Hoofdvraag van het hoofdstuk: Wat waren de oorzaken voor de Nederlandse Opstand en wat waren de gevolgen?
Slide 6 - Slide
De Nederlanden rond 1543
Niet één land
Gewesten
Eigen bestuur, rechtspraak en regels
Je kon het niet als één geheel besturen
Slide 7 - Slide
Karel V wordt in 1543 landsheer van de Nederlanden (eigenaar van de gebieden)
Karel V wil het als één gebied besturen.
Overal dezelfde regels en wetten.
1 Hoofdstad (Brussel)
1 Rechtbank (Mechelen)
Centralisatie
Slide 8 - Slide
Centralisatie vs particularisme
Slide 9 - Slide
Vrienden van Karel V
Gebieden in Zuid-Amerika die zijn veroverd sinds de ontdekking van Amerika door Columbus.
Gebieden die Karel erfde na de dood van zijn vader in 1506
Gebieden die Karel erfde na de dood van zijn vader in 1506
Gebieden die Karel tijdens zijn regeerperiode veroverde.
De uitbreiding van het Ottomaanse Rijk bleef een voortdurende bedreiging voor het rijk van Karel V. Daarnaast was in de Middeleeuwen het christendom de belangrijkste godsdienst in Europa, en de Islam was een grote bedreiging. Karel voelt zich, als koning van Jeruzalem, verplicht om een kruistocht tegen de islam te voeren.
Vrienden van Karel V
Gebieden die Karel tijdens zijn regeerperiode veroverde.
Door de Spaanse veroveringen in Zuid-Amerika wordt hij heerser over een rijk waar de zon nooit ondergaat.
Hoewel Karel officieel keizer van het Rooms-Duitse Rijk was (zwart omlijnd op de kaart), waren veel van de vorsten in dit rijk niet gehoorzaam aan Karel.
Karel had zeer regelmatig oorlog met Frankrijk, tussen: 1521-1526, 1526-1529, 1535-1538, 1542-1544 en 1552-1559. Dit had vooral te maken met de ligging van beide landen, maar ook met macht en invloed in andere landen.
Slide 10 - Slide
Centralisatie vs particularisme
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
De Nederlanden onder Karel V
Ieder gewest had zijn eigen regels en gewoonten, oorlogen en onderhandelingen.
Deze onderhandelingen gebeurde in de gewestelijke Staten.
Hierin zaten edelen, geestelijken en afgevaardigden van steden van het gewest.
Slide 14 - Slide
Deel 2 onrust (2.3)
We gaan verder (17-11-2025)
Slide 15 - Slide
Korte terugblik
Slide 16 - Slide
De Nederlanden onder Karel V
Pas als de landsheer privileges wilde bevestigen waren de Staten bereid hem belasting te betalen.
In al deze gewesten was Karel de baas (graaf of hertog), maar hij kon natuurlijk niet overal tegelijk zijn. Hij liet zich dan vertegenwoordigen door een landvoogd(es).
Daarnaast had hij in elk gewest een plaatsvervanger: de stadhouder
Slide 17 - Slide
Centralisatie
Voor de landsheer waren de verschillende regels per gewest erg ingewikkeld.
Karel probeerde het bestuur van de Nederlanden te verbeteren door meer vanuit Brussel te regeren: centralisatie.
Overleg met de gewesten heet: de Staten-Generaal.
Rechtbank voor heel de Nederlanden, adviserende raden over financiën en politiek. Ook mensen uit de burgerij werden hiervoor aangesteld
Slide 18 - Slide
Gevolg:
Angst bij edelen om privileges kwijt te rijken (steden mochten bijvoorbeeld zelf belastingen heffen/ regels maken).
Hoge posities van edelen worden aangetast
Hoge belastingen vanwege oorlogen van Karel V (en dus niet van de gewesten in de Nederlanden)
Slide 19 - Slide
Afgevaardigden van alle gewesten
(Gewestelijke staten)
Vergadering álle gewesten
(Staten-Generaal)
Landvoogd
Stadhouder
Het gewest
Is de plaatsvervanger van de landsheer (de vorst) in het gewest. Hij komt samen met de gewestelijke staten om te vergaderen over belasting, geld voor oorlogen en privileges.
Is de plaatsvervanger van de landsheer (de vorst) in het gebied de Nederlanden. Komt samen met de Staten-Generaal om te praten over belangrijke beslissingen voor het hele gebied. Of als Karel V snel geld nodig had.
Gaat over het bestuur van het gewest zelf.
Gaat over het bestuur van het hele gebied de Nederlanden. Hier zaten afgevaardigden(vertegenwoordiges) uit alle gewesten die de Nederlanden vormen.
De Nederlanden
Slide 20 - Slide
Landsheer Karel V
Landvoogd(es) bestuurde namens de landsheer de Nederlanden: Margaretha van Parma
Stadhouders bestuurden namens de landsheer een gewest: Willem van Oranje bestuurde Holland, Zeeland en Utrecht
Slide 21 - Slide
Oefening
Je krijgt op de volgende dia een schema te zien. Bekijk dit goed en vul samen het schema verder in.
Schrijf de volgende namen er bij:
1. Karel V
2.Magaretha van Parma
3. Willem van Oranje
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Ketters
Karel wilde dat iedereen in zijn rijk Katholiek was. Maar in de Nederlanden waren er veel mensen protestants.
Andersgelovigen werdenKetters genoemd
Invoering Bloedplakkaten > vaak niet uitgevoerd.
De invoering van de bloedplakkaat in 1550 door Karel V. Je kreeg de doodstraf als je je hier niet aan hield. Zo werd het drukken, schrijven, verspreiden en bezitten van ketterse boeken en afbeeldingen, het bijwonen van ketterse bijeenkomsten, het huisvesten van ketters verboden.
Slide 25 - Slide
Filips II
Zoon van Karel V --> erfopvolging in 1555
Koning van Spanje en landsheer van de Nederlanden.
Bestuur in de Nederlanden door Margaretha van Parma --> landvoogdes
Strenger dan zijn vader > De inquisitie wordt ingesteld.
Dit was een strenge kerkelijk rechtbank. Deze rechtbank spoorde ketterij op en bestrafte ketters streng. Het controleren van het naleven van het Bloedplakkaat lag dus niet meer in de handen van de stadsbesturen.
Slide 26 - Slide
Vragen die je kunt beantwoorden aan het einde van de les:
Hoe zag het bestuur eruit in de Nederlanden?
Hoe zag het gecentraliseerde bestuur van Karel V eruit?
Wat leidde tot onrust in de Nederland op politiek vlak?
Begrippen die je uit kunt leggen en belangrijke personen die je kent.
Karel V, landsheer, gewest, gewestelijke staten, privileges, landvoogd, stadhouder, centralisatie.
In deze les:
Hoofdvraag van het hoofdstuk: Wat waren de oorzaken voor de Nederlandse Opstand en wat waren de gevolgen?