Urinewegstelsel, bloed en bloedsomloop

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Urinewegstelsel, bloed en bloedsomloop

Welk orgaan zorgt voor de zuivering van je bloed?

1. Nieren
2. urineleiders
3. blaas
4. urinebuis

Hoeveel bloed wordt er dagelijks gezuiverd?

1. 1500-2000 ml
2. 1500-2000 L
3. 3000-5000 ml
4. 300-500 L

Waar in de nier wordt urine gefilterd?

1. Nierbekken
2. Nierkapsel
3. Niermerg
4. nierschors

Bloedcellen en plasma eiwitten worden ook gefilterd in de nieren

1. Juist
2. onjuist

Wat is de functie van het nierkanaaltje?

Je hebt geen invloed op de inwendige kringspier van je blaas

1. juist
2. onjuist

Wat is er aan de hand als urine troebel is?

Hoe ontstaat een nierbekken ontsteking?

Waar in het hart zit de aorta aangesloten?

1. linkerboezem
2. linkerkamer
3. rechterboezem
4. rechterkamer

In de longslagader wordt zuurstofrijk bloed vervoerd

1. juist
2. onjuist

Wat is de samenstelling van je bloed?

Wat is vasoconstrictie?

1. Bloedvaatverwijding
2. bloedvatvernauwing
3. Beschadiging van het bloedvat
4. haarvaatjes

Wat zorgt voor zuurstofvoorziening voor het hart?

1. aorta
2. hartzakje
3. kransvaten
4. onderste holle ader

Welke bloedgroep is de universele donor?

1. A
2. B
3. AB
4. O

Wat is het verschil tussen je bovendruk(systole) en onderdruk(diastole)?

Waar start je prikkelgeleidingssysteem van het hart?

1. AV knoop
2. Sinusknoop
3. Geleidingsvezels