Oefentoets Brandon Brown dit la vérité - chapitre 1 tot 5

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Brandon Brown dit la vérité

Chapitre 1 tot 5 

Oefentoetsje 

Let op: 3 vragen per hoofdstuk 

Qui appelle Brandon?
(in het begin van het verhaal)

1. Sa maman
2. Son papa
3. Son ami, Jake
4. Sa soeur, Katie

Qu'est-ce que Brandon joue?

1. Candy Crush
2. Minecraft
3. Fortnite
4. Nascar

Vertaal: il ne prend pas sa maman au sérieux

1. Hij luistert niet serieus naar zijn moeder
2. Hij neemt zijn moeder niet serieus
3. Zijn moeder is serieus en boos
4. Hij hoort zijn moeder niet binnen komen

Brandon a un problème. Le portable est ...

1. noir
2. petit
3. détruit
4. furieux

Qu'est-ce qu'il y a sur le sofa?

1. le chocolat
2. le Chupa Chups
3. le Twix
4. le Jolly Rancher

Vertaal: participer au concours

1. mee doen aan de wedstrijd
2. de wedstrijd winnen
3. de wedstrijd kijken
4. de wedstrijd verliezen

Qui entend la dispute (de ruzie)?

1. Katie
2. Brandon
3. La mère
4. Le père

Il est évident que Brandon a volé le Jolly Rancher. Waarom?

1. Hij geeft het toe
2. Zijn mond is dezelfde kleur als het snoepje
3. Katie heeft het gezien
4. Zijn zakken zit vol met snoeppapiertjes

Vertaal: sous le sofa

1. Op de bank
2. Achter de bank
3. Tussen de bank
4. Onder de bank

Est-ce que Landon a un frère ou une soeur?

1. un frère
2. une soeur

Qu'est-ce que Landon préfère

1. protéger les animaux
2. jouer avec les animaux
3. manger les animaux

Wat gebeurt er in het verhaal van de vader?

1. Er komt een leeuw en die eet de dieren en Landon
2. De vader wordt opgegeten door de leeuw
3. De familie luister niet meer naar Landon
4. De ouders willen Landon nooit meer zien

Waarom wil Brandon niet gaan eten?

1. Hij wil televisie kijken
2. Hij wil het berichtje schrijven
3. Hij wil Nascar spelen
4. Hij wil bij vrienden langs gaan

Vertaal: accuser

1. spelen
2. roepen
3. beschuldigen
4. horen

Volgens Katie zijn er logische gevolgen voor:

1. broertjes die NOOIT de waarheid zeggen
2. broertjes die hun ouders voor de gek houden
3. broertjes die snoepjes stelen
4. broertjes die telefoons kapot maken