Today
Grammar ik, jij, hij: I, you, he p. 13
Grammar zijn: tegenwoordige tijd p. 15
1. Do exc. 8B, C and 9B together p. 14 - 15
2. Weektaak
HOE DOE JE DAT?1. Je mag zachtjes met je buurman/vrouw overleggen over de opdracht!!
2. Je mag zelf beslissen waar je aan begint.
3. Question? -->
Als je de beurt hebt
gekregenmag je de
vraag stellen