Groep 4 taal: Oefenen voor de toets

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

Welk woord hoort er niet bij?

1. De wortel
2. De tomaat
3. Het kadetje
4. De komkommer

Welk woord hoort er niet bij?

1. Mini
2. Kolossaal
3. Fors
4. Reusachtig

Welk woord hoort er niet bij?

1. Pietepeuterig
2. Kolossaal
3. Iel
4. Miezerig

Wat is geen insect?

1. Een kikker
2. Een mier
3. Een mug
4. Een vlieg

Wat past het beste bij het woord krioelen?

1. Druk met werk zijn.
2. Door je haar kroelen.
3. Kriebelen
4. Druk door elkaar bewegen.

Wat past het beste bij het woord glibberig?

1. Hard en droog.
2. Nat en glad.
3. Stoffig en droog.
4. Nat en stroef.

Wat is het tegenovergestelde van teer?

1. Slapjes
2. Niet sterk
3. Heel dun
4. Fors

Waar gaat het bij een insect vooral om?

1. Dat het zes poten heeft.
2. Dat het vaak vleugels heeft.
3. Dat het vaak een klein dier is.
4. Dat het een kop heeft.

Wat betekent op ware grootte?

1. Het is vergroot.
2. Het is kleiner dan je denkt.
3. Het is net zo groot als in het echt.
4. Het is groter dan het lijkt.

Maak de zin af. Met een stekje bedoel je...

1. De bloem van een jonge plant.
2. Een stukje van een plant met nieuwe wortels.
3. De wortels van een plant.
4. Een groepje jonge planten bij elkaar.

Maak de zin af. Als een plantje wortelt, ...

1. rotten de wortels langzaam weg.
2. begint het te bloeien.
3. verkleint het zijn wortels.
4. maakt het nieuwe wortels.

Wat is de kikkerdril?

1. Het lievelingseten van kikkers.
2. De poepjes van de kikker.
3. De eierschaal om een groepje eitjes.
4. Een groepje eitjes van de kikker.

Wat is pietepeuterig?

1. Kolossaal
2. Heel klein en teer
3. Groot en stevig
4. Klein en niet belangrijk.

Wat is een ander woord voor zacht met kleine veertjes?

1. miezerig
2. glibberig
3. donzig
4. pluizig

Wat is een ander woord voor smal en dun?

1. mini
2. iel
3. teer
4. fors