Hygiene en veiligheid hoofdstuk 3 KAS

Hygiene en veiligheid
Hoofdstuk 3 KAS
1 / 80
next
Slide 1: Slide
horecaPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

This lesson contains 80 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hygiene en veiligheid
Hoofdstuk 3 KAS

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Hygiëne in de keuken

Slide 3 - Slide

Korte introductie
Vandaag gaan we het hebben over HACCP en hygiënecode.
HACCP gaat over hygiëne en schoonhouden.
Hygiënecode zijn de HACCP-regels zoals ze gelden voor de horeca. 
In het programma de 'Smaakpolitie' krijg je al een indruk waar op gelet wordt bij de HACCP in de horeca.
Kijk maar eens naar het volgende stukje van de 'smaakpolitie'.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Waarom is hygiëne
zo belangrijk in de
horeca?

Slide 6 - Mind map

Hoe houd jij rekening met
hygiëne op je stage of
in de les?

Slide 7 - Mind map

Hygiene betekent dat je jezelf en de dingen om je heen schoon moet houden.

In de horeca bestaan hier vaste regels voor.
Deze staan in de HACCP en Hygiencode

Slide 8 - Slide

HACCP?

Slide 9 - Mind map

Hazard
Analysis
Critical
Controle
Points

Gevaren
Analyseren op 
Kritieke
Controle
Punten
HACCP

Slide 10 - Slide

HACCP
In de horeca werk je volgens de HACCP-richtlijnen. Dat betekent dat je vooral op 2 dingen let:
  • je onderzoekt of er iets is wat de veiligheid van het voedsel in gevaar kan brengen
  • je voorkomt gevaar tijdens de voedselverwerking
HACCP
staat voor
Simpel gezegd betekent dit 2 dingen: 
  • je onderzoekt of er gevaar is voor de veiligheid van jouw voedsel 
  • je voorkomt of vermindert gevaar voor de voedselveiligheid
De Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit (NVWA) controleert horecabedrijven of ze zich wel aan de HACCP-regels houden

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

De hygiene code is een boek waarin alle HACCP regels beschreven staan.

ALLE bedrijven die voedsel maken of verkopen moeten zich aan deze regels houden.

Slide 13 - Slide

Hoe kun je werken volgens HACCP:
houdbaarheid en temperatuur van producten controleren 
wassen van je handen
apparatuur goed schoonmaken
werkbank goed schoonmaken
producten voorzien van houdbaarheidsstickers
werken volgens schoonmaakrooster

Slide 14 - Slide

Hygiënisch werken
  • Zorg voor goede persoonshygiëne
  • Maak goed en regelmatig schoon
  • Volg het schoonmaakrooster
  • Vul op het schoonmaakregistratieformulier in als je een taak hebt gedaan

Slide 15 - Slide

Hier staat hoe vaak de schoonmaak-taak moet worden gedaan
Hier staat welke schoonmaak-taak je moet doen
Vink de schoonmaak-taak af als je hem hebt gedaan

Slide 16 - Drag question

timer
10:00

  • Maak nu de opdrachten die horen bij hoofdstuk 3.1
  • Als je een vraag lastig vindt: 
Zelfstandig werken
  1. Lees je de tekst die bij hoofdstuk 3.1 hoort
  2. overleg je fluisterend met een klasgenoot
  3. vraag je de docent om hulp

Slide 17 - Slide

Controleren
Vraag 2 Voedselveilig werken
Vraag 3 HACCP verplicht
Vraag 4 Schoonmaakrooster
Vraag 5 Schoonmaakregistratie
Vraag 6 Voedselveiligheid

Slide 18 - Slide

Voedselveilig werken bij Mc Donalds

Mc Donalds vindt voedselveilig werken erg belangrijk. Het zou een ramp zijn voor de naam van het bedrijf als er mensen ziek worden nadat ze gegeten hebben bij Mc Donalds.
In het volgende filmpje zie je hoe Mc Donalds voedselveilig werken aanpakt.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Is het verplicht om via het HACCP-systeem te werken in de horeca?
A
Nee
B
Ja
C
Alleen voor restaurants
D
Alleen als de kok het wil

Slide 22 - Quiz

Welke instantie controleert levensmiddelenbedrijven op voedselveiligheid?
A
KNJV
B
NVWA
C
KNS
D
ANWB

