vitamine

Wat is de eiwitbehoefte per dag?
A
0,6 g/kg/dag
B
0,8 g/kg/dag
C
1,0 g/kg/dag
D
1,2 g/kg/dag
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is de eiwitbehoefte per dag?
A
0,6 g/kg/dag
B
0,8 g/kg/dag
C
1,0 g/kg/dag
D
1,2 g/kg/dag

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen
C
Organische stoffen
D
Anorganische stoffen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions


Wat doen bouwstoffen?
Terugkoppeling
A
Ze worden opgeslagen
B
Ze zijn nodig voor de groei en ontwikkeling
C
Ze leveren energie
D
Ze beschermen je lichaam

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen koolhydraat?
A
Pasta
B
Couscous
C
Noedels
D
Miso

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft er meer bouwstoffen nodig:
A
De oude man
B
Het jonge kind

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welk zinsverband herken je:
Je hebt verschillende soorten vitamines, zoals vitamina A, B, C, D.
A
Oorzakelijk verband
B
Opsommend verband
C
Middel-doel verband
D
Uitleggevend verband

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


Meer eiwitten binnen krijgen dan de aanbevolen eiwitbehoefte is niet erg. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Het lichaam kan te grote hoeveelheden eiwit niet opslaan. De nieren moeten de stoffen allemaal verwerken en worden op deze manier behoorlijk belast. Daarnaast kan zelf ontkalking van het bot optreden. 

Wanneer de energieinname lager is dan de energiebehoefte, zal het lichaam eerst zijn reserves aan glycogeen (in het lichaam opgeslagen glucose) en vet verbruiken en vervolgens het eigen eiwit als energiebron aanwenden ipv dit eiwit voor de opbouw te gebruiken. Dit leidt tot afbraak van het lichaam. 
Wat zijn verzadigde vetten?
A
Ze zijn gezond, zorgen voor een verlaagd cholesterol.
B
Ze zijn gezond, zijn vloeibaar van vorm.
C
Ze zijn ongezond, je moet deze vervangen door koolhydraten.
D
Ze zijn ongezond, zorgen voor een hoger risico op hart- en vaatziekten.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Enkelvoudige koolhydraten zijn de gezonde koolhydraten
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke vitamine is de vitamine van de zon?
A
Vitamine D
B
Vitamine C
C
Vitamine B
D
Vitamine A

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

wat is de functie van bouwstoffen
A
groeien
B
dat je kan poepen
C
dat je lichaam bouwt
D
maken van nieuwe cellen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is onverzadigd vet?
A
ongezonde vet soort
B
gezonde vet soort

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Je lichaam heeft bouwstoffen nodig. Wat zijn de bouwstoffen?
A
Eiwitten, zetmeel, koolhydraten, suikers en vitamines
B
Eiwitten, koolhydraten, vezels, mineralen en vitamines
C
Eiwitten, zetmeel, vezels, vetten, vitamines en mineralen
D
Eiwitten, koolhydraten, vetten, water, vitamines en mineralen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Vitamine C is belangrijker dan Vitamine B1
A
Juist
B
Onjuist
C
Dat kun je op grond van deze tabel niet zeggen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Kan je zonder vitaminen?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Vitaminen en mineralen zijn
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bij meervoudig onverzadigde vetten vindt sneller vetbederf plaats dan bij enkelvoudig onverzadigde vetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het eiwit dat aanwezig is in eiwit ;-)
A
Albumine
B
Glubuline
C
Gliadine
D
Glutenine

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

vitaminen zijn ?
A
brandstoffen en bouwstoffen
B
bouwstoffen en beschermende stoffen
C
fruit en Groentes
D
zuivelproducten en vezels

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Brood?
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Eiwit is een ....
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Sommige mensen gebruiken vitaminepillen. Tot welke groep stoffen behoren vitaminen?
A
Beschermende stoffen
B
Bouwstoffen
C
Brandstoffen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

wat is de functie van vitaminen
A
beschermen
B
bouwen
C
brandstof
D
reservestof

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn bouwstoffen voor spieren?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vocht

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions