen lief
2. Het kind is erg gericht op een paar mensen
3. Het kind wil alleen maar met blokken spelen
4. Het kind is positief ingesteld

Wanneer zijn meisjes geslachtsrijp?

1. als ze 12 jaar zijn
2. als ze tiener worden
3. als ze menstrueren
4. als de borsten beginnen te groeien

Jongens worden over het algemeen........geslachtsrijp dan meisjes. Wat hoort er op de puntjes te staan?

1. iets eerder
2. op dezelfde leeftijd
3. later

De bso is voor kinderen van

1. 0 - 4 jaar
2. 2 1/2 - 4 jaar
3. 4 - 12 jaar
4. 8 - 12 jaar

Waar horen deze woorden bij:
non-verbaal, verbaal, actief luisteren, LSD, open vragen, gesloten vragen

1. luisterverhaal
2. je oma helpen
3. communiceren
4. empathie

Verbaal en non-verbaal.
Welke zijn juist?

1. Verbaal betekent jezelf uitdrukken door middel van taal.
2. Non-verbaal betekent jezelf uitdrukken door middel van uitdrukkingen en gebaren (zonder woorden).
3. Non-verbaal betekent jezelf uitdrukken door middel van taal.
4. Verbaal betekent jezelf uitdrukken door middel van uitdrukkingen en gebaren (zonder woorden).

Wat zijn interculturele ontmoetingen?

1. Ontmoetingen tussen mensen met verschillende culturele interesses
2. ontmoetingen tussen mensen die verschillende landen hebben bezocht
3. ontmoetingen tussen mensen met verschillende culturele achtergronden
4. ontmoetingen tussen mensen met verschillende opvattingen over cultuur

Leren kruipen valt onder de ……. ontwikkeling

1. cognitieve
2. sociale
3. lichamelijke
4. emotionele

         3 

maanden

12 tot 14 maanden

10 tot 11 maanden

        9 maanden

        6 maanden

Staan

Omrollen, hoofdje optillen

Eerste pasjes

Zitten (met hulp)

Kruipen

Bevat een energieverrijkt dieet meer of minder calorieën

1. Meer calorieën
2. minder calorieën

Onder welke categorie van diëten valt een dieet met minder caloriën?

1. Voedingsstof beperkende diëten
2. Voedingsstof intolerante diëten
3. Voedingsstof verrijkte diëten
4. Voedingsstofvrije diëten

Zet in de juiste volgorde: 

1

2

3

4

Ramen zemen kozijnen schoonmaken

Vloer moppen. 

Spinrag van het plafond halen

Vensterbank schoonmaken

Carla heeft in een gezin gewerkt waar helemaal geen dierlijke producten werden gebruikt.
Het was lastig om daar een gezonde maaltijd te bereiden.
Hoe noem je die voedingsgewoonte

1. veganistisch
2. ecologisch.
3. Lacto-vegetarisch
4. Moslim

Juf Monique vraagt jou om een boekje voor ouders/verzorgers te maken met ideeën voor gezonde maaltijden. Je hebt het volgende gerecht bedacht:

Maaltijd: zalm met wokgroenten, gebakken in vloeibaar bak-en-braadvet.
Toetje: magere kwark met fruit
Drinken: water
Er ontbreekt nog iets uit de Schijf van Vijf, namelijk uit het vak:

1. Brood, graanproducten en aardappelen
2. Dranken
3. Smeer- en bereidingsvetten
4. Zuivel, noten, vis, peulvruchten, vlees en ei

Hoort bij kinderen rond 2 jaar, zoals met een autootje spelen.

Kinderen spelen naast elkaar, zonder interactie.

Kinderen imiteren, zoals vader en moedertje.

DIngen maken met blokken.

Samenspelen.

Samenwerken in een spel. Regels en afspraken maken.

Kind kijk toe, maar speelt niet mee.

Functioneel

Parallel

Fantasie

Constructief

Associatief

coöperatief

Toekijkend

Hier zie je een...…...motoriek

1. Fijne motoriek
2. Grove motoriek
3. Algemene motoriek
4. Kleine motoriek

Wat houdt motoriek in:

1. Motoriek is het vermogen om te bewegen.
2. Is een soort van emotie.
3. Motoriek is het vermogen om te denken.
4. Motoriek is een speelgoed.

Wat is een kenmerk van een verwaarlozende (laisser-faire) opvoedingsstijl

1. De ouders hebben veel controle
2. De ouders geven structuur
3. De ouders geven geen liefde
4. De ouders geven geen regels.

Ik word boos als je blijft zeuren. Je blijft in je buggy omdat ik dat wil!
Welke opvoedingsstijl hoort bij deze uitspraak

1. democratisch
2. autoritair
3. Verwaarlozende
4. toegeeflijke

Ik zie je morgen!

1. informele taal
2. formele taal

cariës is....

1. een gaatje in het tandglazuur
2. het ontbreken van verstandskiezen
3. een scheefstaand gebit
4. tandsteen

wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie?

1. smakken tijdens het eten
2. een gezichtsuitdrukking
3. praten
4. schreeuwen

Wat is een kenmerk van een democratische opvoedingsstijl?

1. De ouders overleggen met het kind
2. De ouders beslissen alles
3. De ouders denken niet aan het kind
4. De ouders laten het kind beslissen

wat is converseren?

1. een gesprekje voeren
2. een toets maken
3. een mail versturen
4. een compliment geven

In een …………………………………………… groep is niet iedereen even oud. 

In een ……………………………………………………. groep is iedereen even oud. 

In een ……………………………………………………. groep hebben de kinderen dezelfde kenmerken. 

In een ……………………………………………………. groep hebben de kinderen verschillende kenmerken. 

Hetero gene 

Horizontale 

Homogene 

Verticale groep

Peuterspeelzalen of kinderdagverblijven kunnen VVE geven. Dat wil zeggen

1. vroege opvang voor elk kind
2. voorkomen van ellende
3. voor- of vroegschoolse educatie
4. voortgang van schoolse educatie

Welke activiteit draag het meest bij aan de ontwikkeling van het sociale aspect van een peuter.

1. Zo veel mogelijk thuis blijven.
2. Spelen in een omgeving waar de peuter ander kinderen ontmoet, zoals een kinderopvang of speeltuin.
3. Spelen met het juiste speelgoed.
4. Geen activiteit, want de sociale ontwikkeling begint pas na de ontwikkeling van de motoriek.

Op een kinderdagverblijf heb je verticale groepen. Dit betekent dat

1. iedereen even oud is
2. iedereen niet even oud is