Slide 23 - Quiz

Welke taak moet Aurek
vandaag nog uitvoeren?
A
Ramen zemen
B
Vloer restaurant dweilen
C
Stoelen afnemen
D
Bar schoonmaken

Slide 24 - Quiz

Wat doe je als je volgens HACCP werkt?
A
onderzoeken en voorkomen van gevaren voor voedsel
B
je houdt de temperatuur van elk gerecht bij
C
je wast heel vaak je handen
D
je houdt schoonmaaklijsten bij

Slide 25 - Quiz

De horeca moet ook werken volgens HACCP-normen. Waarin staan deze HACCP-regels voor de horeca uitgewerkt?
A
CBL-Hygiënecode
B
HACCP
C
Hygiënecode
D
Hygiënehandboek voor de horeca

Slide 26 - Quiz

Op welke manier ben jij verantwoordelijk voor de voedselveiligheid?
A
voedsel niet in gevaar te brengen bij het kopen
B
voedsel niet in gevaar te brengen bij het bereiden
C
voedsel niet in gevaar te brengen bij het bewaren
D
bij alle drie de manieren

Slide 27 - Quiz

3.2 BEDRIJFSHYGIENE

Slide 28 - Slide

Bedrijfshygiëne 

Bedrijfshygiëne = schoonmaken en schoonhouden van het bedrijf.
Dit doe je door schoon te maken, maar ook door ervoor te zorgen dat het bedrijf is ingericht met makkelijk schoon te maken materiaal.

Slide 29 - Slide

Hoe moet dit zeker niet!!!
Kijk maar eens mee naar het volgende filmpje!

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Zo ook niet

Slide 32 - Slide

Bedrijfshygiëne: hoe dan?

  • Zorg voor goed schoon te maken materialen (bijv: RVS werkplekken)
  • Controleer of er geen spullen kapot zijn
  • Maak de spullen schoon op de juiste manier
  • Zorg dat je af en toe een raam of deur open zet, maar voorkom ongedierte.
  • Denk aan kranen, deurklinken en 
    afvoerputjes bij de schoonmaak
  • Ruim schoonmaakmiddelen  correct op.
Slechte bedrijfshygiëne vergroot de kans op ongedierte.

Slide 33 - Slide

Ongedierte
Macro-organismen:
  • ongedierte die je met het blote oog kunt zien
  • Voorbeelden: muizen, ratten, vliegen, spinnen
  • Muizen en ratten kunnen verpakkingen stuk knagen.
Ongedierte
macro-organisme
  • Kun je zien met het blote oog
  • bijv: muizen, ratten, vliegen, spinnen
  • muizen en ratten kunnen verpakkingen open knagen
micro-organisme
  • Niet zichtbaar met het blote oog, tenzij er veel samen zijn
  • bijv: bacteriën, gisten, virussen en schimmels
  • zorgen vaak voor voedselbederf of ziek worden van mensen
  • Zijn soms nuttig ; Denk aan gist in brood of
    schimmels in
    schimmelkaas

Slide 34 - Slide

Micro-organismen
Macro-organismen
Schimmels
Kakkerlakken
Muizen
Bacterien
Gisten
Duiven
Vliegen
Katten

Slide 35 - Drag question

Plekken waar je schadelijke micro-organismen zitten
Slecht schoongemaakte of bewaarde producten
Niet goed schoon-gemaakte apparaten
Niet goed schoon-gemaakte ruimtes

Slide 36 - Slide

Wat is het?
Een rat is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 37 - Quiz

Wat is het?
Schimmel is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 38 - Quiz

Wat is het?
Gist is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 39 - Quiz

Wat is het?
Een vlieg is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 40 - Quiz

Wat is het?
Een muis is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 41 - Quiz

Wat is het?
Een virus is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 42 - Quiz

Lees paragraaf 3.2 door en maak de bijbehorende vragen.

Daarna kijken we het samen na
timer
10:00

Slide 43 - Slide

3.3 Schoonmaakmiddelen

Slide 44 - Slide

Schoonmaakmiddelen
  • In de horeca is het belangrijk om goed schoon te maken, vanwege hygiëne.
  • Je moet wel weten welk schoonmaakmiddel waarvoor geschikt is.
  • Als je schoonmaakt moet je op de verpakking van het schoonmaakmiddel kijken hoeveel schoonmaakmiddel je moet gebruiken. Als je te veel schoonmaakmiddel gebruikt, gaat de oppervlakte plakken of blijft er schoonmaakmiddel achter, waardoor resten in het eten terechtkomen.
  • Berg schoonmaakmiddelen altijd in een aparte ruimte (niet de keuken) op, om te voorkomen dat het schoonmaakmiddel in het eten terecht komt.
  • Let op dat je schoonmaakmiddelen goed afgesloten opruimt. Zo mors je niet.

