Voorzetsels & pers vnw in de 3e & 4e naamval

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Herzlich Wilkommen

Was machen wir heute?

Grammatik: 

 Wiederholung Präpositionen (voorzetsels) met 3e en 4e naamval

Erklärung Personalpronomen (persoonlijk voornaamwoord)
 3e naamval = Dativ

Noem de voorzetsels
met de 4e naamval
(zijn er 6)

Noem de voorzetsels
met de 3e naamval
(zijn er 7)

mit
heeft welke naamval?

1. 4e
2. 3e

ohne
heeft welke naamval?

1. 3e
2. 4e

gegen
heeft welke naamval?

1. 3e
2. 4e

seit
heeft welke naamval?

1. 3e
2. 4e

bis
heeft welke naamval?

1. 3e
2. 4e

nach
heeft welke naamval?

1. 3e
2. 4e

um
heeft welke naamval?

1. 3e
2. 4e

Voorzetsels 3e naamval?

Schrijf de voorzetsels 4e naamval op

Persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e en 4e naamval

Wat houdt dit in?

^{Sie geht zu (hem) ....}

Wir fahren mit (jullie) ... nach Deutschland

Stappenplan

- staat er een voorzetsel in de zin? 

- zo ja? welke naamval hoort hierbij? 

schrijf dan het goede persoonlijk voornaamwoord op!

mir

dir

ihr

ihm

ihm

uns

euch

Ihnen

ihnen

mij

jou

hem

het

ons

haar

jullie

u

hun/hen mv

Ich bin hier mit (jou) ....

1. dich
2. dir

Du gehst mit (mij) .... nach Hause.

1. mir
2. mich

Ihr seid nach (ons) .... an der Reihe.

1. wir
2. euch
3. uns
4. ihr

Wir haben das von (u) .... bekommen.

1. Ihnen
2. Sie
3. ihnen
4. sie

Ik kan het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de 1e, 3e en 4e naamval toepassen.

😒🙁😐🙂😃