Les 2 Paragraaf 2 Karakteristieke groepen

Hoofdstuk 6
Paragraaf 2 Karakteristieke groepen
4HAVO
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 6
Paragraaf 2 Karakteristieke groepen
4HAVO

Slide 1 - Slide

Programma
- Karakteristieke groepen
- Halogeenalkanen
- Alkanolen
- Alkaanzuren
- Alkaanaminen 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
- De namen van alkanen en alkenen en de bijbehorende structuurformules benoemen.
- Aan de hand van een molecuulformule of naam een structuurformule tekenen.
- Aan de hand van een structuurformule een naam of molecuulformule geven.
- Eventuele isomeren weergeven aan de hand van een structuurformule of naam.
- De karakteristieke groepen -OH, -COOH, -F, -Cl, -Br, -I en -NH2 onthouden en deze herkennen in een structuurformule.
- Koolwaterstoffen met een karakteristieke groepen een systematische naam geven.

Slide 3 - Slide

Kinderspeelgoed 
Veel kinderspeelgoed is gemaakt van PVC
Dit is een koolwaterstofmolecuul wat naast koolstof en waterstofatomen ook uit chlooratomen bestaat.

Dit kan problemen geven met de afvalverwerking

Slide 4 - Slide

Karakteristieke groepen
Een karakteristieke groep kan een verbinding een specifieke eigenschap geven. 
Bijv.
- Halogeenalkanen
- Alkanolen
- Zuren
- Aminen

Slide 5 - Slide

Wat waren halogenen ook alweer? Noem er hieronder 2.

Slide 6 - Open question

Halogeenalkanen
Halogeenalkanen zijn alkanen waar 1 of meer H-atomen zijn vervangen door een halogeenatoom.
- De stamnaam verandert niet
- De naam, het aantal en de plaats van het halogeenatoom zet je voor de stamnaam (het wordt dus een voorvoegsel)

F - fluor
Cl - Chloor
Br - Broom
I - Jood 

Slide 7 - Slide

Naamgeving vertakte koolwaterstoffen
Stappenplan:
Stap 1 - Zoek de langste koolstofketen van C-atomen en geef deze een naam. 
Stap 2 - Nummer de C-atomen van de stam. Doe dit van links naar rechts en van rechts naar links.
Stap 3 - Kies de nummering waar de zijgroepen op de laagst genummerde C-atomen zitten
Stap 4 - Geef de zijgroepen een naam
Stap 5 - zet de zijgroepen voor de stamnaam met het nummer van het C-atoom waaraan de groep vast zit.
Stap 6 - Controleer of de zijgroepen op alfabetische volgorde staan mochten het er meer dan 1 zijn. 

Slide 8 - Slide

Voorbeeld 1
Geef het onderstaande molecuul een naam
We doen deze opdracht op het bord en gebruiken het stappenplan.

Slide 9 - Slide

Alkanolen
Alle verbindingen waar de karakteristieke groep -OH in aanwezig is behoren tot de groep alcoholen. 

De eenvoudigste groep zijn de alkanolen, hier is 1 H-atoom vervangen door een -OH groep. 
- Verandering in de stamnaam -> komt een achtervoegsel namelijk -ol

Slide 10 - Slide

Voorbeeld 2
Geef het onderstaande molecuul een naam
We doen deze opdracht op het bord en gebruiken het stappenplan.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld 3
Geef het onderstaande molecuul een naam
We doen deze opdracht op het bord en gebruiken het stappenplan.

Slide 12 - Slide

Alkaanzuren
Alle verbindingen met de karakteristieke -COOH groep behoren tot de carbonzuren. (let op deze zuurgroep moet je altijd voluit tekenen)

De eenvoudigste groep carbonzuren zijn de alkaanzuren.
In een carbonzuur is een CH3-groep vervangen door een COOH-groep
- Verandering in de stamnaam -> komt achtervoegsel -zuur (let op de C van de zuurgroep moet je ook meetellen met de langste C keten) 

LET OP! De C van het zuur is altijd nummer 1!

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 4
Geef het onderstaande molecuul een naam
We doen deze opdracht op het bord en gebruiken het stappenplan.

Slide 14 - Slide

Alkaanaminen
Alle verbindingen met de karakteristieke -NHnoem je aminen.
De eenvoudigste groep zijn alkaanaminen. Hier is een H-atoom vervangen door een -NH2 groep.
- Verandering in de stamnaam -> achtervoegsel -amine 

Slide 15 - Slide

Voorbeeld 5
Geef het onderstaande molecuul een naam
We doen deze opdracht op het bord en gebruiken het stappenplan.

Slide 16 - Slide

Combineren!
Deze groepen kunnen ook samen in een koolwaterstofmolecuul zitten.
Zie BINAS tabel 66D

We hebben nu geleerd hoe het gaat met de naamgeving van alkanen maar de groepen kunnen aan alkenen zitten.
Laten we gaan oefenen!

Slide 17 - Slide

Voorbeeld 6 
Geef het onderstaande molecuul een naam
We doen deze opdracht op het bord en gebruiken het stappenplan.

Slide 18 - Slide

Voorbeeld 7 
Geef het onderstaande molecuul een naam
We doen deze opdracht op het bord en gebruiken het stappenplan.

Slide 19 - Slide

Voorbeeld 8
Geef het onderstaande molecuul een naam
We doen deze opdracht op het bord en gebruiken het stappenplan.

Slide 20 - Slide

Activerende werkvorm
Welke stellingen kloppen niet?
Tijd: 5 - 10 minuten
Hoe: In duo's zonder boek
Wat: Schrijf op welke stellingen niet kloppen
Klaar? Begin aan de opdrachten van paragraaf 2

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
Tijd: tot 10 minuten voor het einde van de les
Hoe: eerst 5 minuten in stilte daarna in fluistertoon met persoon naast je
Hulp: gebruik je boek en BINAS
Uitkomst: Huiswerk voor volgende week
Klaar? haal 4V boek op en maak de opdrachten over alkynen
Wat: opdrachten van paragraaf 2

Slide 22 - Slide

Geef dit molecuul een naam.

Slide 23 - Open question

Geef dit molecuul een naam.

Slide 24 - Open question

Maak een tekening van de structuurformule van de stof 2,3-dibroom-2-hydroxypentaanzuur

Slide 25 - Open question

Maak een tekening van de structuurformule van de stof 1-chloorbut-2-een-1-ol

Slide 26 - Open question

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
- De namen van alkanen en alkenen en de bijbehorende structuurformules benoemen.
- Aan de hand van een molecuulformule of naam een structuurformule tekenen.
- Aan de hand van een structuurformule een naam of molecuulformule geven.
- Eventuele isomeren weergeven aan de hand van een structuurformule of naam.
- De karakteristieke groepen -OH, -COOH, -F, -Cl, -Br, -I en -NH2 onthouden en deze herkennen in een structuurformule.
- Koolwaterstoffen met een karakteristieke groepen een systematische naam geven.

Slide 27 - Slide