1.7 voedselzekerheid VS en Nigeria

• Aardrijkskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

VSO het Dok - Eindhoven

1.7 voedselzekerheid VS en Nigeria

Leerdoelen

- Je kunt de landbouwgebieden en belangrijkste gewassen in de VS en Nigeria beschrijven.

- Je kunt beschrijven hoe specialisatie en intensivering de landbouwproductie van de VS hebben verhoogd.

- Je kunt verklaren waarom Nigeria een lage voedselzekerheid heeft.

Beantwoord de vragen in 2 groepen (Amerika/ Nigeria:

- Wat zijn de belangrijkste gewassen die verbouwd worden?

-  Wat voor klimaat is er in het land?

- Voor VS: waarom kan er zo veel geproduceerd worden?

- Voor Nigeria: Waarom is er voedselonzekerheid?

Hoge landbouwproductie in de VS

Intensivering van de landbouw. Dit betekent dat de opbrengst per hectare of per dier toeneemt. Intensivering in de VS was mogelijk door:

• het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest.

• het gebruik van gewassen die genetisch veranderd zijn. 

• de mechanisatie van de landbouw. Dit betekent dat machines steeds meer werk overnemen. 
 

specialisatie/monocultuur

arbeidsproductiviteit

Hoge landbouwproductie in de VS

• specialisatie. Boeren kiezen voor akkerbouw, tuinbouw of veeteelt in plaats van voor een gemengd bedrijf. Daarbinnen specialiseren ze zich steeds verder. Ze telen maar een of twee gewassen, of hebben maar één soort vee. Als er op een akker maar één soort gewas groeit, dan is dat een monocultuur.

• schaalvergroting. In de VS zijn veel kleine landbouwbedrijven opgekocht door grote bedrijven. Hierdoor zijn de boerderijen steeds groter geworden. Gemiddeld heeft een boerderij in de VS nu bijna 160 hectare grond. Dat is meer dan 200 voetbalvelden.

arbeidsproductiviteit

Hoge landbouwproductie in de VS

Door de intensivering is ook de arbeidsproductiviteit in de landbouw sterk gestegen. Dit is de hoeveelheid die één persoon in een bepaalde tijd produceert. De arbeidsproductiviteit in de Amerikaanse landbouw hoort tot de hoogste ter wereld.

Lage voedselzekerheid in Nigeria

Nigeria heeft een heel lage voedselzekerheid (bron 5). De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn:

• een droog klimaat, vooral in het noorden van het land. Hierdoor zijn de oogsten klein.

• weinig geld om te investeren. De meeste boeren verdienen niet veel. Dat komt onder andere doordat de landbouwbedrijven klein zijn. Gemiddeld heeft een Nigeriaanse boer 1,2 hectare grond. Dat is minder dan twee voetbalvelden. Ze hebben daardoor vaak niet genoeg geld voor mest, zaden of nieuw vee. En al helemaal niet voor een tractor of andere dure machines. Boeren doen daarom het meeste werk met de hand. Per 1.000 boeren zijn er maar twee tractoren. In de VS zijn dat er 1.500. De oogsten blijven daardoor klein.

• klimaatverandering. Hierdoor zijn er steeds vaker droge perioden en overstromingen. De oogsten kunnen daardoor mislukken.

• problemen met de Nigeriaanse economie. De inflatie is hoog, waardoor ook de voedselprijzen stijgen. De voedselprijzen waren ook al gestegen door de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne.

• een snelgroeiende bevolking. Hierdoor wordt het nog lastiger om iedereen van voedsel te voorzien.

• gewapende conflicten, vooral in het noorden. Hierdoor moeten mensen vluchten en kunnen ze niet op het land werken.

• weinig hulp van de overheid. En dat terwijl veel boeren vaak te weinig voedsel produceren om van te leven.

• verbouw van handelsgewassen voor de export. Deze soort landbouw is opgezet in de koloniale tijd. De overheid moedigt het verbouwen van deze gewassen nog steeds aan, want dat levert geld op. Maar hierdoor blijft er minder grond over voor voedselgewassen.

• slechte infrastructuur. Hierdoor is het vaak moeilijk om voedsel naar bepaalde gebieden te vervoeren.

Lage voedselzekerheid in Nigeria

• klimaatverandering. Hierdoor zijn er steeds vaker droge perioden en overstromingen. De oogsten kunnen daardoor mislukken.

• problemen met de Nigeriaanse economie. De inflatie is hoog, waardoor ook de voedselprijzen stijgen. De voedselprijzen waren ook al gestegen door corona en de oorlog in Oekraïne.

• een snelgroeiende bevolking: nog lastiger om iedereen van voedsel te voorzien.

• gewapende conflicten, vooral in het noorden. 

• weinig hulp van de overheid

• verbouw van handelsgewassen voor de export. Deze soort komt nog uit de koloniale tijd. 

• slechte infrastructuur. Hierdoor is het vaak moeilijk om voedsel naar bepaalde gebieden te vervoeren.