5.3 Variatie in genotypen

BS 3 Variatie in genotype
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

BS 3 Variatie in genotype

Slide 1 - Slide

isk-a
Welkom
telefoon in de bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 2 - Slide

1sk-b
Welkom
telefoon op zijn kop op tafel
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.

timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 3 - Slide

telefoon op zijn kop op tafel!

Slide 4 - Slide

telefoon op zijn kop op tafel!
alleen in je hand bij een opdracht

Slide 5 - Slide

Wat verandert er wel en wat niet?
A
wel: genotype niet: fenotype
B
wel: fenotype wel: genotype
C
wel: fenotype niet: genotype
D
niet: fenotype niet: genotype

Slide 6 - Quiz

Christopher en Vigo doen beide een uitspraak:

Christopher: 'Chromosomen bevatten veel genen'.

Vigo: 'Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA'.
A
Alleen Christopher heeft gelijk
B
Alleen Vigo heeft gelijk
C
Beide hebben ongelijk
D
Beide hebben gelijk.

Slide 7 - Quiz

In de kern van een cel van een kat zitten 19 chromosomen
Deze cel is een geslachtscel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Deze les
  • Je kunt uitleggen waarom iedereen een ander genotype heeft en hoe dat kan.
  • Je kunt uitleggen hoe een genotype kan muteren en welk gevolg dat geeft.
  • Je kunt voordelen van het verschillende genotype opnoemen voor de overlevingskans van de mens.
  • je kan uitleggen wanneer een mutatie Kanker veroorzaakt.

Slide 9 - Slide

Deze les
de woorden van deze les zijn:
variatie, mutatie, mutant, albino,
mutagene invloeden, tumor, kanker, uitzaaing, geslachtelijk en ongeslachtelijk

Slide 10 - Slide

pak nu je plenda 
Zoek De volgende les  bio op:

2a: 9 mei
2c : 9 mei

Slide 11 - Slide

HUISWERK VOOR VOLGENDE les
MAKEN PARAGRAAF 3.3
lees de blauwe blokken tussen de vragen

VRAAG 1 TOT EN MET VRAAG 11

BLZ. 116 TOT EN MET BLZ. 119
leren blz 106 t/m 128

info in som
huiswerk volgende les

Slide 12 - Slide

pak nu je plenda 
Zoek De volgende les  bio op:

2a: 18 april
2c : 18 april

Slide 13 - Slide

HUISWERK VOOR VOLGENDE les
MAKEN PARAGRAAF 3.3
lees de blauwe blokken tussen de vragen

VRAAG 1 TOT EN MET VRAAG 11

BLZ. 116 TOT EN MET BLZ. 119
MAKEN PARAGRAAF 5.3
lees: blz. 123 t/m 128

maak: opdr 1 t/m 9

waar: blz. 124 t/m 129
MAKEN PARAGRAAF 5.3 
Lees: 122 t/m 124 

maak: opdr 1 t/m 10

waar: blz. 125 t/m 130

huiswerk volgende les

Slide 14 - Slide

11-4
  • lees: badzijde 28 t/m 31
maak: opdracht 19 t/m 22
waar: bladzijde 29 t/m 32
Maak een termen lijst van de blauw gedrukte woorden van blz 28 t/m 31.




Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Gelijke en ongelijke genenparen
voor
gelijke genen
ongelijke genen

Slide 17 - Slide

Genen
  • Een DNA-verwantschapstest onderzoekt 
    genenparen die ongelijk zijn. De helft van 
    een genenpaar is afkomstig van de moeder, 
    de andere helft van de vader.

  • Als een genenpaar ongelijk is, 
    kan worden uitgezocht welk gen 
    van de vader of moeder komt.

Slide 18 - Slide

Dna verwantschap
  • De helft van de 
    genen van je vader en de 
    andere helft van je 
    moeder.
  • Kijk goed naar de
    Tabel!!




Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

BS 3 Variatie in genotype

Slide 21 - Slide

2a
Welkom
telefoon op zijn kop op tafel
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
zit recht(op) met je gezicht naar voren
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 22 - Slide

2c
Welkom
telefoon  op zijn kop op tafel
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 23 - Slide

2c
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 24 - Slide

2c
Wordt stil.



timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 25 - Slide

pak nu je plenda 
Zoek De volgende les  bio op:

2a: 9 mei
2c : 9 mei

Slide 26 - Slide

pak nu je plenda 
Zoek De volgende les  bio op:

2a: 18 april
2c : 18 april

Slide 27 - Slide

HUISWERK VOOR VOLGENDE les
MAKEN PARAGRAAF 3.3
lees de blauwe blokken tussen de vragen

VRAAG 1 TOT EN MET VRAAG 11

BLZ. 116 TOT EN MET BLZ. 119
MAKEN PARAGRAAF 5.3
lees: blz. 123 t/m 128

maak: opdr 1 t/m 9

waar: blz. 124 t/m 129
MAKEN PARAGRAAF 5.3 
Lees: 122 t/m 124 

maak: opdr 1 t/m 10

waar: blz. 125 t/m 130

huiswerk volgende les

Slide 28 - Slide

Deze les
  • Je kunt uitleggen waarom iedereen een ander genotype heeft en hoe dat kan.
  • Je kunt uitleggen hoe een genotype kan muteren en welk gevolg dat geeft.
  • Je kunt voordelen van het verschillende genotype opnoemen voor de overlevingskans van de mens.
  • je kan uitleggen wanneer een mutatie Kanker veroorzaakt.

