What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Vraagwoorden
Vraagwoorden
1 / 52
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
ISK
This lesson contains
52 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vraagwoorden
Slide 1 - Slide
Welke vraagwoorden ken je al?
Slide 2 - Mind map
persoon
Slide 3 - Slide
Wie?
Wie is zij?
Wie zit naast jou?
Slide 4 - Slide
ding of
dier
Slide 5 - Slide
Wat?
Wat heb je in je tas?
Wat lees je?
Slide 6 - Slide
plaats
Slide 7 - Slide
Waar?
Waar kom je vandaan?
Waar woon je?
Slide 8 - Slide
getal
Slide 9 - Slide
Hoeveel?
Hoeveel kinderen heb je?
Hoeveel pennen heb je?
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Wanneer?
Wanneer ga je naar school?
Wanneer heb je een afspraak?
Slide 12 - Slide
woordvolgorde
Vraagwoord
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Hoeveel
boterhammen
werkwoord
bent
drink
koop
doe
eet
wie of wat
u?
je?
jij
je
jij
rest
groente?
boodschappen?
vandaag?
Slide 13 - Slide
Welke manier
Slide 14 - Slide
Hoe?
Hoe ga je naar school?
andere situaties..
Hoe laat is het?
Hoe oud ben je?
Hoe duur zijn de tomaten?
Slide 15 - Slide
Waarom?
Reden
Slide 16 - Slide
Waarom?
Waarom ben je te laat?
Waarom ben je moe?
Waarom ga je naar de dokter?
Slide 17 - Slide
Samenvatting:
Slide 18 - Slide
Wie
ben jij?
Wat
eet jij?
Waar
woon jij?
Hoeveel
pennen heb jij?
Wanneer
heb jij een afspraak?
Hoe
ga je naar school?
Waarom
ben je boos?
Welke
jas wil je?
persoon
ding
plaats
getal
tijd, datum, dag
welke manier
reden
kiezen
Slide 19 - Slide
Wie
ben jij?
Wat
eet jij?
Waar
woon jij?
Hoeveel
pennen heb jij?
Wanneer
heb jij een afspraak?
Hoe
ga je naar school?
Waarom
ben je boos?
Welke
jas wil je?
persoon
ding
plaats
getal
tijd, datum, dag
welke manier
reden
kiezen
Slide 20 - Slide
Hoe
maak
je een vraagzin?
Slide 21 - Slide
Na een vraagwoord komt
bijna altijd
een
werkwoord
.
Waar
woon
je?
Hoe
gaat
het?
Wie
ben
jij?
Slide 22 - Slide
... maar bij
hoeveel
en
welke
niet.
Hoeveel broers en zussen
heb
je?
Welke kleur
vind
je mooi?
Slide 23 - Slide
Opdracht: Zet de woorden op de goede volgorde.
hoe
heet
jij
?
Slide 24 - Drag question
Opdracht: Zet de woorden op de goede volgorde.
lezen
wat
?
jullie
Slide 25 - Drag question
Opdracht: Zet de woorden op de goede volgorde.
je
?
Waarom
ren
Slide 26 - Drag question
opdracht
Welke vraagwoorden gebruik je in de volgende vragen?
Slide 27 - Slide
Vraag: ...... ga je naar Amsterdam?
Antwoord: Ik ga met de trein naar Amsterdam.
A
Wie
B
Waar
C
Hoe
D
Hoeveel
Slide 28 - Quiz
Vraag: ......... koop je op de markt?
Antwoord: Ik koop twee kilo uien.
A
Wie
B
Hoe
C
Waar
D
Wat
Slide 29 - Quiz
Vraag: ......... koop je brood?
Antwoord: Je koopt brood bij de bakker.
A
Wie
B
Waar
C
Waarom
D
Wat
Slide 30 - Quiz
Vraag: ......... woont naast jou?
Antwoord: Naast mij woont mijn buurman.
A
Wie
B
Hoe
C
Waar
D
Wat
Slide 31 - Quiz
Vraag: ......... ga je naar de dokter?
Antwoord: Ik heb pijn in mijn voet
A
Hoeveel
B
Hoe
C
Waar
D
Waarom
Slide 32 - Quiz
Vraag: ......... werk je?
Antwoord: Ik werk op woensdag en vrijdag.
A
Wie
B
Waar
C
Wanneer
D
Wat
Slide 33 - Quiz
Vraag: ......... werk je?
Antwoord: Ik werk bij de Action.
A
Wie
B
Waar
C
Wanneer
D
Wat
Slide 34 - Quiz
Vraag: ......... zussen heb je?
Antwoord: Ik heb twee zussen.
A
Hoe
B
Hoeveel
C
Wat
D
Waarom
Slide 35 - Quiz
Maak in je schrift:
2 goede vragen met het vraagwoord
Wie?
Slide 36 - Slide
Schrijf hier een goede vraag met het vraagwoord Wie?
Slide 37 - Open question
Maak in je schrift:
2 goede vragen met het vraagwoord
Wanneer?
Slide 38 - Slide
Schrijf hier een goede vraag met het vraagwoord Wanneer?
Slide 39 - Open question
Maak in je schrift:
2 goede vragen met het vraagwoord
Wat?
Slide 40 - Slide
Schrijf hier een goede vraag met het vraagwoord Wat?
Slide 41 - Open question
Maak in je schrift:
2 goede vragen met het vraagwoord
Waar?
Slide 42 - Slide
Schrijf hier een goede vraag met het vraagwoord Waar?
Slide 43 - Open question
Maak in je schrift:
2 goede vragen met het vraagwoord
Hoeveel?
Slide 44 - Slide
Schrijf hier een goede vraag met het vraagwoord Hoeveel?
Slide 45 - Open question
Maak in je schrift:
2 goede vragen met het vraagwoord
Hoe?
Slide 46 - Slide
Schrijf hier een goede vraag met het vraagwoord Hoe?
Slide 47 - Open question
Maak in je schrift:
2 goede vragen met het vraagwoord
Waarom?
Slide 48 - Slide
Schrijf hier een goede vraag met het vraagwoord Waarom?
Slide 49 - Open question
Maak in je schrift:
2 goede vragen met het vraagwoord
Welke?
Slide 50 - Slide
Schrijf hier een goede vraag met het vraagwoord Welke?
Slide 51 - Open question
Nu gaan we verder met de papieren opdrachten.
Slide 52 - Slide
More lessons like this
Het zussenboek
March 2022
- Lesson with
36 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Wereldoriëntatie
+3
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Culturele Ingrediënten
May 2021
- Lesson with
9 slides
by
Dé Schoolreisgids
Culturele en kunstzinnige vorming
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Dé Schoolreisgids
Natuurlijke Ingrediënten
May 2021
- Lesson with
9 slides
by
Dé Schoolreisgids
Culturele en kunstzinnige vorming
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Dé Schoolreisgids
Maatschappelijke Ingrediënten
May 2021
- Lesson with
9 slides
by
Dé Schoolreisgids
Culturele en kunstzinnige vorming
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Dé Schoolreisgids
Actualiteit - Begrijpend lezen | 'Zzzzoem'
September 2024
- Lesson with
19 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Actualiteit - Begrijpend lezen | 'Zzzzoem'
September 2024
- Lesson with
19 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Actualiteit - Begrijpend lezen | 'Dit is mijn manier om te helpen'
September 2024
- Lesson with
22 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Actualiteit - Begrijpend lezen | 'Dit is mijn manier om te helpen'
September 2024
- Lesson with
22 slides
by
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas