woordenschat - cabaret
1 / 25
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Wat betekent coöpteren?
A
betalen van belasting
B
status verkrijgen
C
nieuwe leden kiezen
D
voor gek staan
Slide 4 - Quiz
Wat betekent loyaliteit?
A
eerlijkheid
B
oprechtheid
C
trouw
D
toewijding
Slide 5 - Quiz
wat betekent conglomeraat?
A
zeer groot bedrijf
B
collegialiteit
C
zelfstandigheid
D
opeenhoping
Slide 6 - Quiz
wat betekent oikofobie (volgens Thierry Baudet)?
A
de angst om te falen
B
de angst voor armoede
C
de angst voor het eigene
D
de angst voor het vreemde
Slide 7 - Quiz
welke kleur heeft de stropdas van Arjen Lubach?
A
blauw
B
bordeauxrood
C
zwart
D
groen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Maak af: 'Onderwijs specialisten vermoeden dat de opleiding ...
A
... een groot succes wordt.'
B
...een tegenreactie is.'
C
...geen lang leven beschoren is.'
D
...een nieuw onderwijsconcept aanbiedt.'
Slide 10 - Quiz
Wat vindt de cursist in de zwart-witte jammer aan de cursus?
A
de nadruk op geweld en agressie
B
de nadruk op samenwerken
C
de nadruk op het gebruik van wapens
D
de nadruk op leerlingen die het niet goed doen
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Leg uit waar cabaretier Daniel Arends een hekel aan heeft.
Slide 13 - Open question
hoe heet de vorm van humor die hij gebruikt om zijn mening duidelijk te maken
A
moppen tappen
B
ironie
C
sarcasme
D
flauwe humor
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Video
wat betekent 'contrast'?
A
aanname
B
fout
C
kleur
D
verschil
Slide 16 - Quiz
Beschrijf het grootste contrast tussen 'buiten' en 'school' volgens cabaretier Patrick Laureij
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Video
Wat betekent 'frictie'?
A
onhandigheid
B
weerstand
C
massief
D
tijdsaanduiding
Slide 19 - Quiz
wat is steeds het centrale onderwerp geweest van de cabaretfragmenten?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Waarom is dit onderwerp een item in Zondag met Lubach?
Slide 23 - Open question
nieuwe woorden
