U1 periode 1 2020-2021 4de les spreekvaardigheid

La clase de español de U1
jueves, 7 de octubre de 2021
el objetivo: na deze les kun je je leeftijd en afkomst in het Spaans zeggen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansWOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

La clase de español de U1
jueves, 7 de octubre de 2021
el objetivo: na deze les kun je je leeftijd en afkomst in het Spaans zeggen.

Slide 1 - Slide

Hoy en clase
  • La clase anterior
  • Repasar la preparación para hoy
  • Repartir el reader
  • Decir en español la edad y dónde vives
  • La evaluación

Slide 2 - Slide

La clase anterior
Mira estas imágenes y habla en holandés con tu compañero de clase sobre la clase anterior:


timer
1:00

Slide 3 - Slide

Repasar la preparación para hoy
Bekijk deze woordjes en spreek hardop de woordjes volgens de uitspraakregels:
hermano
calle
chico
vaso
jirafa
gato
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Repasar la preparación para hoy
Bekijk nu deze woorden en luister naar de uitspraak wat valt je op?
cuna
copa
cabeza
cena
cine
zapato
zorro
queso
quiosco


timer
0:20

Slide 5 - Slide

de k en de "th" klanken:
Schrijf op in je schrift:
c + a = ka
c + o = ko
c + u = ku
qui = ki
que = ke
c + e = the
c + i + thi
z + o = tho
z + a = tha

Slide 6 - Slide

Repasar la preparación para hoy
Habla en español con tu compañero de clase:
  1. begroet elkaar
  2. vraag hoe het gaat
  3. stel jezelf aan hem/haar voor
  4. neem afscheid
Oefenen oefenen oefenen totdat de tijd om is.
Uit je hoofd! (schrift dicht!!!)
timer
2:00

Slide 7 - Slide

Decir en español la edad y dónde vives
Mira el vídeo de Tío Spanish.
Escribe en tu cuaderno en holandés:
1. Ik ben..... jaar oud.
2. Ik kom uit.....
Zorg dat je genoeg ruimte hebt, zodat je na het bekijken van de video de Spaanse zinnen kunt opschrijven.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Decir la edad y de dónde eres
Tengo.......años.
Ik ben .....jaar oud.

Soy de....
Ik kom uit

Vivo en....
Ik woon in


11 = once
12 = doce
13 = trece
14 = catorce
¿Y tú?

En jij?

Slide 10 - Slide

Hablar en español
Practica la conversación en español con tu compañero de clase:
1. begroet elkaar
2. vraag hoe het gaat.
3. Stel je zelf voor
4. Vertel hoe oud je bent.
5. Vertel waar je woont/waar je vandaan komt.
6. neem afscheid
timer
2:00

Slide 11 - Slide

La evaluación
Sta op als je het eens bent met deze beweringen:
1. Ik weet hoe  ik de woorden in het Spaans moet uitspreken.
2. Ik kan nu een gesprekje voeren in het Spaans.
3. Ik vind Spaans een moeilijke taal.
4. Ik wil graag meer zinnen leren voor een gesprekje in het Spaans.

Slide 12 - Slide

Voorbereiding op maandag
Schrijf in je papieren agenda:
voor donderdag 14 oktober 5de uur:
lr zinnen spa-ned, ned-spa uit je aant.
 (persoonlijk gesprekje)
lr k en "th" klanken

Slide 13 - Slide