TH2h 23 juni - naamwoordelijk gezegde + werkboek

Welkom!
Jassen uit
Telefoon is opgeborgen
En ga lekker zitten!


1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Jassen uit
Telefoon is opgeborgen
En ga lekker zitten!


Slide 1 - Slide

AGENDA Eerste uur

- Inloop/absentie controleren - 5 min
- Over de toetsweek - 5 min
- Klassikaal: theorie - 10 min
- Lessonup NW Gezegde - 15 min
- Aan de slag! - 10 min
- Benen strekken - 5min


AGENDA Tweede uur

- Inloop/Absentie - 5 min
- Jeugdjournaal - 5 min
- Herhaling NW Gezegde - 5 min
- Aan de slag! 15 min
- KAHOOT Quzzz - 15 min
- Reflectie - 5 min

Slide 2 - Slide

Over de toetsweek
In magister staat een klassikale afspraak ingepland. Hierin staat wat jullie moeten leren voor de toets. 



Slide 3 - Slide

Theorie Naamwoordelijk Gezegde
  • We kijken eerst een theoriefilmpje
  • Daarna geef ik nog wat extra uitleg
  • Vervolgens maken we via een Lessonup wat oefenopgaven 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Werkwoordelijk gezegde


Zegt iets over wat iets of iemand DOET

Bestaat uit
alle werkwoorden uit de zin

Naamwoordelijk gezegde

Zegt iets over wat iets of iemand IS

Heeft een koppelwerkwoord
&
naamwoordelijk deel


Er is hierbij nooit een lijdend vw!!



Slide 6 - Slide

Koppelwerkwoorden
  • zijn
  • worden
  • blijven
  • blijken
  • lijken
  • schijnen
  • heten
  • dunken
  • voorkomen
Wanneer is een werkwoord een koppelwerkwoord?

  • als het te vervangen is door een ander koppelwerkwoord uit het rijtje


Slide 7 - Slide




Zinsontleding WW Gezegde
Stap 1: Persoonsvorm
Stap 2: Werkwoordelijk Gezegde
Stap 3: Onderwerp
Stap 4: Lijdend voorwerp
Stap 5: Meewerkend voorwerp
Stap 6: Bijwoordelijke Bepaling



Zinsontleding NW Gezegde
Stap 1: Persoonsvorm
Stap 2: Naamwoordelijk Gezegde
Stap 3: Onderwerp
Stap 4: Naamwoordelijk Deel
Wat + PV + OND + WW deel Gezegde?
Stap 5: Meewerkend voorwerp
Stap 6: Bijwoordelijke Bepaling
Heeft de zin een Koppelwerkwoord?
Nee
Ja

Slide 8 - Slide

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Katrien is moe.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 9 - Quiz

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Ze heeft hard gewerkt.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 10 - Quiz

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Zij wil gaan slapen.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 11 - Quiz

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Zij dacht aan haar grote zachte bed met haar warme dekens.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 12 - Quiz

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Later wordt Katrien slaapspecialist.
A
naamwoordelijk gezegde
B
werkwoordelijk gezegde

Slide 13 - Quiz

Ontleden in de vaste volgorde
  • Zoek de PV
  • Gezegde (Alle werkwoorden in een zin)
  • Onderwerp
  • LV (Of naamwoordelijk deel)
  • MV
  • BWB

Slide 14 - Slide

De leerling is boos geworden.

Wat is de PV?
A
de leerling
B
is
C
boos
D
geworden

Slide 15 - Quiz

De leerling is boos geworden.

Doet de leerling iets (WW Gez),
of is de leerling iets (NW Gez)
A
doet iets!
B
nee, is iets!

Slide 16 - Quiz

De leerling is boos geworden.

Wat is het werkwoordelijk deel?

A
is
B
is boos
C
geworden
D
is geworden

Slide 17 - Quiz

De leerling is boos geworden.

Wat is het OW?
A
De leerling
B
is
C
boos
D
geworden

Slide 18 - Quiz

De leerling is boos geworden.
Wat is het naamwoordelijk deel?
Wat +PV + Werkwoorden + Ond
A
is boos
B
is boos geworden
C
boos
D
is geworden

Slide 19 - Quiz

De leerling is boos geworden.

Wat is het Naamwoordelijke Gezegde?
A
[boos] geworden
B
is [boos]
C
[is] geworden
D
is [boos] geworden

Slide 20 - Quiz

Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.

Wat is de PV?
A
voor veel leerlingen
B
blijft
C
grammatica
D
een moeilijk onderdeel.

Slide 21 - Quiz

Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.

werkwoordelijk gezegde of naamwoordelijk gezegde?
A
werkwoordelijk
B
nee, naamwoordelijk!

Slide 22 - Quiz

Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.

Wat is het OW?
A
voor veel leerlingen
B
blijft
C
grammatica
D
een moeilijk onderdeel.

Slide 23 - Quiz

Voor veel leerlingen blijft grammatica een moeilijk onderdeel.

Wat is het naamwoordelijk gezegde?
A
blijft
B
blijft [een moeilijk onderdeel voor veel leerlingen]
C
blijft [voor veel leerlingen]
D
blijft [een moeilijk onderdeel]

Slide 24 - Quiz

naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

Die ijverige Hendrik bleek de beste van de klas met wiskunde.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde.

Slide 25 - Quiz

Noteer het NG van de zin
Die ijverige Hendrik bleek de beste van de klas met wiskunde.

Slide 26 - Open question

LAATSTE
naamwoordelijk gezegde of werkwoordelijk gezegde?

De moestuin is een grote puinhoop geworden.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde.

Slide 27 - Quiz

Noteer het NG van de zin
'De moestuin is een grote puinhoop geworden.'

Slide 28 - Open question

Aan de slag!
Groep A
Groep B
Groep C
Werkboek afronden
Start met Fictie A (blz 180)
Oefen met zinsontleding in het lesboek
Klaar? Kom naar mij voor een antwoordblad
Maak opdr 1 t/m 6

H1 - blz 28
H2 - blz 56
H3 - blz 84 (WG + LV)
H4 - Blz 112 (MV)
H5 - Blz 140 (Bwb
timer
8:00

Slide 29 - Slide

AGENDA Eerste uur

- Inloop/absentie controleren - 5 min
- Over de toetsweek - 5 min
- Klassikaal: theorie - 10 min
- Lessonup NW Gezegde - 15 min
- Aan de slag! - 10 min
- Benen strekken - 5min


AGENDA Tweede uur

- Inloop/Absentie - 5 min
- Herhaling NW Gezegde - 5 min
- Aan de slag - 15 min
- KAHOOT Quizzz - 15 min
- Reflectie - 5 min

Slide 30 - Slide

Jeugdjournaal

Slide 31 - Slide

Herhaling NW Gezegde
timer
10:00

Slide 32 - Slide

KAHOOT Quizzz

Slide 33 - Slide