H3.2 Lenzen VWO

H3.2 Lenzen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H3.2 Lenzen

Slide 1 - Slide

Checklist
Na deze les kun je uitleggen wat een lens is.
Na deze les weet je wat een positieve en een negatieve lens is.
Na deze les kun je het verschil tussen een convergente en 
divergente lichtbundel uitleggen.
Na deze les kun je uitleggen wat het brandpunt is.
Na deze les kun je constructiestralen tekenen.
Na deze les kun je de vergrotingsfactor berekenen.

Slide 2 - Slide

Lenzen

Slide 3 - Mind map

Lenzen
Schijven van glas of kunststof.
Licht dat op een bepaalde manier van richting verandert heet breking.


Slide 4 - Slide

Positieve lenzen:
Deze zijn in het midden het 
dikst (bolle lenzen).


Slide 5 - Slide

Positieve lenzen hebben een convergerende werking
Het licht breekt iets naar binnen t.o.v. voor de lens. 

Slide 6 - Slide

Negatieve lenzen:
In midden dunst (holle lenzen).

Slide 7 - Slide

Negatieve lenzen hebben een divergerende werking
De bundel beweegt uit elkaar t.o.v. er voor.

Slide 8 - Slide

Wat voor soort lens zie je op de afbeelding?
A
Negatieve lens (Bolle lens)
B
Negatieve lens (Holle lens)
C
Positieve lens (Holle lens)
D
Positieve lens (Bolle lens)

Slide 9 - Quiz

Op de afbeelding zie je een divergerende lichtbundel.

A
Niet waar
B
waar

Slide 10 - Quiz

Maken opgave 2 
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Het brandpunt
Evenwijdig licht gaat na breking door het brandpunt (F van focus). Het brandpunt is waar alle lichtstralen bij elkaar komen.

Slide 12 - Slide

Constructiestralen
 Bepaal waar het beeld achter lens ontstaat.

We doen het altijd met twee constructiestralen.
1 - Door het midden van de lens, verandert niet richting
2 - Evenwijdig aan hoofdas. Na lens door brandpunt (F).

Slide 13 - Slide

1 Teken de lens, het brandpunt en de hoofdas. F = 1,5 cm

Slide 14 - Slide

Teken het voorwerp als een pijltje L1 L2 (Voorwerp 3 cm voor de lens en 2 cm lang)

Slide 15 - Slide

3 Teken het beeldpunt B1 met de twee constructiestralen.

Slide 16 - Slide

Teken het beeld als een pijl B1B2.

Slide 17 - Slide

Construeren
Met een bolle lens kun je een beeld maken van een voorwerp. 

Slide 18 - Slide

Vergrotingsfactor (N)
Vergrotingsfactor (N) = Lengte van het beeld / lengte van het voorwerp.

Bijvoorbeeld de beamer op het bord. Plaatje van de beamer is 2,5 cm. Het beeld op het bord is 1,5 m
Dus vergrotingsfactor is 150/2,5 = 60 

Slide 19 - Slide

Maken opgave 12 
timer
5:00

Slide 20 - Slide

Checklist
Na deze les kun je uitleggen wat een lens is.
Na deze les weet je wat een positieve en een negatieve lens is.
Na deze les kun je het verschil tussen een convergente en 
divergente lichtbundel uitleggen.
Na deze les kun je uitleggen wat het brandpunt is.
Na deze les kun je constructiestralen tekenen.
Na deze les kun je de vergrotingsfactor berekenen.

Slide 21 - Slide

Aan de slag
Huiswerk voor maandag 
1, 3 & 14 

Slide 22 - Slide