Slide 45 - Slide

Schoonmaakmiddelen

Vloerreiniger
  • voor het reinigen van de vloer
Spoelmiddel voor het koffiezetapparaat
  • voor het reinigen van de binnenkant van het koffiezetapparaat

Slide 46 - Slide

Schoonmaakmiddelen

Spoelmiddel voor glaswerk
  • om in de spoelbak van het glaswerk toe te voegen.
  • zorgt voor glans op het glaswerk.
Ontvetter
  • voor het  reinigen van vette oppervlakten.

Slide 47 - Slide

Schoonmaakmiddelen

Soda
  • om glas te ontvetten
Allesreiniger
  • voor het  dagelijks schoonmaakwerk.
  • geschikt voor vloeren, werkbanken, muren enz.

Slide 48 - Slide

Schoonmaakmiddelen

Bleekmiddel
  • voor het reinigen van toiletten
Glassex
  • voor het  gebruik op ramen en spiegels

Slide 49 - Slide

Schoonmaakmiddelen

Afwasmiddel
  • voor gebruik bij de handafwas
Schuurmiddel
  • voor het  schoonmaken van vieze oppervlaktes, waar het 
    vuil erg vast zit.

Slide 50 - Slide

Maak zo snel mogelijk een foto van een schoonmaakmiddel voor de afwas

Slide 51 - Open question

Ongedierte
Macro-organismen:
  • ongedierte die je met het blote oog kunt zien
  • Voorbeelden: muizen, ratten, vliegen, spinnen
  • Muizen en ratten kunnen verpakkingen stuk knagen.
Waarschuwingen
Schoonmaakmiddelen kunnen gevaarlijk zijn. Om aan te geven wat er gevaarlijk is, staan er tekens op. 
Op de volgende pagina's leggen we de tekens uit.

Slide 52 - Slide

Brandbaar
  • kan makkelijk in brand vliegen.
  • niet gebruiken in de buurt van vuur

Slide 53 - Slide

Ontplofbaar
  • kan makkelijk ontploffen in de buurt van vuur.
  • niet gebruiken in de buurt van vuur

Slide 54 - Slide

Oxiderend
  • kan makkelijk gaan branden als het in aanraking komt met een andere brandbare stof.
  • niet mengen met andere middelen

Slide 55 - Slide

schadelijk voor het milieu

  • schadelijk voor planten en dieren als het in het milieu terecht komt.

Slide 56 - Slide

schadelijk voor huid, ogen en slokdarm
 
 

  • kan brandwonden veroorzaken bij contact met huid
  • gebruik handschoenen

Slide 57 - Slide

Giftig
  • Als je deze stof inademt of op je huid komt, kun je verwondingen krijgen of zelfs doodgaan.
  • niet inademen, niet aanraken, handschoenen gebruiken.

Slide 58 - Slide

Gezondheids-risico

  • Als je dit middel inademt, inslikt of aanraakt, kan het slecht zijn voor je gezondheid
  • Voorzichtig gebruiken.

Slide 59 - Slide

Schoonmaakmaterialen

Voor verschillend schoonmaakwerk, heb je verschillende materialen nodig.
schoonmaakdoekjes
  • voor allerlei schoonmaakwerk (afzuigkappen, muren, enz.)
  • verschillende taken met verschillende kleuren doekjes
microvezeldoekjes
  • voor allerlei schoonmaakwerk (afzuigkappen, muren, enz.)
  • Verschillende taken met verschillende kleuren doekjes. (De wc maak je met een ander kleur doekje schoon dan een tafel.)

Slide 60 - Slide

Schoonmaakmaterialen

Papierrol
  • voor het opvegen van viezigheid op de grond (knoeien)
  • voor het drogen nadrogen van werkplekken
  • voor het afdrogen van je handen
schoonmaakborstel
  • voor het schoonmaken van vastzittend vuil op werkbanken of tegels.

