Gender TL

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Donderdag 22 september

Welkom

Laatste aantekeningen 2.2

Herhaling

Leerdoelen

Weektaak

Aantekeningen

Stellingen

Waar of niet waar?
Een sanctie kan positief of negatief zijn

1. Waar
2. Niet waar

Welke categorie?
Een meisje strafwerk geven omdat ze op haar telefoon zat tijdens de les

1. Positieve sanctie
2. Negatieve sanctie

Waarde of norm?
Tijdens het eten leggen we de telefoons weg

1. Waarde
2. Norm

Hoeveel manieren van leren hebben we volgens ons boek?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Nature of nurture?
Criminelen moeten zich gewoon beter gedragen!

1. Nature
2. Nurture

Hoe noemen we het hele proces van het aanleren van gedrag?

1. Opvoeding
2. Socialisatie
3. Internalisatie
4. Sociale sancties

Leerdoelen

• Je weet wat de begrippen gender en genderneutraal betekenen.

 • Je weet wat de begrippen genderidentiteit en seksuele identiteit betekenen.

 • Je weet wat het begrip generatieconflict betekend.

Weektaak

Dinsdag 27 september:

Geef per stelling aan, wat jij ervan vindt.

Je hebt 2 argumenten per stelling

De stellingen

1. “Er moet geen verschil zijn tussen speelgoed voor jongens en speelgoed voor meisjes.”

2. “Jongens horen stoer te zijn, meisjes zorgzaam.”

3. “Als een vriend of vriendin uit de kast komt, is dat voor mij geen probleem.”

4. “In Nederland kan iedereen uitkomen voor zijn seksuele geaardheid.”

5. “Meisjes moeten in officiële wedstrijden ook tegen jongens kunnen sporten.”

6. “Het is goed dat instanties genderneutraal communiceren.”

7. “Docenten zijn strenger voor jongens dan voor meisjes.”

8. “De aandacht voor transgenders is overdreven. Een X in het paspoort? Onzin!”

Puberteit

• Nadenken over jezelf en je omgeving
• Eigen keuzes maken
• Grenzen leren kennen
  

Abnormaal

Als je het gedrag van iemand echt niet begrijpt. Of als iemand geen rekening met jou en anderen houdt. 

Dit noem je ook wel asociaal gedrag.

Je bent tolerant als je accepteert dat sommige mensen andere waarden hebben dan jij en zich daardoor anders gedragen

Groepsdruk

Het gevoel dat je je moet aanpassen aan de gewoonten van de groep
Leidt tot positief maar ook tot negatief gedrag.

Generatieconflict

• Een meningsverschil dat veroorzaakt wordt door verschil in leeftijd

• Voorbeeld: waarde privacy, smartphone (fatsoen),

gelijkheid (werken als vrouw)