Woordenschat

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 6

Waar denk je aan bij delen
van een schip?

Waar denk je aan bij een
scheepsramp?

Woordenboek Bingo!

Jullie krijgen per tweetal een woordenboek en een bingokaart.

Wie als eerste alle bladzijden van de woorden heeft gevonden, wint eeuwige roem. (hele kaart)

Checken van de Bingo

Wat is de betekenis van de woorden?

Wat is een kajuit?

Wat is een kombuis?

Wat is het ruim van een schip?

Om nu te kijken of jullie alle woorden hebben onhouden, komt er een quiz!

Zet je schrap!!

1. Met grote moeite vooruitkomen.
2. Met de ploeg bewerken.

1. Hozen
2. Boren
3. Vergaan
4. Ploegen

Iemand die stiekem meereist op een schip of vliegtuig

1. Schipbreukeling
2. Matroos
3. Verstekeling
4. Kapitein

1. Water uit een boot scheppen.
2. Het regent heel hard.

1. Hozen
2. Ploegen
3. Boren
4. Vergaan

Geheel van aan elkaar gebonden planken of balken dat op het water blijft drijven

1. Ruim
2. Vlot
3. Kajuit
4. Kombuis

1. Een lang stuk stof aan de achterkant van een trouwjurk
2. Lange rij

1. Sleep
2. Verstekeling
3. Scheepsramp
4. Vlot

Wat vonden jullie van deze les?