Introductie + bron A

1 / 11
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

¿Cómo se escribe 
tu nombre/apellido?

 

In viertallen. Vraag drie personen hun voor- en achternaam te spellen.
In tweetallen. Zoek in de woordenlijst een moeilijk Spaans woord op en spel dat. 
é > e con acento // ü > u con diéresis
M/m > eme mayúscula/ minúscula
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

timer
3:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Haz el ejercicio 3 en la página 10-11 
en tu libro de trabajo.
timer
3:00

Slide 8 - Slide

¡A traducir!
Wat betekenen onderstaande woorden?
  1. ¡Hola!                                                 7. Soy ...
  2. ¿Cómo te llamas?                        8. Soy holandés/ holandesa
  3. Me llamo ...
  4. ¿Y tú?
  5. No hablo bien español
  6. ¿Hablas inglés?
timer
2:00

Slide 9 - Slide

~Gesprekjes voeren~
Persona A: Groet in het Spaans. 
Persona B: Groet terug.
Persona A: Vraag "hoe heet je?"
Persona B: Zeg hoe je heet en vraag "en jij?"
Persona A: Zeg hoe je heet. 
Persona B: Vraag "spreek je Engels?"
Persona A: Geef antwoord. 

Slide 10 - Slide

Hoe...
... groet je iemand in het Spaans?
... zeg je hoe je heet?
... zeg je dat je een Nederlander/Nederlandse bent?
... zeg je wie je bent? 

Slide 11 - Slide