TV3-Thema: de vier seizoenen(deel II)

课程内容
1. Quiz huiswerk bespreken
2.Quizlet live(thema: de vier seizoen deel II)
3. Taalwijzer: 或者
4. Maak om de beurt een zin met 还是, 或者, 比, 像 …一样
met de informatie.

1 / 15
next
Slide 1: Slide
ChineesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

课程内容
1. Quiz huiswerk bespreken
2.Quizlet live(thema: de vier seizoen deel II)
3. Taalwijzer: 或者
4. Maak om de beurt een zin met 还是, 或者, 比, 像 …一样
met de informatie.

Slide 1 - Slide

像 ...一样...
Het betekent dat twee dingen of twee personen hetzelfde zijn, De zinsconstructie is: A 像 B 一样+maat van gelijkheid. 
bijv:
--春天秋天一样冷。(De lente is net zo koud als de herfst.)
Bij ontkenning:
--春天秋天一样冷。(De lente is niet zo koud als de herfst.)

Slide 2 - Slide

Zet deze zinnen naar het Nederlands.
1. 夏天像秋天一样热。

Slide 3 - Open question

2. 厨房像客厅一样大。

Slide 4 - Open question

3. 你像我一样高。

Slide 5 - Open question

4. 他像妹妹一样瘦。

Slide 6 - Open question

5. 谁像我一样胖?

Slide 7 - Open question

Zet deze zinnen naar het Chinees.
1. Chinees eten is net zo duur als westers eten.

Slide 8 - Open question

2. De spijkerbroek is net zo goedkoop als de trui.

Slide 9 - Open question

3. Dit soort medicijn is net zo goed als dat soort medicijn.

Slide 10 - Open question

4. Wit is net zo mooi als rood.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Link

taalwijzer 或者
还是 en 或者betekenen allebei 'of'. Maar er is wel een groot verschil. 还是gebruik je om een keuzevraag te maken. Bijv: 你喜欢吃中餐还是西餐?
或者gebruik je om een keuze aan te geven. 你出去要带雨衣或者雨伞。

Slide 13 - Slide

Maak om de beurt een zin met 还是, 或者, 比, 像 …一样
Voorbeeld:
小明十五岁                      小兰十七岁
小兰比小明大两岁。小明大还是小兰大?
1 今天二十一度          明天二十一度
2 荷兰很热                    中国很热
3 喜欢足球                    喜欢跳舞
4 吃面条                         吃面包
5 冬天下大雪              春天不下大雪

Slide 14 - Slide

Maak om de beurt een zin met 还是, 或者, 比, 像 …一样
1, 今天二十一度          明天二十一度 (今天像明天一样热)
2. 荷兰很热                    中国很热       (荷兰像中国一样热;荷兰热还是中国热?)
3. 喜欢足球                    喜欢跳舞      (你喜欢足球还是跳舞?)
4. 吃面条                         吃面包           (我吃面条或者吃面包;你喜欢吃面条还是吃面包?)
5.冬天下大雪              春天不下大雪   (春天不像冬天一样下大雪)

Slide 15 - Slide