EHBO les 1

Autonomie en zelfredzaamheid

Zelfredzaamheid = Als je voor jezelf kunt zorgen en jezelf kunt redden.

Autonomie = Als je onafhankelijk bent en zelf kunt bepalen hoe je je leven leidt.
Gevoel van eigenwaarde = Als je jezelf waardevol vindt, los van wat anderen ervan denken.


1 / 36
next
Slide 1: Slide
EHBOMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Autonomie en zelfredzaamheid

Zelfredzaamheid = Als je voor jezelf kunt zorgen en jezelf kunt redden.

Autonomie = Als je onafhankelijk bent en zelf kunt bepalen hoe je je leven leidt.
Gevoel van eigenwaarde = Als je jezelf waardevol vindt, los van wat anderen ervan denken.


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent gevoel van eigenwaarde?
A
Nooit tevreden zijn met jezelf.
B
Jezelf waardevol vinden, maakt niet uit wat anderen vinden.
C
Je eigen mening niet belangrijk vinden.
D
Alleen waardevol voelen als anderen dat zeggen.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is autonomie?
A
Altijd de wensen van anderen volgen.
B
Afhankelijk zijn van anderen voor alles.
C
Onafhankelijk zijn en zelf je leven bepalen.
D
Niet zelf beslissingen kunnen nemen.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent zelfredzaamheid?
A
Afhankelijk zijn van anderen.
B
Altijd hulp nodig hebben van anderen.
C
Voor jezelf kunnen zorgen en jezelf redden.
D
Niet in staat zijn om voor jezelf te zorgen.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Herhaling leerjaar 2:
EHBO

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Waar staan de letters EHBO voor?

Slide 7 - Open question

De leerlingen vullen het antwoord in, dit verschijnt op het bord.
Heb je weleens EHBO ontvangen?
Ja
Nee

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Heb je weleens EHBO verleend
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Basisprincipes
- Handel als eerste hulp verlener​

- Houd je emoties onder controle​

- Stel het slachtoffer gerust​

- Voorkom besmetting​

- Zorg voor een veilige plek

- Houd rekening met emotionele reacties na de hulpverlening​

Slide 10 - Slide

Stap 1:​
Voor jezelf, de omstanders en het slachtoffer​
Voorbeelden?​
Stap 2:​
Wat is er gebeurd? Wat mankeert het slachtoffer?​
Hoe doe je dat?
Stap 3: wie bel je en wanneer?​
Bij een gebroken been? ​
Bij een steekwond?​
Bij een hartstilstand?​
Stap 4:​
Verleen eerste hulp, als het kan ter plaatse.​
EHBO in 4 stappen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

timer
3:00
zorg voor veiligheid

Slide 12 - Mind map

Voor jezelf, de omstanders en het slachtoffer
timer
3:00
beoordeel het slachtoffer

Slide 13 - Mind map

Wat is er gebeurd? Wat mankeert het slachtoffer?​
Hoe doe je dat?
timer
3:00
alarmeer hulpdiensten

Slide 14 - Mind map

Stap 3: wie bel je en wanneer?​
Bij een gebroken been? ​
Bij een steekwond?​
Bij een hartstilstand?
timer
3:00
verleen eerste hulp

Slide 15 - Mind map

Stap 4:​
Verleen eerste hulp, als het kan ter plaatse.
Airway, Breathing, Circulation

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Casus: 'bewusteloze fietser'

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Stap 1: Controleer bewustzijn

Schud voorzichtig aan zijn schouder en zeg:
"Hallo meneer, kunt u mij horen?"

De man reageert niet en blijft stil liggen.
Actie: Hij is bewusteloos.     Je begint nu met de ABC-methode.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Airway = luchtweg 
- Is de luchtweg van het slachtoffer vrij?
- Zie je  zichtbare blokkades zoals braaksel, bloed of een object in de mond?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Breathing = Ademhaling
Kijk: Beweegt zijn borst op en neer?
Luister: Hoor je ademhaling bij zijn mond of neus?
Voel: Kun je met je wang luchtstroom bij zijn mond of neus voelen?

Je merkt dat hij normaal ademt -> wat ga je doen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Circulation = Circulatie (bloedsomloop)

- Is er een active bloeding?
- Heeft het slachtoffer een hartslag?


Je ziet een schaafwond op zijn knie, 
maar die bloedt nauwelijks -> wat ga je doen?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Afronding casus:
Bel 112 en geef door:
- Dat het om een bewusteloze fietser gaat.
- Dat hij normaal ademt en in de stabiele zijligging ligt.
- Waar je precies bent.
- Blijf bij de man totdat de hulpdiensten er zijn. 
- Controleer regelmatig of hij blijft ademen!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Ondersteunend verplaatsen
Doel: verplaatsen voor de veiligheid.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Wat hebben jullie gezien in het filmpje?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je het beste ondersteunend verplaatsen: 

  1. Ga aan de gezonde kant van het slachtoffer staan
  2. Laat hem/haar een arm om uw slaan
  3. Hou die arm stevig vast bij de pols
  4. Sla uw andere arm om het middel van het slachtoffer en pak zo mogelijk de onderarm vast
  5. Zet uw heup achter zijn/haar bil
  6. Zet met uw vrije voet een klein stapje vooruit
  7. Til met uw heup het slachtoffer iets op en zet hem een stap achteruit
  8. Herhaal de laatste stappen tot jij en het slachtoffer uit de gevaren zone zijn.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Oefen zoals in het filmpje
  •  Maak tweetallen
  •  Oefen met dit onderdeel





timer
10:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

De handgreep van Rautek
Doel: het vervoeren van een slachtoffer vanuit zittende of liggende positie 

Theorie scroll naar beneden

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Oefen zoals in het filmpje
  •  Maak tweetallen
  •  Oefen met dit onderdeel





timer
10:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Buik naar rug draaien
Doel: slachtoffer kunnen controleren op vitale functies

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Oefen zoals in het filmpje
1. maak een tweetal
3. ga oefenen
timer
10:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Samenvattend:

1. Wanneer gebruik je de Rautek greep?
2. Noem een basisprincipe van EHBO?
3. waar staat ABC voor?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Vul de eindevaluatie in.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions