Datingtaal, les 3

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Datingtaal, les 3

Semantiek?

Morfologie?

Noem tenminste 3 datingtaalwoorden met hun betekenis en schrijf deze op.

In welke situaties zou je datingtaalwoorden gebruiken? Noem er tenminste twee.

Pragmatiek

De manier waarop je taalgebruik aanpast aan de situatie en de persoon.

Wanneer is datingtaal gepast?

1. Een vriend(in) vertelt dat ze zijn geghost na een eerste date.

Wat betekent ghosten? 

Waarom gebruik je dit woord met een vriend?

Ghosting: niet meer of steeds minder reageren op berichten van iemand en uiteindelijk compleet negeren van een voormalige date, vooral op sociale media. 

Catfish: iemand die zicht online als een heel ander persoon voordoet; vaak jonger en succesvoller dan hij zelf is. 

Wanneer is datingtaal gepast?

2. Je leest een artikel over online dating waarin de term catfish wordt uitgelegd.

Is dit formeel of informeel taalgebruik? Waarom wordt deze term in een artikel gebruikt?

Ghosting: niet meer of steeds minder reageren op berichten van iemand en uiteindelijk compleet negeren van een voormalige date, vooral op sociale media. 

Catfish: iemand die zicht online als een heel ander persoon voordoet; vaak jonger en succesvoller dan hij zelf is. 

Wanneer is datingtaal gepast?

3. Je praat met een docent over je datingervaringen.

Zou je in dat gesprek termen als 'swipen' of 'rebound' gebruiken? Waarom wel/niet?

Ghosting: niet meer of steeds minder reageren op berichten van iemand en uiteindelijk compleet negeren van een voormalige date, vooral op sociale media. 

Catfish: iemand die zicht online als een heel ander persoon voordoet; vaak jonger en succesvoller dan hij zelf is. 

Regels voor datingtaal

Opdracht

Stel de belangrijkste regels op voor het gebruik van datingtaal. Overleg met degene die naast je zit. 

5 minuten

Regels datingtaal

Klassikale terugkoppeling

Toepassen pragmatiek bij datingtaal

1. Maak groepjes van drie.

2. Gebruik de woorden die we besproken hebben om zinnen te maken die passen in verschillende situaties.

3. Bedenk per situatie een passende zin waarin de woorden voorkomen die we aan het het begin van de les hebben opgehaald. 

De situaties staan op de volgende slide:

Toepassen pragmatiek bij datingtaal

1. Je praat met een vriend(in).
2. Je beschrijft een situatie in een formele presentatie over jongerentaal.
3. Je legt het woord uit aan iemand die datingtaal niet kent, bijvoorbeeld een ouder of een docent.

Bespreking pragmatiek bij datingtaal

• Waarom is dit taalgebruik passend voor deze situatie?
• Hoe zou het klinken als je deze zin in een andere situatie gebruikt?

Evaluatie....wat vond je van deze les?

1. Te doen
2. Beetje saai...
3. Huh...nu al klaar?
4. Ik wil wel vaker zulke lessen