Tussenletters

Spelling
Tussenletters
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling
Tussenletters

Slide 1 - Slide

Doel:
Aan het einde van deze les kan ik samenstellingen met een tussenletters correct spellen.

Slide 2 - Slide

Wat weet ik al?
Ik weet wat zelfstandige naamwoorden zijn
Ik weet wat samenstellingen zijn

Slide 3 - Slide

Instructie
Je kunt een nieuw woord maken door twee of meer woorden aan elkaar te plakken. (=samenstelling)

Sommige woorden plak je zonder moeite aan elkaar:
fiets + kar = fietskar
pizza + bezorger = pizzabezorger 

Slide 4 - Slide

Instructie
Maar soms heb je tussenletters nodig, zoals
-en-
-e-
-s-

Slide 5 - Slide

Tussenletter  -en-
Het eerste deel van de samenstelling heeft alleen een meervoud op -en

krant + jongen = krantenjongen
hond + hok = hondenhok

Slide 6 - Slide

Tussenletter  -e-
  • Het eerste deel van de samenstelling heeft een meervoud op -s en -en ( groenten/groentes -> groenteboer)
  • Het eerste deel van de samenstelling heeft geen meervoud (rijst + pap = rijstepap)
  • Het eerste deel van de samenstelling versterkt (reus + leuk = reuzeleuk)
  • Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord (lach+ bek = lachebek)
  • Het eerste deel gaat over iets waar er maar één van is
    (zon + schijn = zonneschijn)


Slide 7 - Slide

Tussenletter  -s-
De tussenletter -s- schrijf je alleen als je 'm hoort (dorp + plein = dorpsplein)

Soms is het moeilijk te horen, bijvoorbeeld als het tweede deel van het woord met een s-klank begint. Tip: vervang het tweede deel in je hoofd even door een ander woord: dame(s)schoen --> vervang 'schoen' door 'geur' 
--> 'damesgeur' . Nu hoor je de extra -s wel heel duidelijk: damesschoen dus!

Slide 8 - Slide

beest + bende =

Slide 9 - Open question

benzine + pomp =

Slide 10 - Open question

dove + tolk =

Slide 11 - Open question

druif + sap =

Slide 12 - Open question

etalage + pop =

Slide 13 - Open question

keuken + hulpje =

Slide 14 - Open question

aap + rots =

Slide 15 - Open question

aap + trots =

Slide 16 - Open question

veiligheid + speld =

Slide 17 - Open question

steek + blind =

Slide 18 - Open question

zon + steek =

Slide 19 - Open question

Snap je?
Heb je nog hulp nodig? Neem contact op via de mail of vraag het in het studieuur!

Slide 20 - Slide