Samenvatten planten en dieren 1 t/m 5

oefentoets basisstof 1 t/m 4
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

oefentoets basisstof 1 t/m 4

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Zelf kennis testen
Basisstof 1 t/m 4
Vragen stellen
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Noem een voorbeeld van een organisme

Slide 3 - Open question


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 4 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 5 - Quiz


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 6 - Quiz

2. Levend - Dood- Levenloos.
Sleep onderstaande afbeeldingen naar het juiste vak levend, dood, levenloos. Tel de... getallen van het vak ‘dood’ bij elkaar op.
LEVEND
DOOD

LEVENLOOS

Slide 7 - Drag question

0

Slide 8 - Video

Welke levenskenmerken zag je in het filmpje?
A
Bewegen, voeden, waarnemen, ademhalen
B
Bewegen en voeden
C
Voeden en waarnemen
D
Alleen voeden

Slide 9 - Quiz

Basisstof 1 
Organisme = Alles wat leeft (levend wezen)

Levenskenmerken
Ademen,
bewegen,
groeien,
uitscheiden,
voeden,
voortplanten.
waarnemen

Slide 10 - Slide

Groei of ontwikkeling?
Het wisselen van je tanden
A
Groei
B
Ontwikkeling

Slide 11 - Quiz

Poortje
Navel
Hartvormig bultje
Worteltje
Blaadje
Kiem
Zaadlob
Zaadhuid

Slide 12 - Drag question

Zet de onderstaande stappen op de juiste volgorde van de ontwikkeling van zaadplanten. Begin en eind zijn al gegeven.
1. Zaad
7. Nieuwe zaden komen op de grond
Water opnemen met navel
Er worden bloemen gevormd
Wortels en bladeren groeien
Plant maakt vruchten
Zaadlobben verdwijnen

Slide 13 - Drag question

groei of ontwikkeling?

Slide 14 - Slide

Dieren zonder metamorfose hebben geen levenscyclus
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat is metamorfose?
A
Het verschijnsel dat jonge dieren een hele andere lichaamsbouw en leefwijze hebben dan volwassen dieren.
B
Het verschijnsel dat jonge dieren en volwassen dieren steeds groter en zwaarder worden.
C
Het verschijnsel dat er tijdens de groei steeds meer nieuwe organen bijkomen.
D
Het verschijnsel dat bestaande organen hun functie steeds beter gaan vervullen.

Slide 16 - Quiz

Wat is de goede volgorde van de metamorfose van het koolwitje?
A
ei, rups, pop, vlinder
B
ei, pop, rups, vlinder
C
rups, pop, ei, vlinder
D
pop, ei, rups, vlinder

Slide 17 - Quiz

Een ander woord voor metamorfose is ..
A
verbouwing
B
gedaantewisseling
C
ontwikkelfase
D
levenscyclus

Slide 18 - Quiz

Een vlieg heeft een metamorfose
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Welke levensfase komt na puber?
A
Volwassene
B
Schoolkind
C
Adolescent
D
Oudere

Slide 20 - Quiz

Motorische ontwikkeling
lichamelijke ontwikkeling
geestelijke ontwikkeling
Ontwikkeling van verstand, gevoelsleven en persoonlijkheid
Het leren van bewegingen
Het optreden van veranderingen in het lichaam van een mens

Slide 21 - Drag question

ontwikkeling mens
Groei van lichaamdelen en lengte noemen we lichamelijke ontwikkeling.

Groei van verstand, gevoelsleven en persoonlijkheid noemen we geestelijke ontwikkeling.

Het leren bewegen noemen we motorische ontwikkeling

Slide 22 - Slide

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?
Wat maakt een plant bij fotosynthese?

Slide 23 - Drag question

Bladgroenkorrels zitten alleen in .....
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen

Slide 24 - Quiz

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 25 - Quiz

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 26 - Quiz

Wat is de taak van bladgroenkorrels?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

noem de eetbare delen van een plant(5)

Slide 29 - Open question

Eetbare delen van een plant
de wortels
de stengels
de bladeren
de vruchten
de zaden
de bloemen

Slide 30 - Slide

een levensfase is..
A
een periode in een mensenleven waarin je lichaam en je hersenen veranderen
B
een periode in een mensenleven waarin je lichaam en je hersenen groeien
C
een periode in een mensenleven waarin je je hersenen ontwikkelen
D
een periode in een mensenleven waarin je lichaam verandert

Slide 31 - Quiz

De levensfase van een puber is van
A
0-1,5 jaar
B
12-17 jaar
C
6-12 jaar
D
17-21 jaar

Slide 32 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van levensfasen.
A
Baby, peuter, kleuter, kind, adolescent, puber, volwassene, ouder
B
Baby, kleuter, peuter, kind, puber, adolescent, volwassene, ouder
C
Baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene, oudere
D
Baby, kleuter, peuter, kind, adolescent, puber, volwassene, ouder

Slide 33 - Quiz

Wat is de levensfase van de adolescent?
A
16-21 jaar
B
14-18 jaar
C
21-30 jaar
D
12-16jaar

Slide 34 - Quiz