Kennislab 4.5

Kennislab 
Complexiteit bepalen en triage
(met als uitgangspunt zelfmanagement van de cliënt bevorderen en gezamenlijke besluitvorming)
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnHBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kennislab 
Complexiteit bepalen en triage
(met als uitgangspunt zelfmanagement van de cliënt bevorderen en gezamenlijke besluitvorming)

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Leerdoelen
De student kan:
  • uitleggen wat bedoeld wordt met de complexiteit van de verpleegsituatie; 
  • uitleggen hoe de complexiteit van de verpleegsituatie bepaald kan worden; 
  • benoemen welke rol kennis speelt in het bepalen van complexiteit kan uitleggen wat de zorginhoudelijke regiefunctie inhoudt; 
  • uitleggen hoe patiëntentoewijzing plaatsvindt en kan uitleggen wat gezamenlijke besluitvorming is (shared decision making);
  • de principes van triage uitleggen.

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan
bij triage?

Slide 4 - Mind map

Triage
Biedt zekerheid, structuur en duidelijkheid in de urgentiebepaling
Besluitvorming bijv. “bel ik een arts of niet”?

Slide 5 - Slide

Wat is het doel van triage?
A
Urgentiebepaling van de hulpvraag (besluitvorming)
B
Patiënt het geschiktste traject te laten doorlopen
C
kostenverhogend werken
D
ontslaan van de patiënt uit de zorg

Slide 6 - Quiz

Wat is triage?
Urgentiebepaling van de hulpvraag (besluitvorming)

Doel 
  • Patiënt het geschiktste traject te laten doorlopen (CBO 2008)
  • Efficiënt en doelmatig gebruik van middelen
  • Mortaliteit reduceren
  • Kosteneffectief werken (Huibers e.a., 2010)

Slide 7 - Slide

Wie voert triage uit?
A
verpleegkundige
B
mantelzorg
C
teammanager
D
doktersassistente

Slide 8 - Quiz

Wie voert triage uit?

Verpleegkundige, doktersassistente………voorwaarde: scholing in triagesysteem!

Waar?
Alle werkvelden!

Slide 9 - Slide

Wat zijn de risico's van triage?
Ondertriage (vooral bij kwetsbare ouderen)
= te lage inschatting van de urgentie 
Fatale gevolgen, verergering ziekte of zelfs mortaliteit

Overtriage
= te hoge inschatting van de urgentie 
Kostenaspect

Slide 10 - Slide

Triage modellen*
SEH (MTS)
Huisartsenpraktijk (NTS)

Systematisch model zorgt voor effectieve en efficiëntere triage!

Eisen triagemodel SEH (CBO 2008)
  • Betrouwbaar, valide en hanteerbaar voor alle patiënten
  • Effectieve zorgverlening tijdens triageproces
  • Toepasbaar in Nederland
  • Kwaliteitswaarborging van scholing

*Geen model gevalideerd voor de acute zorg van kwetsbare ouderen! (Bakker)

Slide 11 - Slide

Complexiteit van zorg

Slide 12 - Mind map

Definitie complexiteit van zorg:
Definitie (Normenkader V&VN)

Case-complexity:
complexiteit van medische problemen, de persoon met de ziekte, de kenmerken van de populatie en de complexiteit van het zorgstelsel/zorgsysteem.

Patientcomplexity:
gelijktijdig optreden van problemen in verschillende domeinen, de manier waarop problemen elkaar beïnvloeden, een kwetsbaar evenwicht, onvoorspelbaarheid, passendheid van routines, richtlijnen etc.
  

Slide 13 - Slide

​Welke drie onderdelen zijn er in het bepalen van complexiteit van zorg?

Slide 14 - Open question

Wat is complexiteit van zorg?
De mate waarin verpleegkundigen en verzorgende te maken hebben met:
  • Routines
  • Onvoorspelbaarheid
  • Toenemende complexiteit vraagt om andere competenties!
 (Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007) 

De veranderingen in
complexiteit hangen samen met het feit dat de  groep mensen die een beroep doet op zorg  verandert 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Artikel
Uit het artikel ‘The Concept of Care Complexity: A Qualitative Study’ blijkt hoe verschillend complexiteit wordt gedefinieerd en dat daaruit drie thema’s kunnen worden gehaald, namelijk, het heeft met de patiënt te maken, met de verpleegkundige en met de organisatie van zorg. Ook hier lees je dat werkdruk (workload) als onderdeel van complexiteit wordt benoemd.
De complexiteit wordt gemeten en/ of vastgesteld heeft dus te maken met wat je eronder verstaat. 

Slide 17 - Slide

​Is complexitei​​t altijd meetbaar?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Wat heeft invloed op de complexiteit van zorg?

Slide 19 - Open question

Wat heeft invloed op de complexiteit van zorg?
Ouderen langer thuis
Kleinschalige zorg (andere verantwoordelijkheden)
Complexere handelingen
Kortere ziekenhuis opnames
Complexiteit van zorg is afhankelijk van patiënt, verpleegkundige en organisatie van zorg (Gurainoni et al., 2015)


Slide 20 - Slide

Is hogere werkdruk hetzelfde als toegenomen complexiteit van zorg?
Licht je antwoord toe:

Slide 21 - Open question

Toename complexiteit van zorg: voordelen?
Interessanter werk
Ontwikkelingsmogelijkheden toegenomen
Scholingsmogelijkheden toegenomen

De hbo-verpleegkundige:
Complexiteit van zorg bepalen, zorg toewijzen en delegeren
Coördineren van zorg
Bewaken continuïteit van zorg


Slide 22 - Slide

Waarom complexiteit van zorg bepalen?
  • Toewijzing juiste zorgverlener, andere competenties (verzorgende, mbo, hbo, VS)
  • Zorgprofiel
  • Evt. verwijzing
  • Noodzaak voor scholing


Slide 23 - Slide

Meetinstrumenten
Verpleeghuizen/revalidatie/chronische zorg: zorgprofiel(financiering)
Complexiteitsscorelijst algemeen ziekenhuis
www.meetinstrumentenzorg.nl (zoekmachine voor algemene meetinstrumenten)

Slide 24 - Slide

Gemeten en wat nu?

Indicatie stellen
Hoe ingewikkeld, welke diagnoses, resultaten en interventies ga je stellen binnen directe omgevingsfactoren van de patiënt

--> Zorg toewijzen

Slide 25 - Slide

Voorbereiding:
Vo​​rm je een mening over de complexiteit van de situatie uit de serious soaps
Gedaan... ? 

Ja = beantwoord de vragen
Nee = kijk het filmpje

Slide 26 - Slide

Hoe zou jij bij de casus van BS4 zelfmanagement stimuleren?

Slide 27 - Open question

Leg uit hoe de complexiteit van de verpleegsituatie bepaald kan worden bij meneer en mevrouw Kowalski

Slide 28 - Open question

Hoe vindt patiënten toewijzing plaats?
A
Door de arts
B
Bepalen van complexiteit
C
Triage
D
Door de patiënt zelf

Slide 29 - Quiz

Wat zijn de principes van triage?

Slide 30 - Open question

Leerdoelen behaald?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quiz

Hoe voel je je na dit kennislab?
(kies een foto die bij je gevoel past)

Slide 32 - Open question