This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Examentraining
Slide 1 - Slide
Ik heb wel/geen vertrouwen in het Nederlands examen 'Leesvaardigheid', omdat...
Slide 2 - Open question
Lesdoelen
Jullie weten welke vier soorten examenvragen er zijn.
Jullie herkennen de vier soorten examenvragen in een oefening.
Jullie kunnen zelfstandig aan de slag met de vier soorten examenvragen in een oefening.
Slide 3 - Slide
Planning
1) Uitleg: welke soorten examenvragen zijn er?
2) Even oefenen
3) Samenwerkingsopdracht
3) Zelfstandig aan het werk
4) Afsluiting
Slide 4 - Slide
De soorten vragen
- Structuurvragen
- Begripsvragen
- Algemene vragen
- Vragen over hoofd- en bijzaken
Slide 5 - Slide
Structuurvragen
- Controleren of je de structuur herkent. Dus gaat over de opbouw van een tekst. Hoe delen van de tekst met elkaar samenhangen. Dus waarom iets op een bepaalde plek staat.
je komt ze tegen bij examens waar je moet snappen:
-Waarom een tekst een bepaalde volgorde heeft
-Wat het doel is van een alinea
-Wat het verband is tussen twee alinea's
-Of een zin een voorbeeld, tegenstelling, uitleg, conclusie of samenvatting geeft --> Signaalwoorden!!
Slide 6 - Slide
Begripsvragen
- Controleren of je begrijpt wat er in de tekst staat.
Kunnen gaan over:
- De inhoud van een tekst
- Wat een woord of zin betekent
- Wat iemand bedoeld met een uitspraak
Bijvoorbeeld: "Wat bedoelt de schrijver met de zin: ..."
Slide 7 - Slide
Algemene vragen
- Zijn vragen die over de hele tekst gaan.
Kunnen gaan over:
-De bedoeling van de schrijver (tekst doel)
-Het onderwerp
-De hoofdgedachte van de tekst
-jouw mening op het onderwerp
Bijvoorbeeld: "Wat is volgens jou de belangrijkste boodschap van de tekst?"
Slide 8 - Slide
Vragen over hoofd- en bijzaken
- Kan je (delen van) de tekst samenvatten of kan je het belangrijkste van de tekst onderscheiden van wat minder belangrijk is.
Bijvoorbeeld: "Wat is de hoofdzaak van deze tekst?"
Slide 9 - Slide
https://www.youtube.com/watch?v=oAZU5UCqdo8
Slide 10 - Slide
Wat willen Snelle en Ronnie Flex jou vertellen met deze songtekst?
A
Structuurvraag
B
Begripsvraag
C
Algemene vraag
D
Vraag over hoofd- en bijzaken
Slide 11 - Quiz
Wat is de betekenis van de uitdrukking 'Gooi eens olie op het vuur'
A
Structuurvraag
B
Begripsvraag
C
Algemene vraag
D
Vraag over hoofd- en bijzaken
Slide 12 - Quiz
"In welke alinea (couplet) komt de hoofdgedachte van de songtekst naar voren en waarom?"
Waar gaat de tekst over? Geformuleerd in één zin.
A
Structuurvraag
B
Begripsvraag
C
Algemene vraag
D
Vraag over hoofd- en bijzaken
Slide 13 - Quiz
In welke couplet komt het deelonderwerp 'Ik doe het als hobby, niet voor het geld' naar voren?
A
Structuurvraag
B
Begripsvraag
C
Algemene vraag
D
Vraag over hoofd- en bijzaken
Slide 14 - Quiz
Samenwerkingsopdracht
Wat: je vult het werkblad in --> je leest het tekstfragment, beantwoord de vraag die erbij hoort en kruist het juiste vraagtype aan.
Hoe: in tweetallen
Tijd: 10 minuten
Klaar: bedenk zelf een examenvraag
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Zelfstandig aan het werk
Wat: je vult het werkblad in --> tekst lezen, vragen beantwoorden en aangeven over welke vraagsoort het gaat.
Hoe: alleen
Hulp: ik loop rond voor vragen
Tijd: +/- 10 minuten Klaar: examen maken op examensite
Slide 16 - Slide
Zelfstandig aan het werk
1. Lees de tekst
2. Beantwoord de vraag
3. Kruis de juiste vraagsoort aan
Klaar? --> Oefen met examen op examensite
Aan het einde van de les lever je het werkblad bij mij in.
Slide 17 - Slide
-Wie kan een voorbeeld geven van een algemene vraag?
-Wat is het verschil tussen een structuurvraag en een vraag over hoofd- en bijzaken