4.2 Is er genoeg voedsel voor iedereen?

4.2 Is er genoeg voedsel voor iedereen?



Misschien zijn er in het jaar 2100 wel 11 miljard mensen op aarde. Heeft de aarde wel voldoende ruimte voor al die mensen? Nu is er in de wereld voldoende voedsel, maar is dat in de toekomst nog steeds zo?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.2 Is er genoeg voedsel voor iedereen?



Misschien zijn er in het jaar 2100 wel 11 miljard mensen op aarde. Heeft de aarde wel voldoende ruimte voor al die mensen? Nu is er in de wereld voldoende voedsel, maar is dat in de toekomst nog steeds zo?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je wat een watervoetafdruk is en wat fossiele brandstoffen zijn.

Aan het einde van de les begrijp je waarom het beter is om duurzame energie te gebruiken

Aan het einde van de les kun je op een wereldkaart aangeven waar de producten die je eet vandaan komen.

Slide 2 - Slide

Voor een appel is ……. liter water nodig.

Voor ……. gram rundvlees is bijna …….. liter water nodig.

Bijna ……. % van het water op aarde gaat op aan het verbouwen van planten en gewassen.
40
70
100
2000

Slide 3 - Drag question

De watervoetafdruk van voedsel is:
A
Klein
B
Groot

Slide 4 - Quiz

Bijna 70 procent van al het waterverbruik op aarde gaat naar het verbouwen van planten en gewassen. Die planten en gewassen eten we als mensen zelf, maar het is ook vaak voer voor dieren. Zo eten koeien veevoer dat uit andere delen van de wereld komt. De watervoetafdruk van voedsel is groot. Water is dus belangrijk als je kijkt naar de draagkracht (sterkte) van de aarde.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Je eet energie!
Als je yoghurt eet met wat rietsuiker krijg je energie binnen. Helaas wordt je ecologische voetafdruk er wel groter van (hoeveel natuurlijke hulpbronnen je per persoon verbruikt). Die suiker komt misschien uit Cuba, de melk uit Duitsland en de plastic verpakking uit Polen.

 Je moet kijken naar de energie die verbruikt wordt bij de groei, de productie, het bewaren en het vervoeren van onze voeding. Die energie komt vaak van fossiele brandstoffen.
Dit zijn grondstoffen die wij uit de aarde halen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Veel van onze producten komen uit andere landen.
Wat vergroot je door die producten te eten?

Slide 9 - Open question

Dat komt onder andere omdat onze producten vervoerd moeten worden. Wat worden hierbij vaak gebruikt?

Slide 10 - Open question

Wat zijn fossiele brandstoffen?

Slide 11 - Open question

Wat zijn twee nadelen van fossiele brandstof?

Slide 12 - Open question

Deze (fossiele brandstoffen)grondstoffen vervuilen het milieu en ze raken ook een keer op. Het is dus beter om duurzame energie, bijvoorbeeld zonne- of windenergie, te gebruiken. Ook kun je beter producten uit je eigen omgeving gebruiken. Zo wordt je energieverbruik en daardoor je ecologische voetafdruk en je watervoetafdruk kleiner.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Duurzaam eten
Planten halen water en voedingsstoffen uit de bodem en uit dierlijke mest en kunstmest. In kunstmest zit vooral stikstof en fosfaat. Moderne landbouw kan niet zonder deze grondstoffen. 
Maar wat als die grondstofvoorraden op zijn? 
Door  biologische landbouw gebruikt men minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen.
Dat kan een oplossing zijn. Ook als consument (koper) kun je je gedrag veranderen: is het wel nodig om elke dag een stukje vlees te eten? Moet je wel sperziebonen uit Egypte op het menu zetten?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


Wat kan ervoor zorgen dat de tomaten van de afbeelding hiernaast duurzaam zijn? Kies het juiste antwoord.
A
Om de kas warm te houden gebruikt de boer aardgas
B
De tomaten gaan via de groothandel naar de supermarkt
C
De boer heeft kunstmest met fosfaat gebruikt
D
De boer gebruikt geen bestrijdingsmiddelen

Slide 17 - Quiz

Beantwoord de volgende vragen met ja of nee:

Ik eet in de winter graag aardbeien. 

Groente uit eigen tuin is te veel werk. 

Ik eet het liefste elke dag een stuk vlees. 

Ik heb een Apple of Samsung telefoon. 

Vakantie? Het liefste met een vliegtuig! 

Ik koop graag goedkope spullen uit China. 
Heb je 5 keer of meer ja gezegd?  Dan ben je niet echt duurzaam bezig.

Heb je 3 of 4 keer ja gezegd?  Dan ben je een klein beetje duurzaam bezig.

Heb je 1 of 2 keer ja gezegd?  Dan ben je aardig duurzaam bezig.

Heb je 0 keer ja gezegd?  Dan ben je echt duurzaam bezig!

Slide 18 - Slide