hoofdletters en haben,sein

• duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Großbuchstaben (hoofdletters)

uitleg over het gebruik van hoofdletters

en de toepassing ervan in het Duits.

Wanneer gebruiken we hoofdletters in het Duits? Wat weet je al? Noem woorden of categorieën van woorden.

Wat schrijven we met een hoofdletter in het Duits?

De belangrijkste regels zijn:

1. aan het begin van een zin

2. eigennamen ( Peter, Maria....)

3. geografische namen (Berlin, Europa.....)

4. het Duitse "U" ( Sie)

5. alle zelfstandige naamwoorden (dus waar je "de" of "het" ervoor kan zetten)

Wanneer gebruiken we hoofdletters in het Nederlands?

vater of Vater?

1. vater
2. Vater

montag of Montag?

1. Montag
2. montag

deutschland of Deutschland?

1. Deutschland
2. deutschland

johan of Johan

1. johan
2. Johan

amsterdam of Amsterdam?

1. Amsterdam
2. amsterdam

guten tag! mein name ist otto.

1. tag, mein, otto
2. guten, tag, otto
3. guten, tag, mein, name
4. guten, tag, mein, name, otto

ich habe einen hund und eine katze.

1. ich
2. ich, hund
3. ich, hund, katze
4. ich, habe, hund, katze

letzte woche hatten wir herbstferien in brabant

1. letzte
2. letzte, woche
3. letzte, woche, herbstferien
4. letzte, woche, herbstferien, brabant

hallo herr müller, was machen sie da?

1. hallo
2. hallo, herr
3. hallo, herr, müller
4. hallo ,herr, müller, sie

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'het' in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'jij' in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'wij' in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'ze' (meervoud) in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'ze' (enkelvoud) in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'hij' in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'jullie' in het Duits.

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'u' (enkelvoud) in het Duits.

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je "das Buch" vervangen?

1. er
2. sie
3. es
4. Sie

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je "der Wagen" vervangen?

1. er
2. sie
3. es
4. Sie

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je "die Familie" vervangen?

1. er
2. sie
3. es
4. Sie

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je die Kinder vervangen?

1. er
2. sie
3. es
4. Sie

Gestern ... es viel geregnet.

1. habe
2. hast
3. hat
4. haben

... ihr die Eltern von Carola?

1. Bin
2. Bist
3. Sind
4. Seid

Paul ... drei Geschwister.

1. habe
2. hat
3. hast
4. haben

... du zwanzig Euro für mich?

1. Habe
2. Hat
3. Hast
4. Haben

Die Stiefmutter von Steffi ... sehr nett.

1. bin
2. bist
3. sind
4. ist

Ich ... die Mutter von Barbara.

1. bin
2. bist
3. seid
4. sind

Die Mädchen ... jünger als die Jungen.

1. ist
2. bist
3. sind
4. seid

... Sie viele Freunde in der Schweiz, Herr Müller?

1. Haben
2. Hat
3. Habt
4. hast

(Ik heb) drei Opas.

Wie viele Cousinen (heb jij)?

Martin ist zehn Jahre alt. (Hij is) sehr jung.

Michaela und Leonie, (hebben jullie) Zeit für mich?

Liebe Freunde, (zijn jullie) so nett, uns zu helfen?

Jan und ich machen oft Urlaub. (Wij zijn) jetzt in der Schweiz.

(Zij zijn) gute Freunde.

Das Mädchen kommt aus Österreich. (Het heeft) aber eine niederländische Mutter.

Hallo, Daniel, (ben jij) zu Hause?

Ja, (ik ben) zu Hause.

Heute (hebben we) schönes Wetter in Hamburg.

(Hebben jullie) Kinder?

Hören üben......

Seht euch diesen Film an und beantwortet die Fragen.

Viel Vergnügen!

00:43

Was bestellt der junge Mann?

00:55

Nehmen die beiden Sahne?

1. ja
2. nein

01:23

Was möchte das Mädchen gerne haben?

01:37

Wie ruft der junge Mann die Kellnerin?

1. Sorry
2. Fräulein
3. Entschuldigung
4. Hallo

01:52

Warum kann die Kellnerin die € 50 nicht annehmen?