Engelse werkwoorden

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

REGELS
Engelse werkwoorden vervoeg je net zoals Nederlandse.
Bij lastige zaken (zoals woorden woorden als pushen) ga je uit van de klank (sis-klank).

Bij verleden tijd en voltooid deelwoord ga je uit van de regels van 't ex-kofschip (ook: 't fokschaap of 't fokschaap x c.q. 
't sexy fokschaap of het taxikofschip). 

Slide 2 - Slide

Engelse werkwoorden vervoeg je in het Nederlands net als de zwakke werkwoorden:

- tegenwoordige tijd:           ik-vorm, ik-vorm + t        haal -en van hele ww.

- verleden tijd:                         't ex-kofschip:                   ik-vorm + te(n) of de(n)

- voltooid deelwoord:           't ex-kofschip:                    +t / +d


Ik jog - hij jogt - wij joggen     ik jogde - wij jogden            wij hebben gejogd

ik race - hij racet - wij racen    ik racete - wij raceten           wij hebben geracet

Slide 3 - Slide

Haal alleen de -n eraf voor tegenwoordige tijd en voeg de gebruikelijke uitgang toe. Haal de -n eraf voor de vt en het vd en gebruik het 't ex-kofschip.

Slide 4 - Slide

De ik-vorm krijgt geen dubbele medeklinker!
Haal de -en van het hele werkwoord en kijk dan naar laatste letter bij vt en vd.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Opdrachten
Taalblokken > Leerroutes > Spelling en grammatica
Spelling > Werkwoordspelling/Engelse werkwoorden
Bolletjes ③④⑤⑥⑦

Slide 7 - Slide

Lida (daten) tegenwoordig een profvoetballer. Vul de juiste vorm in.

Slide 8 - Open question

De kunstenaar (deleten tt) alle informatie

Slide 9 - Open question

Gisteren hebben de jongens uit de buurt een partijtje (rugbyen)
Gisteren hebben de jongens uit de buurt een partijtje (rugbyen)

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide