Spreekvaardigheid brugklas

Welkom bij Nederlands
Brugklas havo/vwo
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 10 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
Brugklas havo/vwo

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Programma
- Lesdoelen
- Uitleg spreekvaardigheid a.d.h.v. voorbeeldfilmpjes
- Feedback ontvangen en geven
- Oefenen

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
- Ik kan variëren in volume, tempo, toonhoogte en duidelijk articuleren om mijn spreekbeurt levendig te maken.
- Ik weet hoe ik oogcontact met het publiek kan maken.
- Ik weet hoe ik een passende gezichtsuitdrukking kan aannemen.
- Ik kan gebaren tijdens mijn spreekbeurt inzetten om mijn verhaal te verduidelijken.

Slide 4 - Slide

Uitleg spreekvaardigheid
- Opdracht spreekvaardigheid doornemen.
-> 3 minuten
-> onderwerp naar keuze
-> beoordeeld op: stemgebruik, contact publiek, gebaren, tempo, vloeiend, spontaniteit.

Slide 5 - Slide

Uitleg spreekvaardigheid
Spreekvaardigheid bestaat uit een deel verbale communicatie en een deel non-verbale communicatie. 

Onderzoek heeft aangetoond dat je overtuigingskracht toeneemt wanneer je gebaren, houding en stemgebruik in overeenstemming zijn met de argumenten en inhoud die je brengt. Ongeveer 33% van je overtuigingskracht is non-verbaal.



Slide 6 - Slide

Uitleg spreekvaardigheid
Non-verbale communicatie = niet-talige tekens, 'zonder woorden'

Onderdelen non-verbale communicatie:
- Lichaamshouding                - Gebaren
- Oogcontact                             - Gezichtsuitdrukking

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Uitleg spreekvaardigheid
Lichaamshouding - probeer het zelf!

Sta ontspannen en actief voor het publiek. Kantel je bekken. Zorg dat je knieën iets gebogen zijn. Verdeel je gewicht gelijkmatig over je voeten. Je rug moet recht zijn. Ontspan je nek, schouders en kaken zo veel mogelijk. Deze houding straalt zelfvertrouwen uit en zorgt voor een beter stemgebruik. 

Slide 9 - Slide

Uitleg spreekvaardigheid
Lichaamshouding - probeer het zelf!

Vertaal het enthousiasme over je onderwerp in je lichaamshouding (geen kauwgom, handen niet in de broekzakken, niet friemelen).
Loop af en toe heen en weer of buig zelfs iets naar voren als je iets speciaals wilt vertellen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Uitleg spreekvaardigheid
Oogcontact
Kijk voortdurend het publiek in. Besteed niet alleen aandacht aan de voorste rij, maar ook aan de achterste rijen. Verdeel de zaal in aandachtsgebieden en schenk ze tijdens de presentatie om beurten aandacht.
Vind je je klasgenoten aankijken eng? Kijk dan naar hun neus of voorhoofd.

Slide 12 - Slide

Wat valt op aan de spreker bij het volgende filmpje?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Wat valt je op aan het voorgaande filmpje?

Slide 15 - Mind map

Uitleg spreekvaardigheid
Gebaren
Maak gebruik van gebaren die je boodschap ondersteunen. Je kunt iets laten zien of iets aanwijzen. Probeer daarbij oogcontact te houden met de groep. Je kunt met vingers de structuur ondersteunen bij opsommingen (ten eerste, ten tweede etc.).

Slide 16 - Slide

Uitleg spreekvaardigheid
Gebaren - vermijd het volgende:
- Friemel aan kapsel, krabben aan het voorhoofd, handen in en uit de broekzakken, handen wrijven, klikken van een pen, papieren voortdurend verschuiven.
- Ellebogen in de zij en de onderarmen bewegen 
(fladderende kip)
- Beide handen voor het kruis (angstige indruk)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Geef een top/tip over Obama's non-verbale houding.

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Video

Hoe vond je het om naar Wim Helsen(s gebaren) te kijken?

Slide 21 - Mind map

Uitleg spreekvaardigheid
Gezichtsuitdrukking
Stem je gelaatsuitdrukking af op het doel dat je wil bereiken bij de luisteraar. Niets is zo misleidend als een boos iemand die een lachende uitdrukking heeft. Wat moet je nu geloven?

Slide 22 - Slide

Uitleg spreekvaardigheid
Opdracht in duo's 

Bedenk een gezichtsuitdrukking met een tegenstrijdige boodschap. Bv. met een blij gezicht een slecht bericht brengen (uw zoon is helaas omgekomen tijdens een militaire actie).

Wissel met elkaar uit. 

Slide 23 - Slide

Uitleg spreekvaardigheid
Onderdelen stemgebruik:
- Articulatie
- Volume
- Intonatie
- Tempo
- Timing
- Vloeiend spreken

Slide 24 - Slide

Uitleg spreekvaardigheid
Tips voor goed stemgebruik:
 - Articuleer, open je mond. Zorg voor buikademhaling.
- Spreek luid en varieer in stemvolume om de aandacht vast te houden. 
- Toonhoogteverschillen zorgen voor en levendiger en overtuigender verhaal.  
- Neem adempauzes - ook prettig voor de luisteraar. 

Slide 25 - Slide

Uitleg spreekvaardigheid
Opdracht articulatie:
- Spreek de onderstaande zin zo goed mogelijk uit. 
- Wie kan de zin het snelst drie keer goed achter elkaar uitspreken?

Als jouw teckel mijn teckel tackelt, tackelt mijn teckel jouw teckel terug.

Slide 26 - Slide

Uitleg spreekvaardigheid
Let op: stemgebruik
- Eindig je zinnen net zo luid als dat je ze begint. Wanneer je zin zachter eindigt, geeft je aan dat het laatst gesprokene minder belangrijk is. 
- Formuleer je zinnen spontaan. Het uit je hoofd leren van zinnen zorgt ervoor dat het lijkt alsof je iets voorleest. 

Slide 27 - Slide

Welke tip/tops zou je aan de volgende sprekers geven?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Welke verschillen heb je ervaren in het stemgebruik van de verschillende sprekers?

Slide 32 - Mind map

Welk onderdeel vind jij het lastigst van spreekvaardigheid? Waar wil je beter in worden?

Slide 33 - Mind map

Feedback ontvangen en geven
- Feedback is terugkoppeling over het effect van zijn of haar gedrag of prestaties. 
- Waardevol voor verbetering. 
- Positieve feedback: helpt om bestaand gedrag te bekrachtigen of te bestendigen
- Opbouwende feedback: helpt opbouwende feedback helpt om gedrag te veranderen.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Hoe vind jij het fijn om feedback te ontvangen?

Slide 36 - Mind map

Oefenen
Oefening articulatie:
- Werk in duo's (leerling A + leerling B)
- A typt een zin in Google Translate en vertaalt deze naar een andere taal, bv. Fins. 
- A leest de zin voor aan B en B noteert de zin. 
- Check: heeft A voldoende gearticuleerd, zodat B alle woorden juist heeft kunnen opgeschreven?


Slide 37 - Slide

Oefenen
Oefening verbaal en non-verbaal:
- Vorm duo's.
- Neem 2 minuten de tijd om een mindmap over je duo of een huisdier te maken. Overleggen mag. 
- Geef een spreekbeurt van 1 minuut over je duo/huisdier voor de klas. Denk aan alle beoordelingspunten.
- Je ontvangt minimaal 2 tops en een tip. 

Slide 38 - Slide

Aan welk ontwikkelpunt voor spreekvaardigheid ga jij werken? En hoe?

Slide 39 - Mind map