NOVA H5 Reacties van koolstofverbindingen

Paragraaf 6.3
Additie en substitutiereacties
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 6.3
Additie en substitutiereacties

Slide 1 - Slide

Additie reactie





                           C2H4        +       Br2      ->       C2H4Br2

Slide 2 - Slide

Kenmerken van een additiereactie

  • Je start met een onverzadigde koolwaterstof  (C=C)
  • Je voegt één van de volgende stoffen toe: 
             Br2,    Cl2,    H2,    HF,    HCl,    HBr,     HI  of    H2O.
  • De dubbele binding klapt open en er ontstaat één nieuwe stof
  • De reactie verloopt snel

Slide 3 - Slide

Additie met water
Bij een additiereactie met water splitst het H2O molecuul in een H-atoom en een -OH groep. Het H-atoom komt aan het ene C-atoom en de -OH groep aan het andere C-atoom

Slide 4 - Slide

Welke stof ontstaat er bij de reactie van propeen met broom (dus Br2)?
A
1-broompropaan
B
1,2-dibroompropaan
C
1,3-dibroompropaan
D
2,3-dibroompropaan

Slide 5 - Quiz

Teken op het blad de additie van water aan propeen. Welk(e) stof(fen) ontstaan?
A
propaan-1-ol
B
propaan-2-ol
C
beide
D
geen van beide

Slide 6 - Quiz

Teken op het blad de additie van water aan but-2-een. Welk(e) stof(fen) ontstaan?
A
butaan-1-ol
B
butaan-2-ol
C
butaan-3-ol
D
butaan-2-ol en butaan-3-ol

Slide 7 - Quiz

4. Substitutiereactie




     
                                                                              1-broompropaan         waterstofbromide
    
Eén H-atoom wordt VERVANGEN door één atoom van Br2
Het andere Br-atoom neemt het H-atoom mee!

Slide 8 - Slide

Substitutiereactie
Bij een overmaat broom wordt er nog een H-atoom vervangen





                 of   ....   1,1-dibroompropaan
                                 1,3-dibroompropaan
                                         2,2-dibroompropaan        
    

Slide 9 - Slide

Bij een substitutie reactie worden er atomen in een molecuul ...
A
toegevoegd
B
vervangen.
C
verwijderd

Slide 10 - Quiz

Kan een substitutiereactie altijd plaatsvinden? Waarom?
A
Ja, niets heeft hier invloed op.
B
Nee, maar weet niet waarom.
C
Nee, alleen onder invloed van licht.

Slide 11 - Quiz


De afbeelding hiernaast geeft een ... weer. 
A
additiereactie
B
substitutiereactie
C
neerslagreactie
D
oplosreactie

Slide 12 - Quiz