Paragraaf 6.4

Paragraaf 4: Remmen en botsen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 4: Remmen en botsen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

LESDOELEN
1. De leerling weet wat de remweg is, en waar die van afhankelijk is.
2. De leerling kan de reactieafstand bereken en zijn eigen reactietijd meten.
3. De leerling kan de stopafstand berekenen (doel 1 en 2 moeten behaald zijn)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is de formule om de stopafstand te bereken?

A
Stopafstand = snelheid x reactietijd + 0,5 x snelheid x reactietijd
B
Stopafstand = oppervlakte onder het rechte stuk + oppervlakte onder het schuine stuk
C
Stopafstand = totale remafstand
D
Stopafstand = reactieafstand + remafstand

Slide 10 - Quiz

remweg en beginsnelheid

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Remweg en massa

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Remweg

Slide 15 - Slide

Welke invloed heeft snelheid op de remweg?
A
Hoe hoger de snelheid, hoe groter de remweg.
B
Hoe hoger de snelheid, hoe kleiner de remweg.
C
De snelheid heeft geen invloed op de remweg.

Slide 16 - Quiz

Het gebruik van alcohol in het verkeer zorgt voor...
A
een grotere reactieafstand
B
een grotere remweg
C
beide worden groter
D
beide worden kleiner

Slide 17 - Quiz

Van welke factoren hangt je remweg af?
A
1 je concentratie, 2 je snelheid, 3 het soort wegdek
B
1 sneeuw op de weg, 2 het profiel van de banden, 3 je snelheid, 4 het soort wegdek
C
1 vreemde stoffen in je lichaam, 2 je leeftijd, 3 nat of droog wegdek

Slide 18 - Quiz

Reactietijd
Demo
Maak proef 5 

Slide 19 - Slide

De reactietijd wordt vergroot door
A
gladde weg
B
snelheid van de auto
C
medicijngebruik
D
massa van de auto

Slide 20 - Quiz

Als een bestuurder tijdens het rijden zijn telefoon gebruikt wordt zijn reactietijd:
A
korter
B
blijft gelijk
C
langer

Slide 21 - Quiz

De reactietijd is niet bij iedereen hetzelfde. waar is de reactietijd van afhankelijk? meer antwoorden mogelijk
A
of je wordt afgeleid of niet
B
je snelheid
C
medicijnen, alcohol of drugs
D
je leeftijd

Slide 22 - Quiz