Slide 61 - Slide

Schoonmaakmaterialen

Schrobber
  • voor het schoonmaken van de vloer (schrobben)
Trekker voor de vloer
  • voor het droogmaken een vloer.

Slide 62 - Slide

Schoonmaakmaterialen

Zeem
  • voor het schoonmaken van ramen 
Handtrekker of raamtrekker
  • Voor het droogmaken van ramen
  • voor het droogmaken van werkplekken

Slide 63 - Slide

Schoonmaakmaterialen

Afwasborstel
  • om te gebruiken bij de handafwas 
Staalsponsje
  • Voor het schoonmaken van aangebrande pannen

Slide 64 - Slide

Schoonmaakmaterialen

Theedoek
  • Voor het afdrogen van de vaat 
Poleerdoek
  • Voor het poleren van glaswerk, servies en bestek
  • poleren = het verwijderen van water- en vingervlekken 

Slide 65 - Slide

Lees paragraaf 3.3 door en maak de vragen.



Daarna kijken we het samen na.


timer
15:00

Slide 66 - Slide

Slide 67 - Slide

Welk symbool betekent brandbaar?

A
B
C
D

Slide 68 - Quiz

Als je dit symbool ziet staan op een schoonmaakmiddel, waar moet je
dan op letten bij het gebruik?

A
handschoenen gebruiken
B
niet mengen met andere schoonmaakmiddelen
C
niet buiten gebruiken, omdat het slecht is voor het milieu
D
niet inademen

Slide 69 - Quiz

Als je dit symbool ziet staan op een schoonmaakmiddel, waar moet je
dan op letten bij het gebruik?

A
handschoenen gebruiken
B
niet mengen met andere schoonmaakmiddelen
C
niet buiten gebruiken, omdat het slecht is voor het milieu
D
niet inademen of op de huid laten komen

Slide 70 - Quiz

Waarvoor gebruik je dit schoonmaakmateriaal?

A
om een raam droog te maken
B
om de vloer schoon te maken
C
om een vloer droog te maken
D
om een werkbank schoon te maken

Slide 71 - Quiz

Waarvoor gebruik je dit schoonmaakmateriaal?

A
om een raam droog te maken
B
om de vloer schoon te maken
C
om een vloer droog te maken
D
om een werkbank schoon te maken

Slide 72 - Quiz

Welk voorwerp gebruik je voor het reinigen van aangebrande pannen?

A
B
C
D

Slide 73 - Quiz

Welk schoonmaakmiddel kun je gebruiken voor het reinigen van de muren?

A
schuurmiddel
B
afwasmiddel
C
allesreiniger
D
ontvetter

Slide 74 - Quiz

Welk schoonmaakmiddel kun je gebruiken voor de handafwas?
A
schuurmiddel
B
afwasmiddel
C
allesreiniger
D
ontvetter

Slide 75 - Quiz

Paragraaf 3.4 Werkplek schoonmaken

Slide 76 - Slide

Werkplek schoonmaken/reinigen


Schoonmaken van een werkplek is nodig om zichtbaar vuil te verwijderen.
Om onzichtbare bacteriën te verwijderen, moet een werkplek ook nog gereinigd worden. Dit reinigen doe je met desinfecterend middel dat de bacteriën doodt.

Slide 77 - Slide

Opdracht
  • Maak tweetallen. 
  • Nummer 1 leest de instructiekaart 'werkbank schoonmaken' door. Nummer 2 leest de instructiekaart ' fornuis schoonmaken' door.
  • Allebei klaar?
  • Nummer 1 geeft de instructiekaart door aan nummer 2. Dan vertelt nummer 1 aan nummer 2 hoe je de werkbank goed schoonmaakt. Nummer 2 controleert dit met de werkkaart. Let vooral op welke materialen gebruikt moeten worden en op welke volgorde dingen gedaan worden.
  • Nu is nummer 2 aan de beurt: geef de instructiekaart 'Fornuis schoonmaken' aan nummer 1. Vertel dan hoe je een fornuis goed schoonmaakt. Nummer 1 controleert het met de instructiekaart. Let vooral op welke materialen nodig zijn en de volgorde.

Slide 78 - Slide

Welke opdracht vond jij het leukst om te doen vandaag?
De quizvragen
De opdracht in 2-tallen
De foto-maak-opdracht

Slide 79 - Poll

Slide 80 - Slide