Herhaling 8.3 & 8.4

Herhaling 8.3 & 8.4
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Herhaling 8.3 & 8.4

Slide 1 - Slide

Europese Unie in 2020
Nu zijn er

Slide 2 - Slide

EU
Nederland is lid van de Europese Unie (EU). Nederland is één van de lidstaten.
De Europese Unie (EU) heeft als belangrijkste doel dat alle landen binnen de EU samenwerken op economisch gebied.


Binnen de EU zijn de economische grenzen vervallen, waardoor de lidstaten samen een interne markt vormen. Dat is goed voor de onderlinge handel.






Slide 3 - Slide

EU = Europese Unie:
  • gemeenschappelijke regels (harmonisatie  -->  eerlijke concurrentie)
  • vrijhandel (de EU heeft een interne markt)

Vrij verkeer van:
  • goederen  en diensten (vrijhandel)
  • personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Slide 4 - Slide

EMU = Europese Monetaire Unie
De Europese Monetaire Unie (eurozone) bestaat uit de landen binnen de EU die de euro hebben ingevoerd.

De Europese Centrale Bank let er op dat de euro zijn waarde behoudt.

Slide 5 - Slide

EMU = donker blauw
EU= kleur
Niet:
- Zweden (kroon)
- Denemarken (kroon)
- Polen (zloty)
- Tsjechië (kroon)
- Hongarije (forint)
- Roemenië (leu)
- Bulgarije (lev)
- Kroatië (kuna)

Slide 6 - Slide

De Wisselkoers
De wisselkoers is de prijs van een munt uitgedrukt in een andere munt. 
Een wisselkoers van bijvoorbeeld 1,33 dollar voor 1 euro betekent dat 1,33 Amerikaanse dollars evenveel waard zijn als één euro en dat één dollar een waarde heeft van 75 eurocent.

Slide 7 - Slide

Bij een stijging van de wisselkoers van buitenlands geld:
=  De prijs van de dollar, pond, yen enz. gaat omhoog, dan
  • kost import meer = stijgende importprijzen = dalende import
  • betalen consumenten meer voor geïmporteerde producten
  • dalen de exportprijzen (de € is voor andere landen goedkoper geworden

       --> verbetering concurrentiepositie EMU-landen)

  • brengt export meer op = stijgende export = stijgende werkgelegenheid

Voorbeeld:  $1 = € 0,88 --> $1 = € 0,92




Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Maken opgaven blz 239
Klaar? ga verder met blz 243:
vraag 14 t/m 17

Slide 16 - Slide