Technische vaardigheden vierdejaars sept les 1

TV
technische vaardigheden --> 
was verzorgen
wasmiddelen
wasapparatuur

1 / 26
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

TV
technische vaardigheden --> 
was verzorgen
wasmiddelen
wasapparatuur

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
  • Onderhoudsvoorschriften lezen en interpreteren en toepassen
  • Werkzaamheden uitvoeren volgens plan
  • Wasmiddelen kiezen en gebruiken
  • Etiketten lezen, interpreteren en naar handelen
  • was sorteren
  • wasbehandeling  uitvoeren
  • Strijken, vouwen en opbergen van de was
  • Gebruikte materialen schoonmaken en opruimen 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar beginnen we?
Etiketten lezen:
- materialen kennen

- eigenschappen van materialen kennen 

- wassymbolen kennen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

de profieldelen...waar ging het over?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

wat hebben we over was verzorgen geleerd?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

wat weet je nog? 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent dit wassymbool:
A
Niet drogen in de wasdroger
B
Drogen in de wasdroger
C
Niet wassen in de wasmachine
D
Wassen in de wasmachine

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het was etiket op de afbeelding?
Wassen op maximaal 30 ºC.
Wassen op minimaal 30 ºC.
De was mag naar de stomerij.
De was mag in de droger.
De was mag lauwwarm (110 graden) gestreken worden.
De was mag niet in de droger.

Slide 10 - Drag question

Wassen
De wastobbe is het symbool voor wassen. Meestal staat er een getal in de wastobbe. Dit getal geeft de maximale temperatuur aan waarop het kledingstuk mag worden gewassen. Staat er een streep onder de wastobbe? Kies dan voor een milder wasprogramma (bijvoorbeeld 'synthetisch') en vul de wasmachine dan maximaal tot de helft.
In dit voorbeeld mag de was dus gewassen worden op maximaal 30 ºC, met een voorzichtig programma.
Bleken
Deze driehoek is het bleeksymbool. Een driehoek met een kruis er doorheen, zoals hier, betekent dat bleken niet mogelijk is.
(Trommel)drogen
Het vierkant staat voor drogen. Meestal wordt het vierkant weergegeven met een cirkel erin; dan zegt het iets over de de geschiktheid voor de wasdroger.
In dit geval staat er een kruis door het symbool: dit kledingstuk mag dus niet in de wasdroger.
Strijken
Het icoon van het strijkijzertje vertelt je of, en zo ja hoe warm, het kledingstuk gestreken mag worden.
Eén stip op het strijkijzericoon betekent voorzichtig strijken (op ongeveer 110 °C). Dit geldt voor stoffen van bijvoorbeeld acryl, nylon en acetaat.
Stomerij
In het cirkeltje achteraan staan aanwijzingen voor professionele reiniging bij de stomerij. Wat deze aanwijzingen exact betekenen is niet zo van belang, zo lang je maar weet dat wanneer er een kruisje voor het cirkeltje staat, het kledingstuk niet naar de stomerij mag.

Wat betekent dit
wassymbool?
A
Wassen op 30° met normaal programma
B
Wassen op 30° met anti kreuk programma
C
Wassen op 30° met een speciaal programma
D
Wassen op 30° met de hand

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dit wassymbool:
A
Niet drogen in de wasdroger
B
Drogen in de wasdroger
C
Niet wassen in de wasmachine
D
Wassen in de wasmachine

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat staat er onder andere op een wasetiket?
A
De prijs van het artikel.
B
Hoe heet iets gewassen mag worden.
C
Met welk soort wasmiddel je het mag wassen.
D
Wie de fabrikant is.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wasmiddel hoofdwas
Wasverzachter
wasmiddel voorwas

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Te veel was in de wasmachine
Te weinig was in de wasmachine
In beide gevallen
Verspilling van water en elektriciteit 
De was wordt niet goed schoon
Te veel schuim, waardoor je was gaat zweven
Wasmiddel blijft in de kleding zitten
Te weinig beweging in de trommel

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

In de winkel kun je veel soorten wasmiddelen kopen.
Match de wasmiddelen uit de linker kolom met de wasprogramma's uit de rechterkolom.

donkerbont
handwas
fijne was
witte was
fijnwasmiddel
wasmiddel met bleekmiddel
wasmiddel zonder bleekmiddel
wolwasmiddel

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Bij het wassen moet je de juiste hoeveelheid wasmiddel gebruiken. Waarmee houd je rekening als je de hoeveelheid wasmiddel bepaalt?
A
Het merk wasmachine
B
De temperatuur van het water
C
De hardheid van het water
D
De kleur van het wasgoed

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk wasmiddel gebruik je om dit wasgoed te wassen
A
bontwasmiddel
B
fijnwasmiddel
C
witwasmiddel
D
wolwasmiddel

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk wasgoed kun je beter niet in de droogtrommel drogen?
A
badhanddoek
B
katoenen trui
C
theedoek
D
zijden blouse

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Platgoed ...
A
T-shirts
B
zakdoeken
C
truien
D
pyjama's

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welk wasgoed moet je strijken?
A
badlakens
B
handdoeken
C
onderlakens
D
theedoeken

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een trommel met synthetisch wasgoed mag maximaal.......gevuld worden met wasgoed
A
helemaal
B
de helft
C
een kwart
D
een vijfde

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe beoordeel jij jouw kennis?
0100

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Opdracht 
Memory maken en spelen
Waskaart maken 
Symbolen tekenen met uitleg!!
Gebruik sjablonen

Internet: vraag toestemming!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
3 opdrachten:
opdracht 1. Strijkopdracht
opdracht 2. Wasmachine 
opdracht 3. Was verzorgen 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

This item has no instructions