This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
1 Samenstellingen van twee of drie woorden, schrijf je over het algemeen aaneen.
2 Splitswerkwoorden (scheidbaar samengestelde werkwoorden) schrijf je aaneen
pianospelen, stukmaken, oproken
3 Combinaties van een voorzetsel met bijwoord of twee bijwoorden schrijf je aaneen
eroverheen, waardoor, daarboven
2 Splitswerkwoorden (scheidbaar samengestelde werkwoorden) schrijf je aaneen
pianospelen, stukmaken, oproken, autorijden, uiteenspatten
3 Getallen tot duizend (in letters) en samenstellingen met honderd en duizend: vijfenveertig, dertienduizend,
maar: dertien miljard!
We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.