Herhalen + oefenen so

Welkom!
Pak alvast: je laptop en Nieuw Nederlands
Laptops blijven nog dicht
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak alvast: je laptop en Nieuw Nederlands
Laptops blijven nog dicht

Slide 1 - Slide

Deze les
Herhalen theorie uit je boek (zelfstandig)
Groene blokken: blz. 10, 18, 24, 52
Herhalen theorie so (klassikaal)
Oefenen (zelfstandig)

Slide 2 - Slide

Herhalen theorie
  • Lees eerst zelfstandig de theorie voor de so nog eens door
  • Blz. 10, 18, 24 en 52
  • Daarna lopen we klassikaal de theorie langs + opdrachtjes in de LessonUp 
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Lesdoelen:
  • Je kunt leesstrategieën gebruiken
  • Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen
  • Je kent de tekstdoelen
  • Je kunt een tekst controleren op betrouwbaarheid


Slide 4 - Slide

§1 Leesstrategieën
  • Deze vier leesstrategieën ken je nu
  • Hierover komen nu twee vragen via de LessonUp

Slide 5 - Slide

Oriënterend lezen
Globaal
lezen
Zoekend 
lezen
Precies
lezen
Je leest de eerste en laatste zinnen van elke alinea.
Je wilt de tekst helemaal goed begrijpen.
Je bekijkt de hele tekst en leest de eerste alinea.
Bekijk opvallende tekstdelen (nummers, bolletjes etc.)
Je wilt het onderwerp van de tekst bepalen.
Je wilt de vertrektijd van de trein weten 
Je leest de tekst heel aandachtig van het begin tot het eind.
Je wilt de deelonderwerpen bepalen.

Slide 6 - Drag question

Wat doe je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin zoekt?
A
de hele tekst precies lezen
B
zoekend lezen
C
oriënterend lezen
D
globaal lezen

Slide 7 - Quiz

§ 2 Onderwerp en hoofdgedachte
Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen.

Slide 8 - Slide

Het onderwerp van een tekst
  • Iedere tekst gaat ergens over. Je begrijpt een tekst beter als je weet wat het onderwerp is.
  1. Lees de tekst oriënterend
  2. Stel je jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?
  3. Het onderwerp schrijf je zo kort en precies mogelijk op (geen hele zin maar een paar woorden)

Slide 9 - Slide

Wat is het onderwerp van deze tekst?

In het schooljaar 2019-2020 gingen de centrale examens niet door vanwege Corona. Veel leerlingen vonden dit erg jammer. Ze hadden graag willen ervaren hoe het zou zijn om samen in een gymzaal de examens te moeten maken. Nu er geen examens zijn gemaakt, weten de leerlingen ook niet of ze ooit officieel geslaagd zouden zijn. Hopelijk gaan dit schooljaar de examens wel weer gewoon door.

Slide 10 - Open question

Hoofdgedachte
  • De hoofdgedachte is een volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
  1. Lees de tekst precies
  2. Staat de hoofdgedachte in de inleiding of het slot? Daar staat de hoofdgedachte soms letterlijk in de tekst. 
  3. Zo niet, vraag je dan af: Wat is het belangrijkste dat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt? (en stel de hoofdgedachte zelf samen).

Slide 11 - Slide

De hoofdgedachte...
A
staat altijd in de inleiding.
B
staat altijd in het slot.
C
moet je altijd zelf bedenken.
D
staat vaak in de inleiding of het slot.

Slide 12 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 13 - Quiz

§3 Tekstdoelen en tekstsoorten
Je kent de tekstdoelen.

Slide 14 - Slide

Welke vijf tekstdoelen ken je?
En ken je ook voorbeelden van tekstsoorten die daarbij horen?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Cursus 2, Media, § 2 Betrouwbaarheid
Je kunt de betrouwbaarheid van een tekst of bericht op digitale media bepalen.

Slide 17 - Slide

Betrouwbare informatie?
  • Je kunt op veel verschillende plekken informatie vinden over allerlei onderwerpen. 
  • Bijvoorbeeld op een website, via social media, in een interview, een (radio) programma of een krant. 
  • Maar! Niet elke plek waar je die informatie kunt vinden is even betrouwbaar, wat ook niet alle informatie betrouwbaar maakt.

Slide 18 - Slide

Kritisch lezen: Check
  1. wie of wat de bron van de tekst is;
  2. of je de inhoud vertrouwt (als de schrijver feiten presenteert, controleer je of deze ook waar zijn, in andere bronnen);
  3. wat het schrijfdoel van de schrijver is;
  4. op welke datum de tekst geschreven is (lang geleden?);
  5. het taalgebruik, is dat correct of veel taalfouten?
  6. de beelden, zijn ze echt of bedoeld om je voor de gek te houden? 

Slide 19 - Slide

Aan de slag
  • Welke paragrafen vind je nog lastig? Oefen met die opdrachten 
  • Lezen 1. Leesstrategieën: opdracht 1 blz. 11, opdracht 6 blz. 14
  • Lezen 2. Onderwerp en hoofgedachte: opdracht 7 (1 t/m 5) blz. 20-21, opdracht 9 (1 t/m 7) blz. 22
  • Lezen 3. Tekstdoelen en tekstsoorten: opdracht 1 blz. 24, opdracht 8
    (1 t/m 9) blz. 26-27
  • Media 2. Betrouwbaarheid: opdracht 2 (1 en 2) blz. 53

Slide 20 - Slide

Lesdoelen gehaald?:
  • Je kunt leesstrategieën gebruiken
  • Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst bepalen
  • Je kent de tekstdoelen
  • Je kunt een tekst controleren op betrouwbaarheid


Slide 21 - Slide

Vooruitblik
Volgende les: kwartiertje oefenen met opdrachten
Tweede helft van de les: oefenen voor so

Donderdag: so!



Slide 22 - Slide