Les 3: zelfstandig naamwoord en lidwoord

Welkom B1e!
Wat gaan we doen?
  • Terugblik 

  • Lesdoelen
  • H1 Grammatica:
zelfstandig naamwoord en lidwoord
  • Evaluatie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom B1e!
Wat gaan we doen?
  • Terugblik 

  • Lesdoelen
  • H1 Grammatica:
zelfstandig naamwoord en lidwoord
  • Evaluatie

Slide 1 - Slide

Terugblik
Wat hebben we de vorige les gedaan?

  • Persoonsvorm en zinsdelen vinden

  • Nu nakijken via Showbie (VEF8C) - 5 minuten










Slide 2 - Slide

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin precies?
A
4. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze zin precies?
B
5. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze / zin precies?
C
5. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze zin / precies?
D
6. Hoeveel / zinsdelen / heeft / deze / zin / precies?

Slide 3 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin precies?

Persoonsvorm =
A
deze
B
hoeveel
C
heeft
D
zinsdelen

Slide 4 - Quiz

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je...

... zelfstandige naamwoorden herkennen.

... (bepaalde en onbepaalde) lidwoorden herkennen.

Slide 5 - Slide

Grammatica
Woordsoorten
 Je gaat elk woord van de zin benoemen:

Onbepaald en bepaald lidwoord (lw)
Zelfstandig naamwoord (znw)
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Voorzetsel (vz)
Bijwoord (bw)
Werkwoord (ww)


Zinsdelen
Je gaat delen van zinnen benoemen, die niet zonder elkaar kunnen functioneren:  

Onderwerp (ow)
Persoonsvorm (pv) 
Lijdend voorwerp (lv) 
Meewerkend Voorwerp (mv) Werkwoordelijk Gezegde (wg)  Bijwoordelijke Bepaling (bwb)

Het verschil
Grammatica woordsoorten gaan dus om elk woord, grammatica zinsdelen gaat om delen van van de zin. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

In de tuin van oma groeit een grote appelboom.

In deze zin zijn ? lidwoorden
A
4
B
3
C
2
D
geen

Slide 8 - Quiz

De docent loopt het lokaal op de bovenste verdieping binnen.

Zelfstandige naamwoord(en)?
A
loopt
B
lokaal
C
de
D
verdieping

Slide 9 - Quiz

Aan de slag!
Wat: opdracht 1 t/m 4 
Waar: leerboek (blz. 30)
Hoe: individueel, in stilte
Hulp: theorie, video-uitleg, mij
Tijd: 15 minuten 
Uitkomst: controle lesdoelen

Klaar?: maak de extra opdrachten online!

timer
15:00

Slide 10 - Slide

Bepaalde lidwoorden zijn:
A
de, een
B
een, het
C
de, het
D
de, het, een

Slide 11 - Quiz

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?
A
woorden voor dingen of gevoelens
B
woorden voor mensen
C
woorden voor dieren en planten
D
eigennamen

Slide 12 - Quiz

Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan er in de volgende zin?

Onze reis start op het vliegveld en Parijs en vandaaruit vliegen we naar Barcelona.

A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quiz

Huiswerk (dinsdag)
1. Leer de theorie over lidwoorden en zelfstandige naamwoorden (video-uitleg of leerboek blz. 30)

2. Maak opdracht 1 t/m 4 (af) 

3. Elke woensdag leesboek mee

Slide 14 - Slide