Slide 29 - Slide

11-4
  • lees: badzijde 28 t/m 31
maak: opdracht 19 t/m 22
waar: bladzijde 29 t/m 32
Maak een termen lijst van de blauw gedrukte woorden van blz 28 t/m 31.




Slide 30 - Slide

Geslachtelijke voortplanting




Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.
--> zelfde genotype 
--> zelfde soort




Als er bevruchting plaatsvindt, spreken we van geslachtelijke voortplanting
--> ander genotype 
--> andere fenotypen
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 31 - Slide

Geslachtelijke voortplanting

Slide 32 - Slide

Geslachtelijke voortplanting

Slide 33 - Slide

Alle zaadcellen van de man bevatten dezelfde erfelijke informatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

  Geslachtelijke voortplanting
  • Door de mix van genotype van 2 personen komt er iedere keer een nieuwe mix van genotypen.
  • Geen enkel individu (plant, dier of mens) is gelijk aan elkaar

Voordeel:
  • Iedereen heeft andere sterke en zwakke punten. 

Slide 35 - Slide

Dit geldt ook voor:
  1. Planten: Elke soort plant is gevoelig voor een andere plaag. Dus bij een plaag kan je kiezen voor planten die niet gevoelig zijn voor die plaag.
  2. Bacteriën zijn gevoelig voor antibiotica. Wanneer iemand niet de antibiotica kuur afmaakt, blijven de sterke bacteriën over. Als zij delen, verandert het DNA (muteren) zo dat de bacteriën niet meer gevoelig zijn. DIT IS ERG GEVAARLIJK!

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Mutatie: een gen verandert
  • Niet alle mutaties zijn slecht. Mutatie zorgt voor aanpassingen in het lichaam. 
  • Een organisme waarbij een mutatie  zichtbaar is in het fenotype noemen  we een MUTANT
  •  Voorbeeld van mutatie: Albinisme
  • Door mutaties en geslachtelijke voortplanting
      ontstaat variatie in genotypen

Slide 38 - Slide

In welk type cel zijn bij een mutatie de gevolgen het grootst?
A
Bij een mutatie in bloedcellen
B
Bij een mutatie in geslachtscellen
C
Bij een mutatie in huidcellen

Slide 39 - Quiz

- Reimer beweert dat radioactieve straling kan
leiden tot beschadiging van het DNA.
- Sannah beweert dat bepaalde chemische stoffen
mutaties in het DNA kunnen veroorzaken.
Wie heeft er gelijk?

A
Geen van beiden
B
Alleen Reimer
C
Alleen Sannah
D
Zowel Reimer als Sannah

Slide 40 - Quiz

Mutagene factoren

Slide 41 - Slide

Bij kanker gaat een cel zich ongeremd delen door mutaties.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

Kanker
Het ontstaan van
een kwaadaardig 
gezwel (tumor)

Slide 43 - Slide

HUISWERK VOOR VOLGENDE les
MAKEN PARAGRAAF 3.3
lees de blauwe blokken tussen de vragen

VRAAG 1 TOT EN MET VRAAG 11

BLZ. 116 TOT EN MET BLZ. 119
MAKEN PARAGRAAF 5.3
lees: blz. 99 t/m 104

maak: opdr 1 t/m 9

waar: blz. 99 t/m 106

MAKEN PARAGRAAF 5.3 
Lees: 122 t/m 124 

maak: opdr 1 t/m 109

waar: blz. 125 t/m 130
huiswerk volgende les

Slide 44 - Slide

Instructie; Begrippenlijst
Wat? waarom 
begrippenlijst maken van thema 3.1.    begrippenlijst helpt je te leren voor een toets
Hoe?
Je leest blz  28 t/m 31 1x keer goed door. Neem de blauwe woorden over in je aantekenschrift.   Schrijf er achter wat de woorden betekenen

20 minuten
Hulp?
Steek je vinger op als je er niet uitkomt met je buurman/vrouw

klaar?
verder met opdracht 1 t/m 6 uit het boek 

timer
20:00

Slide 45 - Slide

11-4
  • lees: badzijde 28 t/m 31
maak: opdracht 19 t/m 22
waar: bladzijde 29 t/m 32
Maak een termen lijst van de blauw gedrukte woorden van blz 28 t/m 31.




Slide 46 - Slide

Deze les
  • Je kunt uitleggen waarom iedereen een ander genotype heeft en hoe dat kan.
  • Je kunt uitleggen hoe een genotype kan muteren en welk gevolg dat geeft.
  • Je kunt voordelen van het verschillende genotype opnoemen voor de overlevingskans van de mens.
  • je kan uitleggen wanneer een mutatie Kanker veroorzaakt.

Slide 47 - Slide